Er is weer een exceptionele zomer voorbij. De tweede snee is hierdoor “wederom” te droog ingekuild en dus broeigevoelig, aldus Eurofins Agro. Gelukkig hebben we ervaring met dit soort kuilen, want we weten allemaal hoe we met deze kuilen om moeten gaan. Toch?
Om extra ondersteuning te bieden heeft Kanters Dairy Solutions in 2016 een praktijkonderzoek, in samenwerking met HAS Den Bosch, uitgevoerd. Tijdens deze proef is onderzocht of het toepassen van een broeiremmer in de herfst nuttig is en welk effect een broeiremmer heeft op de productieresultaten.
Opzet praktijkonderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd op een melkveehouderijbedrijf met twee productiegroepen welke ad-random ingedeeld werden. Hierdoor waren de groepen vrijwel identiek. Daarnaast werden de dieren gemolken met twee melkrobots, waardoor we ook de mogelijkheid hadden om de dieren individueel te volgen.
De looptijd van de test was drie maanden (1 oktober tot 31 december 2016). Gedurende deze periode is het rantsoen van de testgroep behandeld met Nutripreserve Basic. Het rantsoen van de controlegroep is onbehandeld gebleven.
Tijdens de testperiode hebben we wekelijks de temperatuur van de gras- en maïskuilen gemeten vlak voor het uitkuilen. Deze metingen werden verricht op acht plaatsen om “eventuele” HOTSPOTS te signaleren en om een goed ijkpunt, aangaande de broei-gevoeligheid, vast te stellen (zie kader).
Om het effect op de technische resultaten te onderzoeken is de rantsoentemperatuur geregistreerd, de voeropname gemonitord en zijn de productieresultaten verzameld. Daarnaast zijn dieren die niet de hele looptijd in productie waren uitgesloten van de proef. De productieresultaten van deze koeien (die na 1 oktober afkalfden of vóór 1 januari drooggezet werden) zijn niet meegenomen in de data-analyse.
Resultaten praktijkonderzoek
Bij aanvang van het onderzoek waren de gras- en maïskuil te warm. Gedurende de onderzoeksperiode werden de kuilen wel iets kouder maar de afkoeling was niet voldoende om te spreken over stabiele kuilen. Uit deze data konden we dus concluderen dat we werkten met broeigevoelige kuilen.
Kijkend naar de rantsoentemperatuur en de voeropname van de proefgroep zagen we een positief verschil ten opzichte van de controlegroep. Dit heeft zich uiteindelijk geuit in een hogere melkgift van 1,06 kg per koe per dag (vet en eiwit gecorrigeerd).
Als we kijken naar de opbrengsten is de rekensom vrij simpel. De Nutripreservekosten zijn zo’n €0,11- per koe/per dag, terwijl de constantere melkproductie €0,35- per koe/per dag oplevert. Deze opbrengsten staan natuurlijk nog los van de positieve invloed die de behandeling met Nutripreserve heeft op de gezondheid van uw koeien. Reken uit uw winst!
Concluderend kunnen we stellen dat het behandelen van uw rantsoen met Nutripreserve ervoor zorgt dat de rantsoentemperatuur beheersbaar blijft, waardoor uw dieren goed blijven vreten en dus beter aan de melk blijven.
Tot slot
Terugkijkend op de bewering van Eurofins Agro dat ‘veel kuilen wederom broeigevoelig zijn’, kunnen we concluderen dat we deze herfst op veel plaatsen broei gaan meemaken.
Hoe kan Kanters u helpen bij uw strijd tegen broei?
Nutripreserve® is verkrijgbaar in twee varianten:
- Nutripreserve® basic remt de bacterie-, gisten- en schimmelgroei in het voermengsel. Dit resulteert in fris, koud en smakelijk voer. Daarbij bevordert het de voederwaarde door behoud van Nutriënten.
- Nutripreserve® Tasty behoudt niet enkel uw voederwaarde, maar voorziet uw melkveerantsoen ook van extra suikers. De suikers zorgen voor een hogere energiewaarde en ook voor meer ‘Plak’ in het rantsoen. Dit resulteert uiteindelijk in minder selectie aan het voerhek en een efficiëntere vertering.
Met deze producten helpt Kanters u onder andere met alle uitdagingen die broei met zich mee brengt. Voor meer informatie of persoonlijk contact klikt u hier.