In het Klimaatakkoord staat dat in 2030 de CO2-uitstoot van veenweidegebieden substantieel verminderd moet zijn. In 2050 dienen de gebieden zelfs klimaatneutraal te zijn. “Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak waarbij iedereen zijn bijdrage levert en melkveehouders een sleutelrol vervullen. Ook pleiten we voor een goed beloningssysteem,” aldus Carin van Huët, directeur Food & Agri Nederland bij Rabobank.
Veenweidegebieden
Veenweidegebieden zijn cultuurhistorische landschappen in de provincies Friesland, Overijssel, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Groene, waterrijke gebieden met koeien in de wei. De bewoners van deze gebieden hebben te maken met twee grote uitdagingen: de bodem daalt en de uitstoot van CO2 is te hoog.
Gesprekken over veenweidegebieden
Rabobank ging in gesprek met melkveehouders, overheden en ketenpartijen in de veenweidegebieden. Op basis van deze gesprekken én ook analyses van (klant)data, werkte de bank vier scenario’s uit die resulteren in de toekomstvisie op veenweidegebieden.
Sleutelrol voor melkveehouders
“Burgers, overheid, boeren en ketenpartijen dienen allemaal hun bijdrage te leveren en samen te werken aan oplossingen. Daarnaast zien we dat er een sleutelrol is weggelegd voor melkveehouders. Als beheerders van het gebied kunnen zij, met de inzet van innovatieve oplossingen, de daling van de bodem beperken en de CO2-uitstoot van veenweidegebieden verminderen,” legt van Huët uit.
Voedselproducent én maatschappelijke bijdrage
De melkveehouders in veenweidegebieden zijn bovendien een belangrijke voedselproducent (ruim twee miljard kilogram melk) én ze leveren een maatschappelijke bijdrage met o.a. zorglandbouw, natuurbeheer en recreatie. Ze zijn daardoor van grote waarde voor de economie en kwaliteit van leven nu en in de toekomst.
Duidelijkheid en waardering
Om melkveehouders in staat te stellen innovatieve oplossingen te realiseren, is het belangrijk dat de overheid zorgt voor duidelijkheid en waardering. Een beloningssysteem is daarom nodig waarin overheden, boeren en ketenpartijen samen op kunnen trekken. Een systeem dat initiatieven van boeren voor het vasthouden van CO2 en het leveren van diensten op gebied van natuur- en waterbeheer waardeert.
Zekerheid op lange termijn
Het bieden van zekerheid voor langere termijn is hierbij essentieel. Ook kan de overheid ondernemers helpen door te zorgen voor één loket waar zij met hun vragen en ideeën terecht kunnen. Maar ook voor informatie over vergunningen en subsidiemogelijkheden.
Oplossingen en nieuwe verdienmodellen
Rabobank helpt ondernemers in de transitie naar toekomstbestendige veenweidegebieden. Zo maakt de bank de duurzaamheidsprestaties van haar klanten inzichtelijk en ontwikkelt nieuwe financieringsoplossingen die hierop aansluiten.
“Ook werken we met partners aan oplossingen en nieuwe verdienmodellen,” vertelt van Huët. Het partnerschap ‘Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling’ is hier een voorbeeld van. Het is ook gericht op het creëren van een model voor toekomstbestendige landbouw in veenweidegebieden.
Valuta voor Veen
Een ander voorbeeld is Valuta voor Veen die betrouwbare meetmethoden ontwikkelt voor maatregelen gericht op vermindering van CO2-uitstoot. Door deze meetmethode is certificering van de genomen maatregelen mogelijk. Boeren kunnen deze certificaten (carbon credits) vervolgens verhandelen en zo nieuwe inkomsten realiseren. Onlangs is de Rabo Carbon Bank gelanceerd om boeren hierbij te gaan helpen.
Bron: Rabobank