Vorige week werden de stemmingen in het Europees Parlement over de nieuwe Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) in de GLB voorstellen, afgesloten. Onderstaand vindt u een overzicht van de voor melkveehouders belangrijke uitkomsten. Met deze uitkomsten zal het Europees Parlement de komende onderhandelingen in de Trioloog (met de EU Commissie en de Landbouw ministerraad) ingaan.
“De stemming over de Gemeenschappelijke Marktordening in het Europees Parlement heeft aangetoond dat veel leden van het Europees Parlement zich ervan bewust zijn dat de landbouwsector in de EU behoefte heeft aan effectieve crisisinstrumenten”, zegt EMB-voorzitter Sieta van Keimpema uit Nederland, die het advies van de Europese belangenbehartiger voor melkveehouders over het gedeeltelijke besluit van het Europees Parlement over de gemeenschappelijke marktordening (GMO) in het kader van het GLB, samenvat.
Trioloog
In de GMO worden onder meer de verhoudingen tussen de belanghebbenden op de markt en de te nemen maatregelen in geval van een crisis vastgelegd. Eind vorige week hebben de leden van het Europees Parlement gestemd over het standpunt van het Europees Parlement over de Hervorming van het GLB, dat als basis zal dienen voor de Trioloog met de Europese Commissie en de Landbouwraad van de Europese Unie die binnenkort van start gaan.
Artikel 219 GLB
Het nieuwe artikel 219a (uit amendement 149), dat voorziet in vrijwillige productievermindering tijdens crises (voorstel EMB), maakt deel uit van het standpunt van de GMO. “In combinatie met de goedkeuring van artikel 219b (uit amendement 150), dat voorziet in mogelijke productieplafonds tijdens de uitvoering van de verlagingsprogramma’s, zou de GMO binnenkort een instrument kunnen hebben dat een doeltreffend antwoord kan bieden op chronische crises”, aldus Kjartan Poulsen, vicevoorzitter van de EMB, uit Denemarken.
Tijdelijke verplichte mindering is noodzaak
Tegelijkertijd is het jammer dat het voorstel voor de verplichte productievermindering (in amendement 277), die nodig zou zijn om het hoofd te bieden aan verstrekkende, langdurige crises, is verworpen. “De zeer krappe stemming over dit amendement (slechts met weinig stemmen afgewezen) bevestigt echter dat een groot aantal leden van het Europees Parlement zich er ten volle van bewust is dat het instrument van een tijdelijke verplichte vermindering van het volume ook een dringende noodzaak is”, verklaart Sieta van Keimpema. “Wij willen deze leden van het Europees Parlement bedanken, die duidelijk vertrouwd zijn met de dynamiek van crises en de noodzaak van effectieve reacties.
EMB is ook blij te zien dat de goedkeuring van artikel 218b (amendement 147) zal leiden tot de invoering van een mechanisme voor early-warning in de GMO. In dit verband heeft de EMB echter aangegeven dat er nog steeds een definitie gevormd moet worden over wat een crisissituatie is, zodat passende instrumenten tijdig kunnen worden geactiveerd.
Evaluatie EMB over GLB
Evaluatie EMB over andere artikelen van de hervorming van de GMO:
- Wat de interventie als instrument betreft, is de goedkeuring van amendement 232 een belangrijke stap in de richting van meer transparantie.
- In het nieuwe artikel 172a (amendement 244) van de GMO is een bepaling opgenomen inzake de waarde verdeling en de productiekosten. Ook al is het niet bindend, het toont aan dat deze kernpunten onder de leden van het Europees Parlement de erkenning hebben gekregen die ze verdienen.
- Melkveehouders zijn zich er terdege van bewust dat marktverstoringen in de landbouwsector van de EU, zich regelmatig voordoen. Met de invoering van een monitoring- en beheerssysteem voor deze verstoringen (artikel 222a van amendement 248) is het nu mogelijk om toekomstige crises op een effectievere manier aan te pakken.
- Wat betreft de contractuele betrekkingen in de zuivelsector betreft (artikel 148), is het goed om te zien dat het Europees Parlement er nogmaals op wijst dat de prijzen in de contracten moeten worden vastgesteld op basis van de productiekosten. Aangezien het echter nog steeds aan de lidstaten wordt overgelaten om te beslissen of zij het gebruik van contracten verplicht willen stellen, kunnen in dit verband geen significante verbeteringen voor de EU-zuivelsector als geheel worden verwacht.
- Voor melkveehouders is het verwerpen van amendement 270 teleurstellend: de voorgestelde verhoging van de in artikel 149 vastgestelde maxima voor de bundeling van melk in de EU van 3,5 % naar 7,5 %, zou een belangrijke positieve ontwikkeling voor de producentenorganisaties zijn geweest. Het zou de boeren in staat hebben gesteld om op gelijke voet te onderhandelen met de verwerkers, die niet onderworpen zijn aan de lage pooling-limiet die momenteel de producenten beperkt.
- Aan de andere kant zijn de melkveehouders blij dat de leden van het Europees Parlement in hun standpunten herhaaldelijk het doel van een duurzaam inkomen vermelden (amendement 3 voor Overweging 2 en amendement 47 voor artikel 1a); dat import de EU-normen niet mag ondermijnen (amendement 138 met betrekking tot artikel 188a) en dat er een Observatorium voor de gehele EU-landbouwsector moet worden opgericht (amendement 146 voor artikel 218a).
Bron: DDB