De agrarische sector staat op het gebied van dierenwelzijn en milieu onder grote maatschappelijke druk. Landbouwinnovatie door innovatieve machines, digitale toepassingen of procesverbeteringen bieden belangrijke oplossingen om aan deze druk gehoor te geven.
Aan creatieve vondsten geen gebrek, zo blijkt uit de jaarlijkse uitreiking van de Agribusiness Awards, en het alternatieve verdienmodel Product-as-a-Service verlaagt bovendien de drempel om deze innovatieve oplossingen in te zetten.
Agribusiness Awards uitgereikt voor landbouwinnovatie
Een wiedrobot, elektrische loofdoding of het Cowtoilet. De Agribusiness Award staat traditioneel in het teken van innovatieve oplossingen die de sector een stap verder helpen. De genomineerden lopen voorop met vernieuwende oplossingen die een bewezen bijdrage leveren aan akkerbouwers of veehouders. Een deel deze innovaties vindt al brede toepassing, een ander deel komt van nog jonge bedrijven die hun vondst nog verder willen verfijnen en soms een nieuw verdienmodel hanteren.
Onkruid herkennen met kunstmatige intelligentie
Andela Techniek & Innovatie was de trotse winnaar van de Agribusiness Award van afgelopen november. Het bedrijf ontwikkelde een wiedrobot die met behulp van kunstmatige intelligentie onkruid herkent en verwijdert. Dit is een uitkomst voor biologische akkerbouwers die nu nog veel handwerk verrichten en beantwoordt aan de maatschappelijke roep om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
Genomineerde Nufarm biedt een alternatief voor chemische loofdoding bij aardappelteelt: elektrische loofdoding. Het Piglet Treatment System, eveneens met een nominatie, kan een dier op individueel niveau volgen en registreren, waardoor beter gerapporteerd kan worden over dierenwelzijn, gezondheid en gegeven vaccinaties.
Oplossingen voor stikstofproblematiek
De uitreiking vorig jaar stond vooral in het teken van innovaties die een oplossing bieden voor de stikstofproblematiek, zoals de bekende Lely Sphere en het Cowtoilet, en de JOZ Gazoo, een stikstofkraker. In Ovo – een andere genomineerde van vorig jaar – heeft een machine die snel eieren screent om zo vroegtijdig het geslacht van kuikens te bepalen en daarmee de ruiming van pasgeboren haantjes te voorkomen, momenteel wereldwijd zo’n 6,5 miljard stuks per jaar. Daarnaast is ook het verdienmodel van In Ovo innovatief.
Landbouwinnovatie belangrijk voor de sector
Innovatiekracht is belangrijk voor de toekomstbestendigheid en de concurrentiekracht van de sector. Ook de overheid vindt dit. In 2020 gaf het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan dat het bij minimaal 10 procent van de agrarische bedrijven innovaties zou willen zien. De overheid stimuleert een innovatieve agrarische sector met behulp van onder meer subsidies. Volgens Wageningen Universiteit neemt het aandeel landbouwbedrijven met innovaties toe, maar volgens de laatste meting in 2020 wordt het streefgetal van de overheid nog niet gehaald. Er moet dus nog wel wat gebeuren.
Een reden voor agrarische ondernemers om nog niet te investeren in nieuwe machines of stalsystemen is omdat de investeringskosten hoog kunnen zijn. Bij pas ontwikkelde machines komt daar nog eens het risico bij dat ze kunnen haperen of dat er veel en relatief duur specialistisch onderhoud nodig is.
Een nieuwe machine en een nieuw verdienmodel
Om ervoor te zorgen dat de boer of tuinder geen hoge investeringskosten heeft en tegelijk steun krijgt bij technische verbeteringen en onderhoud, kan het voor de producent nuttig zijn om een ander verdienmodel te hanteren. Zo blijft bij Product-as-a-Service (PaaS) de machine eigendom van de producent en kan de gebruiker – de melkveehouder, akkerbouwer of broederij – tegen een relatief lage en periodieke vergoeding gebruikmaken van de machine. In het abonnement zit dan tevens service, onderhoud en eventueel andere diensten.
Verdienmodel met PaaS-propositie
Afnemers kunnen op verschillende manieren hun PaaS-product betalen. Dat kan bijvoorbeeld tegen een vast bedrag per maand of een betaling per keer dat het product wordt gebruikt. In veel verschillende sectoren worden PaaS-constructies gehanteerd. Zo halen steeds meer machinebouwers een deel van hun omzet uit het leveren van diensten aan de industrie of bouw.
ABN AMRO schreef een stappenplan voor ondernemers die op deze manier hun machines of producten aan zouden willen bieden. Ook In Ovo hanteert zo’n Product-as-a-Service-verdienmodel. Zij vragen de broederijen waar ze met hun machines de eieren testen een vergoeding per test. De machine kan dan laagdrempelig worden ingezet en In Ovo blijft verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de machine.
Lagere instapdrempel voor afnemers met PaaS-propositie
Een PaaS-propositie verlaagt de instapdrempel voor afnemers, maar producenten moeten stevige stappen zetten voor ze met zo’n verdienmodel aan de slag kunnen. Het verlenen van diensten betekent immers dat de producent van de machine met hogere operationele kosten te maken krijgt. De binnenkomende data moeten worden geanalyseerd, regelmatig moet onderhoud worden gepleegd en er moet geïnvesteerd worden in de ICT-infrastructuur.
Om dit rendabel te kunnen doen is niet alleen goed personeel nodig, maar moet tevens een zekere schaal worden bereikt. Dit kan door in de ontwerpfase al zoveel mogelijk na te denken over hoe de conditie van de geïnstalleerde machines en producten op afstand afgelezen, gemonitord en gediagnosticeerd kan worden. Ook het plegen van onderhoud op afstand via beeldbellen en de inzet van hololenzen of andere virtual reality-technologie (VR) zorgen voor schaalbaarheid.
Bijkomend voordeel van Product-as-a-Service is dat de producten of de machines langer meegaan, doordat actiever onderhoud plaatsvindt en producenten er financieel baat bij hebben om het recyclen mogelijk te maken. Op dit manier kan deze Product-as-a-Service model de circulaire economie bevorderen.
Andere verdienmodellen vragen om andere financieringsvormen
Een ander verdienmodel betekent ook een andere manier van financiering. Voor banken is het over het algemeen lastig om dergelijke nieuwe verdienmodellen te financieren. Zo komt bij een ‘PaaS-bedrijf’ de opbrengst geleidelijk binnen, terwijl de financiering vooraf moet plaatsvinden. Bovendien is de vermogenspositie van een PaaS-bedrijf afwijkend van een bedrijf wat al jaren een lineair verdienmodel heeft, omdat producten in eigendom en dus op de balans blijven.
Daarnaast kijken banken veelal naar bewezen succes uit het verleden om voor de toekomst betere prognoses te maken. Een startup, zeker als deze een alternatief verdienmodel heeft, is hierdoor vaak lastiger te financieren.
Financiering voor In Ovo
Toch is de financiering met de startup In Ovo gelukt. Dat kwam doordat goed gekeken is naar de kwaliteit van het management en naar de contracten die met broederijen waren afgesloten. Verder is veel tijd gestoken in het goed begrijpen van het verdienmodel, de techniek en de specifiek op te lossen problematiek; in het geval van In Ovo het voorkomen van doden van haantjes.
Met behulp van de PaaS-expert van ABN AMRO is uiteindelijk middels ‘vendor lease’ de financiering tot stand gekomen. Het komende jaar breidt In Ovo het team stevig uit en wordt het bedrijf internationaal actief, onder andere bij het omzetten van de volledige Zwitserse pluimveesector naar leghennen zonder broederhaantjes.
Bron: ABN AMRO