Romijn wil er geen enkele misverstand over laten bestaan: de rundveehouderij moet zich aan de gemaakte milieuafspraken houden. Om met de totale fosfaatproductie weer op het overeengekomen niveau uit te komen, zal de sector een tandje terug moeten.
Dit zei voorzitter Kees Romijn van de LTO-vakgroep Melkveehouderij in het televisieprogramma EenVandaag. Aanleiding voor het gesprek was een discussie over een sectorbreed toekomstplan voor de melkveehouderij. Romijn vindt de Duurzame Zuivelketen een platform bij uitstek om die discussie te voeren.
Tweede Kamer
In de uitzending ging hij ook in op het nieuwe stelsel van fosfaatrechten dat in de maak is en waarover binnenkort in de Tweede Kamer zal worden gediscussieerd. In de aanloop naar en na de afschaffing van de EU-melkquotering is de melkproductie in ons land met 15 tot 20 procent toegenomen.
Nederland heeft met de Europese Unie een overeenkomst afgesloten over de totale fosfaatproductie, dus dat van alle veehouderijsectoren bij elkaar opgeteld. In LTO-verband zijn vervolgens sector-gebonden plafonds afgesproken: voor de melkveehouderij komt dit neer op een fosfaatproductie van maximaal 84,9 miljoen kg per jaar. ,,Daar is de sector overheen geschoten. Dus moeten we terug”, aldus Romijn
Vijf procent minder koeien
,,En dat moet deze winter gaan gebeuren”, aldus de voorzitter, die inschat dat het aantal melkkoeien met rond vijf procent moet krimpen. Op zijn eigen bedrijf in Langeweg (ZH) is de veestapel ook gegroeid. ,,Ook ik zal een aantal melkkoeien weg moeten doen.”
De stemming op de wereldmarkt voor zuivelproducten is intussen nog steeds slecht. De opvatting dat een forse vermindering van de melkproductie in Nederland direct leidt tot herstel van de melkprijs is een illusie, benadrukt Romijn: ,,Als in Nederland tien of twintig procent minder melk wordt geproduceerd, betekent dat nog niet dat de melkprijs omhoog gaat.”
Bron: LTO Nederland