De langverwachte aanpak piekbelaster is dan eindelijk gepubliceerd door de minister. Van der Wal is tot de definitie van piekbelaster gekomen als een bedrijf 2500 mol depositie veroorzaakt op een stikstofgevoelige Natura2000 gebied. Het gaat om circa 3000 bedrijven die in aanmerking komen voor een intensief proces waarbij met behulp van een zaakbegeleider gekeken wordt op welke wijze zij stikstof kunnen reduceren; innovatie, verplaatsen, extensiveren of bedrijfsbeëindiging zijn de opties.
De overige regelingen waarbij bijvoorbeeld ook verplaatsen een optie is moeten nog goedgekeurd worden door de EU. Dit is een intensief proces dat soms veel langer duurt dan beoogd. BBB vraagt zich dan ook ten zeerste af of deze regelingen daadwerkelijk eind 2023 geopend zullen worden. PAS-melders moeten met prioriteit gelegaliseerd worden met de vrijgekomen stikstofruimte betekent dus dat de oplossing voor PAS-melders door de sector zelf geleverd wordt.
Vrijwilligheid en grond
De nadruk in de plannen ligt wel op vrijwilligheid. Daarbij maakt grond in principe geen onderdeel uit van de regeling. Echter, er kunnen via de Nationale Grondbank wel bedrijven worden aangekocht, die ingezet zullen worden voor bedrijfsverplaatsing. De aankoop zal dan marktconform plaatsvinden.
BBB heeft altijd het standpunt ingenomen dat het een ondernemerskeuze is om het bedrijf eventueel te koop aan te bieden aan de overheid. We weten dat veel agrariërs geen opvolger hebben en dan kan een regeling een oplossing bieden. Dat via deze weg mogelijk door bedrijfsverplaatsing ook bedrijven verder kunnen op een locatie met onder de huidige regelgeving beter toekomstperspectief is positief.
Perspectief vraagt ook wat van gemeenten en provincies
De bedrijven moeten in het bezit zijn van 80% van de productierechten, deze worden ingenomen, evenals de milieuvergunning. Het bestemmingplan dient gewijzigd te worden. Op de opgekochte bestemming kunnen geen landbouwactiviteiten meer worden uitgeoefend. Ook geldt voor iedere vennoot dat hij/zij geen landbouwactiviteiten binnen de EU meer mag uitoefenen. Feitelijk een levenslang beroepsverbod. De gebouwen dienen maximaal binnen 28 maanden gesloopt te worden.
Voor het bieden van toekomst perspectief is een nieuwe bestemming op boerenerven noodzakelijk. Bijvoorbeeld in de vorm activiteiten op het gebied van recreatie, dagbesteding, kinderopvang, verkoop van streekproducten etc.
Gemeenten en provincies zullen dan dus mee moeten werken aan bestemmings-/omgevingsplan wijziging. Zeker in relatie tot verplichting gebouwen binnen af te breken binnen 28 maanden vraagt dat om veel snelheid en soepele medewerking. Het verplicht afbreken van gebouwen is natuurlijk niet circulair als je de gebouwen ook een nieuwe bestemming zou kunnen geven. Dit moet wat BBB betreft dus aangepast worden in de regeling, want we moeten zaken integraal en duurzaam aanpakken.
Uitkopen maakt boeren geen miljonairs
Het verkopen van een bedrijf maakt boeren niet in een klap miljonair. Wie dat roept heeft geen besef van de hoogte van leningen en hypotheken die op de bedrijven rusten en heeft geen realistisch beeld van ondernemerschap. Ondernemen is risico nemen, vaak zelfs met persoonlijke aansprakelijkheid en garanties bij het lenen van geld. Een boerenbedrijf is zeer kapitaalsintensief.
Ook de fiscale gevolgen van bedrijfsbeëindiging zijn groot. Als een bedrijf stopt moet de boer afrekenen met de belastingdienst. Subsidie telt dan mee als bijdrage aan de winst. Wel zijn er fiscale mogelijkheden voor herinvestering, daarom is het van groot belang dat boeren snel te weten komen wat de mogelijkheden zijn na wijziging van het bestemmingsplan.
Aandacht voor voedselzekerheid
Wel vindt BBB het jammer dat de regelingen voor beëindigen van bedrijven veel eerder opengesteld worden dan de regelingen waarbij het behoud van boerenbedrijven en daarmee van voedselproductie gewaarborgd is. Wat ons betreft zou het waarborgen van de voedselproductie in ons land de hoogste prioriteit moeten hebben.
Bron: BBB