Melkveehouders moeten hun veestapel de komende maanden niet meer laten groeien omdat zij anders de bijzondere uitzonderingspositie van Nederlandse boeren in Europa, de zogeheten derogatie, alsnog dreigen te verliezen. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Na een forse inkrimping eerder dit jaar is de veestapel de afgelopen maanden weer met circa 10.000 melkkoeien gegroeid. Daardoor wordt het moeilijker om aan het einde van het jaar te voldoen aan de Europese regels.
Nederland moet eind december weer onder het Europese fosfaatplafond komen om de derogatie te kunnen behouden. Op basis daarvan mogen Nederlandse boeren meer dierlijke mest uitrijden dan is toegestaan volgens de nitraatrichtlijn. Het verlies van deze uitzonderingspositie zou grote financiële gevolgen hebben voor de melkveehouderij. Hoewel Nederland op dit moment nog steeds op koers ligt om weer onder het Europese plafond te komen, baart de recente toename van het aantal koeien zorgen.
Uit nieuwe cijfers die minister Kamp naar de Tweede Kamer heeft gestuurd blijkt dat de fosfaatproductie in de melkveehouderij in de eerste negen maanden van dit jaar met 9,2 miljoen kilo is afgenomen. De daling van de uitstoot van fosfaat – als bestanddeel van mest – is het gevolg van het fosfaatreductieplan dat toenmalig staatssecretaris Van Dam vorig jaar samen met het zuivelbedrijfsleven, de diervoerderindustrie en de Rabobank heeft opgesteld. Doel van het fosfaatreductieplan is om dit jaar in totaal 8,2 miljoen kilo fosfaat te reduceren. Met de behaalde 9,2 miljoen kilo is dat streven binnen handbereik. Voorwaarde is dus wel dat de boeren dit resultaat de komende maanden vasthouden en de veestapel niet meer laten groeien.
Naast maatregelen om de veestapel te laten krimpen, staan in het fosfaatreductieplan onder andere afspraken om het fosforgehalte in veevoer te verlagen. Deze laatste maatregel heeft de afgelopen maanden meer opgeleverd dan vooraf was ingeschat.