In Nederland meldden vorige winter meerdere dierenartsenpraktijken kalveren met aangeboren afwijkingen. Bij onderzoek van deze kalveren is ook schmallenbergvirus aangetoond. In België werden in de eerste helft van 2021 meer abortussen gerelateerd aan Schmallenbergvirus dan in het jaar ervoor. Wat is Schmallenbergvirus ook alweer? Welke onderzoeksmogelijkheden zijn er en wat kunt u met zo’n uitslag?
Wat is het Schmallenbergvirus?
Schmallenbergvirus (SBV) wordt overgebracht door knutten. De klinische verschijnselen van een infectie met SBV zijn:
- bij volwassen runderen; koorts, diarree en melkproductiedaling;
- bij jongvee; koorts en diarree, maar de infectie kan ook subklinisch verlopen;
- bij drachtige runderen: misvormd geboren kalveren met geboorteproblemen (onder meer kromme poten, kromme rug, gedraaide nek), doodgeboorte, abortus en vroegembryonale sterfte.
Onderzoeksmogelijkheden
De diagnose SBV is te stellen op verschillende manieren:
- Via bloedonderzoek
Vanaf 8 dagen na het optreden van klinische klachten kan een ELISA-test afweerstoffen tegen het virus aantonen. Een PCR-test kan het virus aantonen in de acute besmettingsfase. Bij een pasgeboren kalf dat nog géén biest heeft gehad kan de ELISA-antistoffentest op een serummonster worden uitgevoerd. - Via sectie
In misvormd geboren kalveren en lammeren kan bij sectie het virus in hersenmateriaal aangetoond worden. Als het dier nog geen biest heeft gehad zijn antistoffen aan te tonen in het hartenbloed. - Met tankmelkonderzoek
In tankmelk kan met een ELISA-test op basis van de concentratie antistoffen een globale inschatting worden gemaakt van het percentage besmette melkkoeien. Herhaaldelijk testen geeft ook een globale indicatie van een recente toe- of afname van de besmettingsgraad.
Wilt u een van deze onderzoeken uitvoeren, overleg dan met uw dierenarts.
Preventieve maatregelen tegen het Schmallenbergvirus
Als u door de uitslag van een onderzoek weet dat u in gebied met besmettelijke knutten zit, kunt u overwegen om daar volgend seizoen preventief meer aandacht aan te besteden. Er is in Nederland geen geregistreerd vaccin beschikbaar. Wel zijn er mogelijkheden om de kans op een infectie te verminderen in de kwetsbaarste groep, namelijk de dieren zonder antistoffen die 0-5 maanden drachtig zijn:
- vliegenbestrijding optimaliseren;
- goed ventileren;
- jongvee blootstellen aan infectie vóór de eerste inseminatie, bijvoorbeeld door te weiden in de knuttenperiode;
- in het knuttenseizoen opstallen van dieren zonder antistoffen tot 5 maanden dracht;
- ook rekening houden met het knuttenseizoen bij het inseminatiebeleid van jongvee.
Bron: GD