De derogatie van 2022 kan aangevraagd worden van 15 november tot 13 december 2022. Normaliter vraag je derogatie in het begin van het jaar. Dit jaar dient elk bedrijf dat in 2022 heeft gerekend met gebruiksnormen van derogatie, deze derogatievergunning nog aan te vragen.
Met goedkeuring vanuit de Europese Commissie kan de derogatie nu aangevraagd worden. Dit kan op de website van RVO. Na de aanvraag dient u 50 euro legeskosten te betalen aan RVO, zodat de aanvraag verwerkt wordt. Indien de derogatievergunning wordt toegekend, ontvang je hierover bericht van RVO in ‘mijn dossier.’
Derogatie 2022
De hoogte van de derogatie in jaar 2022 is gelijk aan die van vorig jaar, 2021:
- 230 kg N per hectare op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg;
- 250 kg N per hectare in de rest van Nederland.
Ook de voorwaarden zijn hetzelfde gebleven als vorig jaar.
RVO geeft aan dat er een tegemoetkomingsregeling komt voor de afbouw van derogatie. Deze moet nog verder gedefinieerd worden. RVO geeft hierbij aan dat bedrijven die in 2022 geen derogatie hebben, hiervoor in 2023 niet voor in aanmerking komen.
Derogatie 2023
Vanaf 2023 wordt de derogatienorm afgebouwd en veranderen de voorwaarden. Er worden ook nieuwe voorwaarden gesteld aan niet-derogatiebedrijven. Vanaf 2023 zijn bepaalde gebieden uitgesloten van derogatie. Daarnaast worden meer gebieden aangewezen waar de laagste derogatienorm gaat gelden. Dit worden ‘met nutriënten verontreinigde gebieden’ genoemd.
Daarnaast kan vanaf 2023 voor percelen in de volgende gebieden geen derogatie meer worden aangevraagd:
- Natura 2000-gebieden en Grondwaterbeschermingsgebieden.
Op dit moment is nog niet bekend welke (met nutriënten verontreinigde gebieden en Grondwaterbeschermingsgebieden) gebieden dit zijn. Dit kunnen gebieden in heel Nederland zijn en ook klei- en veenpercelen bevatten.
Extra voorwaarden rondom derogatie vanaf 2023
Bij het vernietigen van grasland wijzigt het volgende:
- De korting op de stikstofnorm van 50 kg bij graslandvernieuwing vanaf 1 juni en de korting van 65 kg bij de teelt van mais na gras lijkt vanaf 2023 ook te gelden voor klei- en veengronden;
- Op alle grondsoorten moet na het vernietigen van grasland een stikstofbehoeftig gewas worden geteeld. Waardoor de teelt van bijvoorbeeld klaver of luzerne na gras niet meer mogelijk lijkt.
- Op de percelen waar de laagste derogatienorm geldt mag grasland alleen in het voorjaar worden vernietigd tenzij er sprake is van graslandvernieuwing (t/m 31 augustus) of in de herfst bloembollen worden geplant.
Verder moeten de volgende maatregelen worden ingevoerd:
- Het verplichte vanggewas na mais gaat ook gelden voor de klei- en veengronden waar vanaf 2023 de laagste derogatienorm geldt;
- Verplichte bredere teeltvrije zones;
- Introductie van het, eerder aangekondigde, realtime ‘Vervoersbewijs dierlijke meststoffen’ (rVDM).
Bufferstroken langs sloten (teeltvrije zones)
Daarnaast geldt landelijk voor elk bedrijf dat voldaan moet worden aan de regels vanuit het 7e actieprogramma nitraat, om uitspoeling te voorkomen. Vanuit het 7e actieprogramma gelden er langs alle waterlopen verplichte teeltvrije zones (bufferstroken) gelden, waarbij bemesting en gewasbeschermingsmiddelen gebruik niet zijn toegestaan. Het is wel toegestaan om deze bufferstroken te maaien en te beweiden. Er mag ook overheen gereden worden met bijvoorbeeld een trekker of mobiele kraan.
Hoe breed moet een bufferstrook zijn?
- 5 meter langs ‘ecologisch kwetsbare sloten’;
- 5 meter langs ‘Kaderrichtlijn Water lichamen’;
- 3 meter langs andere waterlopen (dit is aangescherpt, het was in eerdere berichten nog 2 meter);
- 1 meter langs sloten die tussen 1 april en 1 oktober droog staan (droge sloten).
In het algemeen geldt dat de oppervlakte van de bufferstrook niet groter dan 4% van het perceel hoeft te zijn. Wanneer bufferstroken meer dan 4 procent van het perceel beslaan, geldt er een ‘terugvaloptie’ en mag een smallere bufferstrook worden toegepast. De ‘terugvaloptie’ geldt niet voor bufferstroken langs ‘ecologisch kwetsbare sloten’ en ‘droge sloten’. Het gaat in alle gevallen over een percentage van de oppervlakte van het gehele topografische perceel.
Let op: bovenstaande zijn de regels vanuit het 7e actieprogramma nitraat. Hiervoor gelden andere regels dan voor de bufferstrook als eco-regeling binnen het GLB.
Bron: Agrifirm