De nieuwe NV-gebieden (met nutriënten verontreinigde gebieden) die het demissionaire kabinet recent heeft aangewezen, zorgen voor veel onrust onder veehouders. “De kaartjes waren voorheen onduidelijk; als je op de rand van het gebied zit, kon je niet zien of je er wel of niet in valt”, zegt Ap van der Bas, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies. “Inmiddels kun je via mijn RVO bij ‘Mijn Percelen’ de kaartlaag NV-gebieden aanklikken. Al moet je wel goed inzoomen. Je kunt nu wel zien of je wel of niet in een NV-gebied valt.”
Mijn bedrijf bevindt zich in één van de NV-gebieden: wat nu?
Boeren in NV-gebieden krijgen te maken met een versnelde afbouw van de derogatie. In 2024 mogen zij nog maar 210 kilo N uit dierlijke mest per hectare plaatsen en in 2025 190 kilo. In 2026 is de derogatie afgeschaft en geldt voor iedereen een maximum gebruik van stikstof uit dierlijke mest van 170 kilo N per hectare.
Tegelijkertijd wordt de totale stikstofgebruiksruimte in de NV-gebieden volgend jaar met 5 procent verlaagd en in 2025 met 15 procent, zodat de gebruiksruimte in totaal 20 procent lager wordt. “Dat wordt dus een hele uitdaging om dan nog gras met voldoende eiwit te kunnen telen”, meent Ap. “Op zandgronden zitten we nu al op 70 procent van de landbouwkundige norm. Tijdelijk grasland met grasklaver is dan een optie”, stelt hij. “De stikstof die je daar uitspaart, kun je dan inzetten op overig grasland zonder klaver.”
Meer mest op overvolle mestmarkt
“Versnelde afbouw van derogatie betekent bovendien dat die veehouders in veel gevallen meer mest moeten afzetten. En dat op een mestmarkt die al onder druk staat. ‘Mestafzet’ is een thema waar boeren nadrukkelijker mee aan de slag moeten,” stelt Ap. “Dit vereist in een vroeg stadium contact leggen met intermediairs, zodat je zeker weet dat je de overtollige mest ook echt kwijt kunt. In gebieden waar dat kan, is rechtstreekse afzet aan een akkerbouwer ideaal in combinatie met grondruil”, geeft hij aan.
Ook extra mestopslagruimte aanleggen is verstandig, zodat je de mest in het voorjaar kwijt kunt, wanneer de prijs het laagst is. De belangstelling hiervoor groeit. De subsidieregeling voor mestopslag is in het noorden al ruim overtekend, weet Ap. “Voldoende opslag betekent ook dat je je eigen drijfmest zo veel mogelijk in het voorjaar kunt aanwenden, om de hoogste benutting te realiseren.”
Hoe groot moet mijn mestopslag zijn?
U mag de mest van uw dieren niet het hele jaar gebruiken en uitrijden. Daarom moet u van augustus tot en met februari genoeg opslagruimte hebben voor de mestproductie van uw dieren. U berekent vooraf of uw mestopslag groot genoeg is voor deze 7 maanden.
Hoeveel mestopslag heb ik nodig? Bereken het hier.
Uiterst zorgvuldig bemesten
Met de aangescherpte normen in de NV-gebieden wordt het immers nog belangrijker om zorgvuldig om te gaan met bemesting. Dus de kunstmeststrooier secuur afstellen en bemesten op de juiste plaats, op het juiste moment en met de juiste meststof. Maar ook de bufferstroken mijden en zorgen voor geslaagde vanggewassen. “Want als we de doelen niet halen, worden de eisen alleen maar strenger.”
Derogatievoordeel wordt kleiner
Tegelijkertijd betekent het versneld afbouwen van de derogatie ook dat voor veehouders het derogatievoordeel kleiner wordt. Ap merkt nu al dat veehouders eerder geneigd zijn om geen derogatie meer aan te vragen en gras scheuren ten gunste van een groter areaal bouwland. Met meer mais in het rantsoen is het makkelijker om met een laag ureumgetal te melken en meer mais werkt tevens gunstig door in de BEX. “En scheelt dus mestafzetkosten”, legt hij uit. “Het is niet wat de overheid wenselijk acht, maar voor de individuele veehouder kan het best aanlokkelijk zijn.”
Grasland scheuren
Als dat veel gebeurt, bestaat de kans dat het areaal blijvend grasland meer dan 5 procent daalt ten opzichte van 2018, de grens die de overheid hanteert. Mogelijk komt er dan een herinzaaiplicht. Boeren zijn dan minder flexibel in hun grondgebruik. “Er zijn veehouders die hier nu al op anticiperen door juist extra grasland te scheuren, zodat het niet meer als blijvend grasland in de boeken staat. Maar landelijk gezien komt dat de milieudoelen natuurlijk niet ten goede”, benadrukt de adviseur.
Voor een individuele veehouder kan het bijvoorbeeld gunstig zijn om grasland te scheuren voor akkerbouwgewassen. “Echter, zeker bij oud grasland is het risico op stikstofverlies groot als het grasland niet zo vroeg mogelijk wordt gescheurd, zodat de stikstof tijd heeft om te mineraliseren.”
Bron: DLV Advies