Zowel de vraag naar melkveehouderijen als het aanbod hiervan is beperkt, meldt de NVM. Verkoopaantallen dalen licht, terwijl de verkoopprijzen stabiliseren. Ondanks het afschaffen van de melkquota en de daarmee gepaard gaande verhoging van de melkproductie, blijven de verkoopprijzen redelijk op peil.
De melkprijzen hebben wel een dalende trend laten zien. Van circa €0,40 vorig jaar naar €0,30 momenteel. “Naast het afschaffen van de melkquota speelt voor deze sector ook de volgend jaar geldende aanpassing van de Melkveewet”, aldus de A&LV-voorzitter. “Alleen extensieve bedrijven met veel grond in eigendom of pacht kunnen nog ‘grondloos’ groeien. Voor alle andere melkveehouderijen geldt dat zij extra grond moeten aankopen om te kunnen voldoen aan de nieuwe normen voor mestverwerking. De grote vraag naar goede percelen en het geringe aanbod leiden tot stijgende grondprijzen. Vraag en aanbod zijn niet in balans. Bij gebrek aan alleen agrarische grond, wordt de bebouwing soms op de koop toegenomen.”
In de praktijk zal het er volgens Klijsen op neerkomen dat de grote, modern geoutilleerde bedrijven met opvolging de kleinere bedrijven (tot 25 hectare) met een onzekere toekomstverwachting opkopen om daarmee aan de nieuwe normen te voldoen. Bedrijfsverplaatsingen zijn minder aan de orde. Dat heeft mede te maken met fosfaatreferenties.”
Herstel markt voor landelijk wonen blijft achter bij gehele woningmarkt
Het herstel van de algemene woningmarkt in Nederland doet zich in mindere mate voor op de markt voor landelijk wonen, merkt de NVM. Waar er in de laatste paar maanden van 2014 een opleving leek te zijn, is er afgelopen halfjaar weer sprake geweest van een stagnatie. In het 1ste halfjaar zijn er door NVM-makelaars in Nederland 783 woonboerderijen verkocht. Dit zijn er meer dan het 1ste halfjaar van 2014 (668 transacties), maar minder dan het tweede halfjaar van vorig jaar (888 transacties). Vooral de vraag naar woonboerderijen boven de 400.000 euro blijft achter. Het aantal transacties lag voor deze groep bijna 12% lager in vergelijking met het tweede halfjaar van 2014. Voor woonboerderijen onder de 400.000 euro was de afname 2%.
De prijzen laten daarbij nog steeds een daling zien. Het afgelopen halfjaar bedroeg de gemiddelde transactieprijs 376.000 euro, terwijl dit in 2014 nog 382.000 euro was. “Ook de oplopende looptijden wijzen erop dat van een echte opleving nog geen sprake is”, weet A&LV-voorzitter Klijsen. “Een gemiddeld verkochte woonboerderij staat op dit moment 9 à 10 maanden met een verkoopbord in de tuin. Wel is de ontwikkeling regio-afhankelijk. In het noorden bijvoorbeeld blijven vraag en verkoopprijs achter ten opzichte van midden Nederland. Dat de rente nog steeds op een laag niveau staat, heeft een positief effect op de vraag naar woonboerderijen. Helaas blijft de financiering een moeizaam traject, vooral als er nog een agrarische bestemming op de woonboerderij rust. Na herbestemming tot wonen, verloopt de financiering iets soepeler.”
Met name de goed onderhouden woonboerderijen tot 400.000 euro liggen redelijk in de markt. Boerderijen met achterstallig onderhoud en een mogelijke kans op vervuiling (asbest) zijn moeilijker te verkopen. Enerzijds omdat de bank zich terughoudend opstelt bij de financiering, anderzijds vanwege de hoge kosten die potentiële kopers kwijt zijn aan renovatie en onderhoud van dergelijke panden.
Alleen grote, moderne intensieve veehouderijbedrijven hebben toekomst
Het aanscherpen van wet- en regelgeving ten aanzien van dierenwelzijn en het milieu, in combinatie met de publieke opinie dat alles waar ‘mega’ voor staat verdacht is, bedreigen volgens Klijsen het voortbestaan van de intensieve veehouderij. “Alleen moderne, kapitaalkrachtige bedrijven zijn in staat om de benodigde investeringen te doen, de kleinere bedrijven worden min of meer gedwongen om de bedrijfsvoering te staken. Voor de vrijkomende grond wordt in de regel snel een koper gevonden, de bedrijfsgebouwen blijven leeg en raken in verval.”
Ook de pluimveesector laat weinig tot geen mobiliteit zien. Dit jaar zijn er tot nu toe nog maar 4 pluimveebedrijven verkocht door NVM-makelaars, met verkooptijden die oplopen tot drieënhalf jaar. Alleen bedrijven met grote vergunningen staan in de belangstelling, maar die zijn dun gezaaid. Het rendement van legkippen is beneden peil door de lage eierprijs. De vleeskuikenbedrijven staan er iets beter voor.
Ook voor varkenshouderijen geldt dat vooral de grote, moderne bedrijven toekomstperspectief hebben. Deze bedrijven (slechts 5 à 10% binnen de sector) zijn in staat om grond bij te kopen of kopen kleinere bedrijven op tegen executiewaarde. De verkoopprijs lag afgelopen halfjaar dan ook duidelijk lager dan vorig jaar, hoewel de vraagprijzen stabiliseerden. Ook het aantal transacties bleef gelijk. Klijsen: “Het overgrote deel echter houdt het hoofd nauwelijks boven water. Jonge, startende ondernemers kloppen tevergeefs bij de bank aan. Hoge investeringen, in relatie tot lage opbrengsten en een toekomstig verbod op asbestdaken maken financiering zo goed als onmogelijk.”
Meer informatie
NVM
Fakkelstede 1
3431 HZ Nieuwegein
T.: +31 (0)30 6034003
E.: info@nvm.nl
W.: www.nvm.nl