Koeien & Kansen-deelnemers Koopman worstelen regelmatig met de vraag: Wat gaan we doen met het teveel aan ruwvoer? Het overschot verkopen is het eenvoudigst, maar dan moet er wel vraag naar zijn. De afgelopen jaren waren erg groeizaam en leverden de broers een behoorlijk ruwvoeroverschot op, waarvoor zij een passende oplossing zochten met als uitgangspunt het behoud van de melkproductie.
Eigen ruwvoer telen is qua productiekosten (excl. pacht) vrijwel altijd goedkoper dan aangekocht krachtvoer van 25 cent per kVEM. Zoveel mogelijk voer van eigen land halen, heeft zeker de voorkeur voor de gebroeders Koopman. In 2015 gebruiken zij alle 117 hectareland voor hun 180 melkkoeien. Het bedrijf is extensief en het leverde in dat jaar een behoorlijk ruwvoeroverschot van 59 ton droge stof op. In 2016 kozen zij ervoor 17 hectare land voor aardappelen en snijmais te verhuren en hun koeien 18 uur per dag te laten grazen. Wederom was er sprake van een ruwvoeroverschot. Nu van 66 ton droge stof. Door de tegenvallende melkproductie per koe, in de zomer van 2016, hebben zij de krachtvoergift opgeschroefd naar 30 kg/100 kg melk bij volledig weidegang. Het productieherstel kwam niet op gang met meer krachtvoer. Dat gebeurde pas in de winter 2016-2017 door een betere ruwvoerkwaliteit. De koeien kregen toen een kuil voorgeschoteld van de eerste snede met 975 VEM/kg droge stof. Afgelopen zomer hebben zij weer dezelfde oppervlakte verhuurd en is er weer ruwvoeroverschot te zien. Deze is wel wat gedaald door de storm. De mais stond er geweldig bij, maar kent uiteindelijk een verlies van 10 procent in opbrengst.
Voerefficiëntie omhoog
Door de melkproductietoename per koe is de voerefficiëntie in de periode 2016-2017 sterk verbeterd. Deze afname is ongeveer gelijk aan de daling van de melkproductie per koe bij een vrij constante bijvoeding met een ruime VEM/RE verhouding met snijmais en pulp. Met veel gras kunnen de koeien de productie moeilijk vasthouden. Zeker bij de hoge melkprijzen willen zij een goede productie realiseren. Dat betekent in de situatie van Koopman dat ze meer gaan bijvoeren, ondanks dat ze voldoende beschikking heb over goedkoop eigen voer. Een verschil van 2 kilo melk per koe per dag meer in de zomer levert dit melkveebedrijf met deze omvang €25.000,- op. Daar kan een extra kilogram voer wel van betaald worden. Het dualisme van het extensieve bedrijf.
Maatregelen om ruwvoeroverschot te beperken
De komende periode willen zij maatregelen gaan treffen om het ruwvoeroverschot terug te dringen op hun bedrijf. Dit voorjaar is hiermee gestart door op 2 percelen (11,88 ha) met veel klaver geen kunstmeststikstof meer te strooien. Deze percelen zijn ingezaaid na de teelt van aardappelen en maken deel uit van een vruchtwisseling. Die tot doel heeft de kwaliteit van de grasmat te behouden ofwel te verbeteren. De voerproductie van deze percelen in het eerste jaar heeft zich echter vrijwel kunnen handhaven op het niveau van de met stikstof bemeste percelen. Deze bedroeg eind juni 7000 kilogram droge stof tegen gemiddelde 7200 kg droge stof. Bovendien is dit voorjaar grasland opnieuw ingezaaid met een groot aandeel klaver (3 kg wit/5 kg rood zaaizaad/ha ), waarbij afwisselend een heterogeen grasmengsel van ForFarmers, een tetraploïd en een diploïde grasmengsel is bijgezaaid (ca 27,5 kg zaaizaad/ha). Wegens gebruik van overgebleven diploïd/tetraploïd mengsel was die strook eind juli nog vrij open. Eind augustus was het al een stuk beter. Echt verschil in opbrengst en voorliefde van de koeien bij het beweiden is door Koopman niet gezien.
Verder is het gewas van het eerst genoemde klaverland in het najaar verwerkt tot grasbrok van hoge kwaliteit qua ruw eiwit, zodat bespaard kan worden op duurdere krachtvoersoorten. Er is een lichte snede van ongeveer 1200 kilogram droge stof per hectare gedroogd wat resulteerde in 14 ton grasbrok, de droogkosten bedragen ca. 21 cent/ kg product. In brokvorm kan de totale droge stofopname per koe ook nog verhoogd worden. Om dezelfde reden zal een deel van de mais als maiskolvenschroot gewonnen worden. Op de manier proberen zij zoveel mogelijk eigen krachtvoer te winnen.
Tweestrijd tussen melk- en eigen voerproductie
Koopman is een fervent vogelliefhebber en voor een naastliggend beheersgebied ligt er een plan voor bij het Wetterskip om een sloottalud te verbreden tot plasdras ter compensatie van het dempen van enkele sloten. Dit gebeurt in combinatie met gestuurde drainage. De gewasopbrengsten zullen hierdoor ook iets afnemen.
Als de percelen klaver zich kunnen handhaven qua opbrengst dan overwegen de broers zelfs om biologisch te gaan werken. De markt lijkt er te zijn.
De N- en P- efficiëntie uit voeding zijn van 2014-2016 zeer constant, respectievelijk rond de 25% en 35%, iets boven gemiddeld.
De korte conclusie van de afgelopen jaren is wel dat het draaien aan de mineralen-efficiënte knop wisselende effecten geeft bij Koopman als extensief bedrijf, waarbij melk- en eigen voerproductie soms strijdig zijn met elkaar. Het blijft een lastig dualisme als je je eigen ruwvoer wilt verwaarden.