In 2017 stegen de prijzen en de volumes binnen de landbouwsector en daardoor nam het inkomen van de agrariërs toe. Echter laat 2018 een ander beeld zien. Dit jaar gaan de prijzen weer dalen. De melkprijzen nemen af en ook in de pluimveesector gaan de prijzen dalen. Daarnaast zorgen de wetgevingen voor druk op de voluems. De visserij gaat te maken krijgen met het pulsvisverbod en de milieuwwetgeving zorgt voor een extra uitdaging bij de veehouderij. Daarnaast bieden de hogere importtarieven vanuit China nieuwe kansen voor de Europese varkenshouderijen.
2017 bleek een goed jaar
In 2017 steeg het gemiddelde inkomen van de landbouwbedrijven en daarnaast nam ook de productieomvang toe. Echter zijn er ook grote verschillen tussen de bedrijven. Het inkomen van de gemiddelde melkveehouder nam door de behoorlijk hogere melkprijs toe met 50.000 tot 68.000 euro. Bij de varkenshouders stegen de inkomens ook door hogere prijzen op de markt. Echter viel het inkomen van de akkerbouwer weer tegen. Met name de lagere prijzen voor aardappelen en suikerbieten waren daar een oorzaak van. In de liquiditeitsbarometer van ABN AMRO komt dit ook terug: Ondanks de gedaalde kosten blijft de financiële buffer van de akkerbouwers aan de zwakke kant doordat de opbrengsten achterbleven.
De agenda van de landbouwsector wordt bepaald door de Europese regelgeving, door de geopolitiek, door prijsfluctaties en in steeds meer gevallen consumentenvoorkeuren. Binnen de visserij is dit goed terug te zien. Aan de ene kant staat deze sector onder druk door de veranderende Europese regelgeving (onder andere op gebied van het pulsvissen) terwijl het aan de andere kant profiteert van de veranderende consumentenvraag. Een vraag waarbij de vraag naar vis stijgt en die naar vlees afneemt.
Brexit
Ondanks dat de Brexit nog steeds onzekerheden met zich meebrengt, heeft de recente transitiedeal tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk voor relatieve rust gezorgd. De Nederlandse landbouw is voor een belangrijk deel afhankelijk van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Bijna 9% van de totale uitvoer van landbouwproducten heeft het VK als bestemming. De vleessector exporteert in percentages het meest naar het Verenigd Koninkrijk. De transitiedeal zorgde voor een sterkere pond en dat is gunstig voor de exportpositie van de Nederlandse boeren. Een sterkere pond betekent namelijk goedkopere producten uit de EU.
ABN AMRO verwacht dat het pond in 2018 en 2019 langzaam aan kracht zal gaan winnen en daardoor zal gaan stijgen. En als de extra douaneformaliteiten of keuringen uitblijven kan de export naar dit land verder toenemen. Dat kan de sector wel gebruiken, want 2018 zal door de lagere prijzen een minder goed jaar worden voor de agrarische ondernemers. De varkensprijzen staan onder druk en ook de zuivelprijzen dalen dit jaar. Daarnaast komen de akkerbouwprijzen door hoge productie lager te liggen. Niet alleen staan de prijzen onder druk, ook de productie gaat het moeilijk krijgen door de toenemende milieuwetgeving.
Agrarisch Nederland voortrekker op technologisch gebied
Big data, precisielandbouw, blockchain, robotisering, artificial intelligence en drones. Technologische vernieuwingen zijn al heel lang een onderdeel van de ontwikkelingen binnen de landbouwsector. Innovatieve oplossingen helpen de boeren aan een betere en efficiëntere bedrijfsvoering, maar de sector kan nog meer gaan doen. Zoals bijvoorbeeld het omarmen van blockchaintechniek.
Blockchain: Transparantie in de keten
Consumenten zijn geïnteresseerd in de herkomst van hun eten. Hoe duurzaam is het voedsel geproduceerd? Hoe zit het met het dierenwelzijn? Zijn de boeren die het product hebben geteeld goed betaald voor hun werkzaamheden? Zijn er gewasbeschermingsmiddelen gebruikt? En wat is de CO2-voetafdruk van dit product? Door middel van blockchaintechnologie kan de consument gemakkelijker toegang krijgen tot deze informatie. Momenteel is er een informatie-asymmetrie als het om voeding gaat. In veel gevallen zijn de voedselketens lang en complex geworden en dat zorgt voor een gebrek aan transparantie. Blockchain kan hier verandering in brengen. Daarnaast kan blockchain ook voor een betere voedselveiligheid zorgen. Bij een besmetting kan makkelijk teruggevonden worden waar de producten vandaan komen en hoe ze indien mogelijk teruggehaald kunnen worden. Hierdoor wordt er minder voedsel verspild. Een voorwaarde voor het succes van blockchain is de schaalbaarheid van de technologie en de bereidheid van partijen om mee te werken. Dit zijn twee problemen waar nog een oplossing voor moet komen.
Wie leidt het thema Duurzaamheid?
Duurzaamheid is een thema dat steeds vaker door andere ketenpartijen dan de boeren wordt opgepakt. Zo willen supermarkten dat hun telers en veehouderijen gecertificeerd zijn. Niet alleen geldt dit voor AGF, ook voor zuivel wordt dit nu gevraagd. Zo wil Jumbo over vier jaar alleen nog maar weidemelk in zijn schappen hebben staan. Maar het gaat verder; zo verwacht Jumbo dat de leveranciers alleen nog veevoer uit Europa gaan gebruiken om zo de CO2-voetafdruk van het product te verminderen. Met deze voorbeelden wordt duidelijk dat het voortouw in verduurzaming door de supermarktketen genomen wordt.
Niet alleen retailers proberen de leiding te nemen. Ook andere grotere bedrijven in de keten, zoals toeleveranciers, richten zich steeds vaker op duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en stellen daarbij eisen aan de agrarische ondernemer. Voor de ondernemer is het steeds meer een uitdaging om zijn eigen koers te kunnen blijven varen.
Sectorbreed probleem: Vergrijzing
De agrarische sector heeft van alle sectoren in Nederland de hoogst gemiddelde arbeidsleeftijd en is daarmee een vergrijsde sector. Uit cijfers van het CBS blijkt dat oudere boeren vaak kleinere bedrijven runnen. Dit is ook een reden voor de lagere opbrengsten. De relatief hoge leeftijd van bedrijfshoofden en de lage instroom van jongeren vormt in de komende jaren een uitdaging voor de branche. Zeker gezien het feit dat technologische ontwikkelingen steeds sneller gaan en het voor de agrarische sector belangrijk blijft om hierin voorop te lopen.
Prognose van de agrarische sector
Verwachtingen ABN AMRO in %
2017 | 2018 | 2019 | |
totaal landbouw | 0,5 | 0 | 0 |
akkerbouw | 10 | -2 | 0 |
groente en fruit | 1 | 1 | 1 |
rundvee | 3 | 0 | 0 |
varkens | -4 | 0 | 0 |
pluimvee | -5 | -2 | 0 |
eieren | -8 | 5 | 3 |
melkvee | 0 | -2 | -2 |
planten en bloemen | 0 | 2 | 1 |
Bron: ABN AMRO
Melkveehouderijsector
De melkveehouderij heeft op zijn zachtst gezegd een turbulente periode achter de rug. En deze onrust is nog niet voorbij. Voor veel boeren was de invoering van fosfaatrechten en het verkrijgen van derogatie een belangrijk punt van onzekerheid. Derogatie is aan Nederland verleend omdat Nederlandse boeren efficiënter omgaan met mineralen. Maar door onder andere de mestfraude ontstond er onzekerheid of de derogatie verleend ging worden aan de ondernemers. Vorige week werd bekend dat de Europese Commissie met een voorstel komt voor het verlenen van derogatie onder bijna dezelfde voorwaarden voor slechts de periode 2018/2019. Deze week wordter over dit voorstel gestemd in het Nitraatcomité van de Europese Unie. Voor melkveehouders is derogatie belangrijk. Met lagere gebruiksnormen zullen de kosten voor mestafvoer anders flink gaan stijgen. En dat terwijl de prijs van melk de eerste helft van dit jaar dalende is.
In 2017 steeg de wereldwijde prijs van melk met circa 40%. Vooral in de eerste maanden van 2017 nam de prijs flink toe. Eind 2017 stabiliseerde de prijs en dit jaar daalt de melkprijs. Door de hogere prijs is het aantrekkelijk om meer melk te produceren, dus groeit het aanbod van melk in 2018. In Europa is dat effect nu duidelijk zichtbaar. Dat zet weer druk op de prijs. Met een lagere prijs in het vooruitzicht staan ondernemers in deze sector voor een aantal vragen. Moeten men gaan investeren in fosfaatrechten om meer te produceren? En wat verdient men hier aan op korte en lange termijn?
Hoewel de kaspositie gemiddeld positief is gebleven, er in 2017 gemiddeld 75.000 euro meer ontvangen is aan melkgeld door boeren, is de buffer om mogelijke tegenvallers op te vangen nog steeds minimaal. Dat houdt in dat 2018/2019 een uitdagende periode gaat worden voor veel melkveehouders. Investeringen uit de kasstroom in fosfaatrechten en vervangingsinvesteringen moeten weloverwogen worden gemaakt. Een goede liquiditeitsplanning is daarom noodzakelijk.
Vleesveehouderij
Net als bij de melkveehouderij heeft het fosfaatreductieplan een enorme impact gehad op de (rund)vleesveehouderij. Veel runderen werden daardoor naar de slacht gebracht. Daardoor steeg het totale aantal slachtingen met 3%.
Ondanks de toename van rundvlees daalde de prijs niet. Dat komt voornamelijk doordat het aanbod kalveren relatief laag ligt. De huidige prijs duidt op een evenwicht in vraag en aanbod. En dat is gunstig, want de vraag naar vlees in Nederland en Europa staat al een poos onder druk. De laatste consumptiecijfers (2016) laten na zes jaar van daling een kleine stijging zien van de consumptie in vlees. Toch denkt ABN AMRO dat de trend waarin consumenten steeds vaker op zoek gaan naar minder dierlijke eiwitten nog niet op zijn einde is.
Dat is ook de reden dat boeren en handelaren hun pijlen steeds meer op landen buiten Europa richten. In 2017 steeg de uitvoerwaarde van rundvlees met 4% naar EUR 2,4 mrd. De exportgroei binnen Europa was 3%, maar naar Azië groeide de uitvoer van rundvlees met 30% en naar de Verenigde Staten verdubbelde die zelfs. Deze verdubbeling is onder meer te danken aan de verruiming van de exportmogelijkheden van kalfsvlees naar de VS.
Bron: ABN AMRO