De liquiditeit van melkveebedrijven is in het eerste kwartaal van 2018 verder verbeterd. De stand van de rekening-courant steeg gemiddeld met bijna 6.000 euro. In vergelijking met het voorgaande kwartaal lagen de uitgaven lager, zowel bij de investeringen als bedrijfskosten. De daling van de melkprijs had nog beperkte negatieve gevolgen doordat de extra betalingen van zuivelondernemingen over het voorgaande jaar veelal in januari worden uitbetaald. Denk daarbij aan premies voor duurzaamheid en weidegang.
De toename van de stand van de rekening-courant werd deels teniet gedaan door de daling in maart. De gemiddelde stand op de lopende rekening komt aan het eind van het eerste kwartaal van 2018 uit op 14.500 euro. Dit is ruim 20.000 euro hoger, ofwel 200 euro per melkkoe, ten opzichte van de stand een jaar eerder. In vergelijking met de eerste drie maanden van 2017 was de melkprijs hoger maar werd ook meer afgelost en werd meer belasting betaald. Ondanks het feit dat een aantal ondernemers investeerden in fosfaatrechten lagen de gemiddelde investeringen lager. In vergelijking met de laatste periode van 2017 werd minder spaartegoed opgenomen en lagen zowel de toegerekende kosten als de omzet en aanwas op een lager niveau.
Figuur: De kaspositie van melkveebedrijf verbetert in het eerste kwartaal van 2018 met bijna 6.000 euro
Bron: Bedrijveninformatie, Wageningen Economic Reserach
Meer flexibiliteit in moment van terugbetaling van leningen
De ontwikkeling van de stand op de lopende rekening is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn hierin verwerkt. Eind september was de gemiddelde stand voor het eerst sinds lange tijd positief. Met deze verbetering is nog geen echte buffer opgebouwd voor tegenvallers. De hoogte van de benodigde buffer is vooral afhankelijk van de kostprijs en de ruimte voor verlaging daarvan. Een veelgebruikte vuistregel is drie maanden melkgeld. Daarbij is vooral de ruimte voordat de limiet in de rekening-courant is bereikt van belang.
ABN AMRO werkt momenteel aan meer flexibiliteit bij het moment van terugbetaling van leningen voor melkveehouders. Daarbij wordt rekening gehouden met het moment waarop het melkgeld wordt uitbetaald. Op deze wijze hoopt men mogelijke pieken in druk op liquiditeit te verminderen. Vooral in een periode met lage melkprijzen kan dat ondernemers helpen.
Omslag in denken
De voorjaarswerkzaamheden met bijbehorende kosten zijn gestart terwijl de melkprijs een flinke veer heeft gelaten. In de volgende barometer zal blijken hoe de optelsom van ontvangsten en uitgaven voor het gemiddelde bedrijf dit tweede kwartaal heeft uitgepakt. Het eerste kwartaal is qua liquiditeiten niet tegengevallen. Hoe het met de moraal is gesteld is een andere vraag. Veel ondernemers worstelen met de vraag, hoe verder? Het speelveld is met de komst van fosfaatrechten, een nieuwe visie op grondgebondenheid en de aangekondigde route naar meerwaarde van FrieslandCampina veranderd. Je zou kunnen zeggen; “van meer naar beter”. Dat is voor menig melkveehouder wennen. De basis is echter onverminderd sterk. De gezamenlijke inspanningen om de derogatie te behouden zijn beloond en Nederlandse zuivel is een product van wereldfaam.
Voor nadere informatie over deze liquiditeitsbarometer en over de belangrijkste pijlers (melkprijs en saldo) van de kasstroom wordt u verwezen naar de publicatie op Agrimatie van Wageningen Economic Research.
Deze liquiditeitsmonitor is tot stand gekomen als publiek private samenwerking tussen Wageningen Economic Research, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ABN AMRO. De data zijn afkomstig van het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Het doel is om de verkregen inzichten te delen en ondernemers te ondersteunen in hun bedrijfsvoering.
Bron: ABN AMRO