Eén van de zeven GLB-pilots wordt uitgevoerd door het collectief Noordwest Overijssel. Met de pilot ‘De kievit als boegbeeld voor vergroening van de melkveehouderij’ dragen zij niet alleen hun steentje bij aan het verbeteren van het leefgebied van de kievit, maar ook aan het realiseren van de landelijke biodiversiteits- en klimaatdoelen. Projectleider Esther Graaskamp neemt ons mee tijdens haar reis door de pilot.
Werkgroep
In het afgelopen jaar heeft het collectief Noordwest Overijssel niet stilgezeten. Van maart 2019 tot aan nu is er veel gebeurd. “Wat binnen onze pilot belangrijk is geweest, is dat we een werkgroep in het leven hebben geroepen”, aldus Esther Graaskamp, “In deze werkgroep zit een breed scala aan mensen. Zo zijn er verschillende boeren die kritisch met ons mee kijken, maar onder andere ook een docent van de Hogeschool Aeres, een echte kievitkenner en de weidevogelman van de provincie die allemaal vanuit een ander oogpunt naar deze pilot kunnen kijken.”
Vergroening melkveehouderij
In eerste instantie was er een hele lange lijst met allerlei verschillende maatregelen. In samenspraak met de werkgroep is deze lijst teruggebracht tot vijf pakketten. Bij het vormgeven hiervan speelden meerdere vragen een prominente rol, zoals: ‘wat is goed en haalbaar voor de kievit?’, ‘wat is goed inpasbaar binnen de bedrijfsvoering? ‘ en ‘is dit op grote schaal uit te voeren? ‘. Door de antwoorden op deze vragen samen te voegen zijn er vijf verschillende pakketten ontstaan.
- Pakket A (basis): 2% rand
- Pakket B (rand): 6% rand
- Pakket C (stalmest): 2% rand, 10% ruige stalmest
- Pakket D (water): 2% rand, 1% drassig
- Pakket E (combinatie): 2% rand, 5% ruige mest, 0,5% drassig
Bij de pakketten wordt er gekeken naar het totale aantal hectares wat de boer in het pilotgebied heeft liggen. Heeft een boer bijvoorbeeld 20 ha land liggen in een gebied en kiest hij voor pakket A? Dan realiseert hij (20 x 0,02) 0,4 hectare rand op een locatie naar keuze.
Rand langs het land
Wat houden de pakketten precies in? Met het begrip ‘rand’ wordt een rand langs het land bedoeld die door de boeren volledig met rust wordt gelaten. Ze mogen dit stuk land niet injecteren, beweiden of anderzijds bewerken en is drie tot negen meter breed. Het is maar net welke breedte voor de boer het meest praktisch is. Zowel het eerste als het tweede pakket zijn relatief weinig gekozen. Het eerste pakket heeft een lagere vergoeding. Veel boeren vinden 6% rand een te groot oppervlak.
Drassig en ruige mest
Het derde pakket is voor de boeren, naar eigen zeggen, makkelijker te realiseren en is daarom ook het meest gekozen (ongeveer 50%). Veel boeren hebben al ruige mest tot hun beschikking en rijden dit toch al uit. Regelmatig gebeurt dit op bouwland, maar omdat dit voor de kievit geen meerwaarde heeft, testen ze het nu uit op grasland. Het vierde pakket is een drassig pakket. Ideaal voor de boeren die een deel van een perceel moeilijk droog kunnen krijgen. Het gaat bij dit pakket niet om een heel groot oppervlak ( 1,0 % per hectare), maar het is wel het meest ingrijpend. In eerste instantie werd dit pakket dan ook niet veel gekozen, maar vanwege het natte voorjaar zijn er een aantal deelnemers overgestapt. Hetzelfde geldt voor het laatste pakket, waarbij drassig en ruige mest gecombineerd worden.
Pilot voor boeren
Het eerste jaar in vogelvlucht Vorig jaar heeft het collectief Noordwest Overijssel, samen met de werkgroep, de verschillende maatregelen ontwikkeld. Deze maatregelen worden dit jaar in de praktijk getest. Binnen de verschillende gebieden (Kallenkote, Mastenbroek, Tolhuislanden en Wijthmen) hebben alle boeren vorig jaar een brief ontvangen met informatie over de pilot en een folder erbij. Vervolgens is er in december in elk gebied een startbijeenkomst gehouden, waarin extra informatie werd gegeven. De boeren kregen aan de hand van voorbeelden een idee hoe ze de pilot binnen hun bedrijf vorm konden geven. Als aanvulling op de startbijeenkomsten zijn er bij verschillende boeren keukentafelgesprekken geweest, waar de boeren extra informatie kregen. Naar aanleiding van deze manier van werving hebben zich 50 enthousiaste boeren aangemeld. Een mooi resultaat waar collectief Noordwest Overijssel niet van had durven dromen. Esther Graaskamp: “Toen we begonnen met het werven van de deelnemers was de stikstofproblematiek prominent in het nieuws. Daardoor waren we bang dat veel mensen geen zin hadden om dit erbij te gaan doen. We hadden van tevoren gehoopt op zo’n dertig deelnemers, maar daar zijn we ruimschoots overheen gegaan!”
Broedgebieden
Klaar voor de start.. Toen de vogels dit jaar terugkwamen naar hun broedgebieden zijn de deelnemers van start gegaan. Een verplicht onderdeel van deze pilot was het volgen van een workshop over kievitbeheer, die eind februari plaatsvond. Hierbij kregen de deelnemers informatie over de kievit en zijn de maatregelen op kaart ingetekend. Hierna verklaarde collectief Noordwest Overijssel het veldseizoen voor geopend. Hoe ziet de komende tijd er uit? In principe lopen alle pakketten tot 15 juni. Alleen de drassige maatregelen lopen tot en met 15 mei, omdat het wel weer even duurt voordat deze percelen volledig zijn opgedroogd. Daarna kunnen alle resultaten worden verzameld. Graaskamp: “Binnenkort gaan we met drones controleren of het is gelukt om op basis van alleen advies de boeren vrij te laten in de locatiekeuze van de randen of dat hier in het vervolg nog sturing nodig is.”
Weidevogelseizoen
Als het weidevogelseizoen straks voorbij is, wordt er, net als bij de start van het veldseizoen, een enquête verspreid onder de deelnemers. Graaskamp: “We vinden het belangrijk om te weten hoe de boeren deze pilot hebben ervaren, of de pakketten reëel waren en of het goed inpasbaar was binnen de bedrijfsvoering.” Aan het eind van het jaar worden alle bevindingen samengevoegd. Op basis van deze resultaten kan er een advies worden gegeven aan het LNV, de opdrachtgever van deze pilot. “Hierbij wordt er zowel vanuit het perspectief van de kievit als het perspectief van de boer gekeken. Dus daar zijn we nog wel even zoet mee”, aldus Graaskamp.