Onderzoek wijst uit dat de vier plaatsen waar de eerste verschijnselen van blauwtong werden waargenomen, waarschijnlijk ook de eerst besmette plekken in Nederland zijn geweest. “Breed opgezet onderzoek van bulktankmelkmonsters wijst niet op eerdere blauwtongbesmettingen in Nederland”, aldus onderzoeker Melle Holwerda van Wageningen Bioveterinary Research. Begin september werden de eerste meldingen gedaan van blauwtong in Nederland.
Eerste besmettingen met blauwtong
De eerste klinische verdenkingen van het blauwtongvirus dat momenteel in Nederland rondwaart, blauwtongvirus serotype 3 (BTV-3), werden vastgesteld op vier plekken in het midden van Nederland. Op dat moment was het nog onduidelijk of deze locatie de oorsprong was van de uitbraak of dat het blauwtongvirus op dat moment al aanwezig was op andere plaatsen in het land.
“Om daarin meer inzicht te krijgen, hebben we een grootschalig onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van antistoffen tegen het blauwtongvirus in de bulktankmelk”, legt onderzoeker Melle Holwerda uit. Holwerda werkt bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), onderdeel van Wageningen University & Research. Hij is hoofd van het Nationale Referentielaboratorium voor vectoroverdraagbare virusdierziekten en leidt het onderzoek naar het blauwtongvirus. Voor het onderzoek naar aanwezige antistoffen in bulk tankmelk is nauw samengewerkt met collega’s van de GD in Deventer.
Herkomstonderzoek
Herkauwers zijn vatbaar voor het blauwtongvirus, waarbij schapen het meest gevoelig zijn en het eerst klinische verschijnselen zullen vertonen. “Blauwtong infecteert echter ook runderen, geiten, alpaca’s en lama’s”, benadrukt Holwerda.
Vanwege de potentieel grote besmettingskans en snelle verspreiding van het virus, is snel na de eerste bevestiging van de aanwezigheid van het blauwtongvirus een onderzoek gestart naar mogelijke eerdere circulatie van het virus elders in het land. “Daarvoor hebben we bulktankmelkmonsters van melkveebedrijven gescreend op de aanwezigheid van antistoffen tegen het blauwtongvirus.”
991 melkmonsters geanalyseerd
In het onderzoek dat is uitgevoerd in samenwerking met Royal GD en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werden 991 melkmonsters van de maand augustus 2023 geanalyseerd. De geteste monsters kwamen vanuit het hele land. Uit de analyse bleek dat 955 monsters negatief waren, 28 positief en 8 monsters waren twijfelachtig.
Van deze laatst genoemde 36 monsters (28 positief + 8 twijfelgevallen) waren 24 afkomstig van bedrijven waarvan bekend is dat ze in het verleden hebben gevaccineerd tegen blauwtong serotype 8, de variant die bij de vorige blauwtonguitbraak rondwaarde. “De overige 12 monsters konden we niet direct linken aan een vaccinatieprogramma en zouden dus ook een nieuwe besmetting kunnen betreffen.”
De locaties van de 12 bedrijven waren echter niet geclusterd op een specifieke locatie, maar vertoonden een vergelijkbare verdeling over het land als de monsters die wel aan een historische vaccinatie waren gerelateerd.
Bepalen waar blauwtong vandaan komt blijft moeilijk
“De conclusie uit dit onderzoek is dat er geen andere specifieke regio in Nederland was waar we bovenmatig veel antistoffen tegen het blauwtongvirus aantroffen en waar we een mogelijke eerdere besmetting naar zouden kunnen herleiden. We stellen op basis hiervan vast, dat de uitbraak het meest waarschijnlijk is gestart bij de eerste vier plekken in het midden van het land.”
Welk van de plekken dat is geweest en hoe de dieren daar besmet zijn geraakt, is niet meer te achterhalen. “Net als bij vorige uitbraak in 2006 blijft het ook nu moeilijk te bepalen waar het virus vandaan is gekomen en hoe dat het eerste dier besmet is geraakt.”
Bron: WUR
Beeld: ter illustratie