Als de derogatie afgebouwd gaat worden zoals het er nu naar uitziet, dan houdt familie Kooistra uit het Friese Eagum in 2026 zo’n 3.500 kuub mest over per jaar. Omdat de komende jaren de mestmarkt door de afschaffing van de derogatie waarschijnlijk voor hoge mestafzetprijzen gaat zorgen, moet er volgens Jan Teade Kooistra wel een oplossing komen voor dit probleem.
Familie Kooistra heeft al sinds 1911 een melkveehouderij aan de Master Wybrensdyk in het Friese Eagum. “Deze grond, zware klei met een laagje veen eronder, is alleen geschikt voor grasteelt. Akkerbouw is hier vrijwel onmogelijk”, aldus Jan Teade Kooistra.
Samen met zijn vrouw en zoon en opvolger Jilles Jan runt hij in maatschap een melkveehouderij met 240 stuks melkvee en 110 stuks jongvee. In totaal heeft de familie 125 hectare land, waarvan honderd hectare in eigendom. Jan Teade is regiobestuurder van LTO-Noord, regio Noord.
“Demissionaire kabinet mede oorzaak verlies derogatie”
Al zijn vader Jan Teade en zoon Jilles Kooistra volop aan het nadenken over hoe in te spelen op de uitfasering van de derogatie, vinden ze het echt onbegrijpelijk dat de overheid de derogatie heeft laten schieten. Jan Teade: “Al was ook de gunning vanuit de EU er niet, mede het feit dat het demissionaire kabinet de derogatie-lobby binnen de EU heeft laten verslonzen is er de oorzaak van dat wij die kwijt zijn. Maar minister Schouten en later Staghouwer hadden toen juist op de bres moeten staan.”
95 procent van Friese melkveehouders heeft derogatie
Een andere reden waarom het verlies van de derogatie volgens vader en zoon zuur is, is dat in veel gebieden in Nederland de waterkwaliteit prima is en derogatie dus absoluut geen probleem is. “Hier bij ons is de waterkwaliteit prima en wij hebben de derogatie dus altijd kunnen toepassen.” Kooistra schat dat circa 95 procent van de gangbare Friese melkveehouders derogatie heeft.
“Waarschijnlijk meerdere maatregelen”
Al moeten vader en zoon Kooistra nog bekomen van de schrik dat de derogatie verloren is, ze denken al volop na over oplossingen. Daarbij denken ze vooral aan diverse maatregelen tegelijkertijd om het verlies van de derogatie financieel het hoofd te kunnen bieden. Jilles: “We zouden iets minder vee, wellicht minder jongvee, kunnen gaan houden. Maar als je minder melkvee gaat houden, dan krijg je ook minder inkomsten. En alles moet wel betaald worden.”
Mono-mestvergister bij ieder dorp en iedere stad
De mest exporteren voor een lage prijs zou wel een oplossing wezen, maar dan moet er wel ruimte in de regelgeving komen volgens vader en zoon. Volgens Jilles zou het Deense systeem ook wel een oplossing kunnen zijn. “Die hebben bij ieder dorp en iedere stad een mono-mestvergister staan waar alle boeren uit de regio hun mest kunnen brengen voor een lage prijs. Die mest wordt vergist en het gas wordt gebruikt. Daar zit dus ook een goed verdienmodel achter. Wellicht kan de Nederlandse overheid ook overal van die mono-mestvergister neerzetten zodat wij goedkoop onze mest kunnen leveren daaraan. De digestaat gaan weer terug naar de boeren die mest geleverd hebben en die mogen dat gebruiken als bemesting voor hun land. Ideaal. Wat je ook bedenkt, het inspelen op het verlies van derogatie kost veel. Daar moet een oplossing voor bedacht worden. En dat zou mooi in het landbouwakkoord kunnen zodat er nog wat perspectief is.”
HET HELE ARTIKEL LEZEN?
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit het vakblad Melkveebedrijf gelezen. Meer van dit, thuis op de mat?