In de afgelopen maanden is het saldo van een gestandaardiseerd melkveebedrijf (55,5 ha; 101 melkkoeien) voortdurend verbeterd tot bijna 18.000 euro per bedrijf, tegenover minder dan 10.000 euro in juli vorig jaar. Deze ontwikkeling is vooral te danken aan de stijgende melkprijs. Begin dit jaar lag de prijs op ongeveer 4 euro per 100 liter melk boven die van een jaar eerder. Medio dit jaar is het verschil opgelopen tot circa 11 euro.
De prijsontwikkeling hangt onder meer samen met de Europese melkaanvoer. Over de eerste vier maanden van 2017 was de melkaanvoer in de EU 1,5% lager dan een jaar eerder. Voor de komende maanden wordt uitgekeken naar het besluit over de invoering van het fosfaatrechtenstelsel en de verkrijging van de derogatie van de nitraatrichtlijn in de periode 2018-2021.
Prijs bouwland lager, grasland hoger
Er is sprake van een stabilisering van de agrarische grondprijs. In de eerste helft van 2017 is de gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland uitgekomen op 57.800 euro per ha, vrijwel gelijk aan de prijs over heel 2016 (57.900 euro per ha). In de periode 2012-2016 ging de grondprijs jaarlijks met gemiddeld 5% omhoog.
Achter het stabiele gemiddelde gaan veranderingen schuil in prijs per type grondgebruik en landsdeel. Zo is grasland in de eerste helft van 2017 in prijs gestegen ten opzichte van de tweede helft van 2016. De vraag naar grasland is aanwezig, echter de bereidheid om te verkopen is beperkt. Dit komt mede door onzekerheid rondom de introductie van het fosfaatrechtenstelsel. De prijs van bouwland is in de eerste helft van 2017 uitgekomen op 62.000 euro per ha, bijna 6% onder de gemiddelde prijs over heel 2016 (65.700 euro per ha). De daling is mede bepaald door relatief veel waarnemingen in gebieden met lagere bouwlandprijzen. Tevens komt kavelruil in het noorden van Nederland veelvuldig voor. De prijzen hiervan worden niet door het Kadaster geregistreerd.
Grondmobiliteit
In de eerste helft van 2017 is in totaal 18.000 ha landbouwgrond op de vrije markt verhandeld. Dat is iets meer dan in de eerste helft van 2016, toen 17.400 ha landbouwgrond van eigenaar verwisselde. De relatieve grondmobiliteit – het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – lag in de eerste helft van dit jaar op 1%. NVM A&LV-makelaars geven echter aan dat de mobiliteit onder druk staat. Aan de ene kant hebben potentiële verkopers een afwachtende houding.
De lage rentevergoeding en de vermogensrendementsheffing maken verkoop van grond minder aantrekkelijk. Liberale verpachting is een goed alternatief. Aan de andere kant zijn melkveehouders wat voorzichtiger om grond te kopen. Dat is ingegeven door de onduidelijkheden rond de mestwetgeving (fosfaatrechten, derogatie). Daar komt bij dat de banken terughoudender zijn geworden met grondfinanciering. De laatste tijd wordt echter vaker gebruik gemaakt van erfpacht, waarbij grond wordt verkocht aan erfpachtgever als financieringsmiddel.
Melkveehouderij
Het aantal te koop aangeboden melkveebedrijven is weer onder de 100 gezakt. De te koop staande melkveebedrijven zijn gemiddeld 30 ha groot. Deze omvang is kleiner dan de omvang van een landelijk gemiddeld melkveebedrijf dat 50 ha bedraagt. Het aantal verkochte melkveebedrijven is in 2015 en 2016 afgenomen, maar halverwege dit jaar is het aantal verkopen al gelijk aan dat over heel 2016. Dit kan mede worden verklaard uit het feit dat de melkprijs aanzienlijk is verbeterd in het eerste halfjaar van 2017.
Er worden ook al de eerste afspraken gemaakt voor aan- en verkoop van fosfaatrechten waarbij wordt voorgesorteerd op het stelsel dat naar verwachting per 1 janauri 2018 in werking treedt. Een aantal melkveebedrijven is ook verkocht buiten de sector (bijvoorbeeld aan boomkwekers). De gebouwen brengen hierbij relatief weinig op. De landbouwgronden en de afspraken die gemaakt worden over de waarde van fosfaatrechten compenseren dit.
Woonboerderijen
In het eerste halfjaar van 2017 zijn 24% meer woonboerderijen verkocht dan in dezelfde periode een jaar eerder. Er vonden 1.275 woonboerderijen een nieuwe eigenaar. Daar waar op de ‘reguliere’ woningmarkt het groeitempo eruit lijkt te zijn, is de doorstroming naar de woonboerderijen juist goed op gang. Potentiële woonboerderijkopers hebben dan ook nog iets om uit te kiezen. Halverwege 2017 stonden er nog altijd 3.300 woonboerderijen te koop, een daling van 12% in een half jaar tijd. De meesten daarvan (ongeveer 20%) stonden te koop in de provincie Gelderland. De prijs van de gemiddeld verkochte woonboerderij in Nederland ligt met 433.000 euro zo’n 30.000 euro hoger dan een jaar eerder.
De vraagprijs van de woonboerderijen die nog te koop staan ligt nog wel flink hoger op een niveau van 475.000 euro. In de provincie Utrecht bedraagt de vraagprijs gemiddeld net iets onder de 1 miljoen euro. De verkooptijd is met 7 maanden ruim een halve maand gedaald in vergelijking met een jaar eerder. Gemiddeld wordt 5% toegegeven op de laatste vraagprijs. Woonboerderijen in de buurt van stedelijk gebied kennen in zijn algemeenheid een hogere prijs per vierkante meter dan een woonboerderij op het platteland.