De Eerste Kamer heeft gisteren groen licht gegeven voor de budgetverhoging van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en Lbv-plus, waarmee een belangrijke stap is gezet richting een definitieve substantiële verhoging van de beschikbare middelen. Het voorstel van het kabinet is 19 maart goedgekeurd, wat betekent dat bijna € 1,5 miljard extra wordt vrijgemaakt voor beide regelingen.
De stemming in de Eerste Kamer volgt op eerdere instemming van de Tweede Kamer op 15 februari, waarmee de weg vrij leek voor deze langverwachte budgetverhoging. Marco Hol, adviseur bij DLV Advies, beschouwt de goedkeuring als een mooie stap voorwaarts. “Dit betekent dat alle ondernemers die aan de voorwaarden voldoen, subsidie kunnen krijgen. Op dit moment is er niet voldoende budget voor alle aanvragers.”
Tekort aan beschikbare middelen voor Lbv
Het beschikbare budget voor de Lbv en Lbv-plus, bedoeld om veehouderijlocaties te beëindigen en zo de depositie van stikstof op Natura 2000 gebieden te verminderen, zijn al langere tijd onderwerp van discussie. Het extra budget, dat nu door zowel de Tweede als de Eerste Kamer is goedgekeurd, zal naar verwachting meer ruimte bieden voor deelnemers.
Marco benadrukt echter dat de tijd begint te dringen. “Het is belangrijk voor ondernemers die in aanmerking komen voor de Lbv-plus om zich snel aan te melden,” waarschuwt hij. “Op 5 april a.s. sluit de openstelling van de Lbv-plus. We willen alle geïnteresseerde partijen erop attenderen zich tijdig te melden. Indien zij een positieve beschikking ontvangen, hebben zij nog zes maanden om te beslissen of ze willen deelnemen aan de regeling.”
Europese Commissie
De goedkeuring door de Eerste Kamer is slechts een van de laatste stappen in het proces. Voordat de extra middelen beschikbaar worden gesteld, moet ook de Europese Commissie haar goedkeuring verlenen. “Het is een positieve ontwikkeling dat de politiek deze stap zet,” zegt Marco. “Ondanks dat er nog veel werk aan de winkel is, hebben nu meer agrarisch ondernemers, die de intentie hebben om te stoppen, de mogelijkheid een andere weg in te slaan.”
Bron: DLV Advies