De Natuur en Milieufederaties (NMF’s) zetten zich in iedere provincie in voor een gebiedsgerichte aanpak die zorgt voor een duurzaam herstel van de natuur, waardoor ook economische ontwikkeling weer plaats kan vinden. Hoe kan de combinatie van landelijke bronmaatregelen en provinciale uitvoering een succes worden? Wat de NMF’s betreft dragen onderstaande aanbevelingen daar aan bij. We roepen de provincies op om deze aanbevelingen mee te nemen in het vervolgproces.
Stel ambitieuze doelen per natuurgebied
“Als Natuur en Milieufederaties vinden we dat de hoofdlijnen uit het rapport van de commissie Remkes door de provincies in de gebiedsgerichte processen als leidraad moeten worden genomen. Daarnaast zouden wat ons betreft alle sectoren moeten meedoen in dat proces. Alleen op die manier ontstaat een aanpak die ambitieus, integraal en juridisch houdbaar is.”
De NMF’s zijn blij dat de Minister heeft aangekondigd dat er reductiedoelen per gebied komen. En hoopt dat deze doelen ambitieus genoeg zijn om het stikstofoverschot zo ver terug te dringen; dat de natuur niet langer schade lijdt. Daarnaast moeten provincies voldoende sturingsmogelijkheden in handen hebben om bij te sturen; als blijkt dat de doelen niet gehaald gaan worden (hand aan de kraan principe).
Sta extern salderen en verleasen van latente ruimte niet toe
De commissie Remkes beveelt aan dat provincies de regie gaan nemen voor de uitvoering van de salderingssystematiek. En dat ze tot een onderling afgestemde aanpak komen. Ook als saldering binnen meerdere provincies noodzakelijk is; kan daarmee gewaarborgd worden dat daarover tussen de betrokken provincies voorafgaand overleg plaatsvindt. Daarnaast is de regie noodzakelijk om te voorkomen dat de overige ruimte ‘weglekt’ in gevallen waarin slechts een klein deel van de verkochte rechten voor een initiatief wordt benut.
Over de instrumenten ‘extern salderen’ en ‘verleasen’ is NMF’s kritisch. Navraag bij verschillende provincies leert dat gemiddeld slechts 70%-75% van bestaande vergunningen wordt benut. Omdat het toegestaan is om de gehele vergunningsruimte in te zetten voor extern salderen of verleasen; verwachten ze dat deze instrumenten nauwelijks gaan bijdragen aan het verlagen van het stikstofoverschot. Het is zelfs mogelijk dat deze instrumenten gaan leiden tot een toename van stikstofemissie. Dat wil de NMF’s voorkomen. Ze roepen de provincies daarom op deze instrumenten niet toe te staan wanneer het latente ruimte betreft.
Eerst stikstofruimte verdienen, dan pas uitgeven
De commissie Remkes noemde het huidige totaalpakket dat het Kabinet in het afgelopen jaar heeft gepresenteerd onvoldoende om een sterke reductie van stikstof te garanderen. Daarvoor waren er volgens hem nog te veel overeenkomsten met het PAS-beleid (dat in mei 2019 door de Raad van State buiten werking werd gesteld).
Het realiseren van de woningbouw opgave door middel van een drempelwaarde kan wat de NMF’s betreft alleen als daar flinke stikstofreductiedoelstellingen tegenover staan. Daarbij moet de benodigde stikstofruimte eerst worden verdiend, voordat zij voor de realisatie van een bouwproject kan worden uitgegeven. Bouwactiviteiten leveren immers ook stikstofuitstoot op.