Bij bedrijfsoverdracht worden de gegevens van de grond voor de wet fosfaatrechten niet overgenomen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit blijkt in de praktijk. “NAJK vindt dit zeer zorgelijk, omdat de gevolgen voor melkveehouders en in het speciaal voor jonge melkveehouders, groot kunnen zijn. Een niet-grondgebonden bedrijf krijgt te maken met een generieke afroming bij de toekenning van fosfaatrechten in 2018. Wanneer de gegevens van grond niet worden overgenomen door RVO bij bedrijfsoverdracht, ontstaat een onterechte situatie,” aldus Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.
Bij een bedrijfsoverdracht na 2 juli 2015 en voor 1 januari 2018 neemt de nieuwe eigenaar ook fosfaatrechten over van het bedrijf. Hiervoor wordt de referentie, het aantal dieren op 2 juli 2015, overgezet naar het nieuwe bedrijf. Een bedrijf dat per 1 januari 2018 fosfaatrechten krijgt toegekend, wordt beoordeeld op de mate van grondgebondenheid in 2015. Hierbij wordt gekeken naar de fosfaatproductie van het bedrijf in 2015 en de fosfaatruimte in 2015. Van der Hoog: “Wanneer de gegevens van grond niet worden overgenomen is het onmogelijk om als grondgebonden te worden aangemerkt.”
Voorbeeld uit de praktijk
Bij NAJK zijn verschillende situaties bekend waaruit blijkt dat RVO onterecht een bedrijf aanmerkt als niet-grondgebonden. Een van die situaties is een maatschap tussen vader, moeder en bedrijfsopvolger die in 2015 grondgebonden was. Bij overname wordt het bedrijf omgezet in een eenmanszaak. Bij de overname door de jonge ondernemer is een nieuw KvK-nummer aangevraagd. De eenmanszaak krijgt alle fosfaatrechten toegekend maar de grondgegevens worden niet overgenomen door RVO. Hierdoor oordeelt RVO dat het bedrijf in 2015 nog niet bestond en daarom ook niet-grondgebonden was in 2015.
Kromme situatie vraagt om praktische oplossing
“Deze kromme situatie vraagt om een praktische oplossing. RVO en het Ministerie van Economische Zaken moeten dit zo snel mogelijk oplossen. Als de grond in de praktijk onder het bedrijf blijft, dan moeten ook deze gegevens overgenomen worden,” aldus Van der Hoog. “We moeten uitgaan van de juiste getallen. Zoals het nu is wordt het aantal bezwaren in de hand gewerkt terwijl dit niet nodig is.”