Het bewust sturen op efficiëntie bij het toepassen van weidegang zorgt voor goede resultaten in de KringloopWijzer, met een lagere excretie en hogere grasopbrengsten als gevolg.
In het project Kringloopweiden zijn drie veehouders bezig met het verbeteren van hun efficiëntie. Zoals de naam al doet vermoeden staat weidegang hierbij centraal. Is het, in combinatie met weidegang, mogelijk een goede KringloopWijzer te realiseren? En zo ja, hoe dan?
Goede KringloopWijzer
Maar wat is de definitie van een goede KringloopWijzer? Hier bedoelen we hoge gewasopbrengsten mee, en tegelijk een lage excretie. Goede resultaten in de KringloopWijzer worden behaald wanneer zoveel mogelijk voer van eigen bedrijf zo efficiënt mogelijk benut wordt. De bedrijven in het project focussen zich dan ook op een hoge droge stofopbrengst van grasland en een lage excretie van stikstof en fosfaat per ton melk.
Resultaten
Het bewust sturen op de juiste voeding in combinatie met weidegras en de focus op goed weidemanagement en ruwvoerteelt werpen de vruchten af. Zo is ook te zien op het melkveebedrijf van Peter van Noord dat deelneemt aan het project Kringloopweiden. De benutting van stikstof uit het voer op zijn bedrijf steeg van 22% in 2014 naar 26% in 2016. Ook de benutting van fosfaat uit voer werd verhoogd van 28% naar 33%. Dit terwijl ook het aandeel weidegras in het rantsoen toenam van 11% naar 20%.
Bovendien nam de gewasopbrengst toe van 8,3 ton naar 10,8 ton droge stof per ha. Dat ging gepaard met een afname in de krachtvoergift van 28 kg naar 20 kg per 100 kg melk. Ondanks de lagere krachtvoergift nam de melkproductie per koe toe van 8.666 kg meetmelk/jaar naar 8.821 kg meetmelk. Hogere opbrengsten en het beter benutten van voer van eigen land resulteerden ook in economisch voordeel. De voerkosten daalden van 10,8 naar 7,0 cent per kg melk.
Maatregelen
De vraag is dan natuurlijk wat er gedaan is om deze verbeteringen te realiseren? De belangrijkste stap die gezet is, bestaat uit het bewust kiezen voor een weidesysteem van dagelijks omweiden en dat ook consequent goed uitvoeren. Ook is de hoeveelheid krachtvoer teruggezet omdat het weidegras al veel energie en eiwit bevat en zo prima in de energie en eiwitbehoefte kan voorzien. Ook bij de overige bijvoeding in het weideseizoen zijn bewuste veranderingen toegepast. Zo wordt er zomers meer mais gevoerd dan ’s winters en wordt er goed hooi gewonnen om naast het weidegras te kunnen voeren. Tenslotte is de hoeveelheid jongvee naar beneden gebracht van 8,3 naar 4,6 stuks jongvee per 10 melkkoeien.
En verder?
Er zijn al mooie resultaten bereikt maar er zijn nog meer doelstellingen. Zo is de streefwaarde voor de veehouder dat de veestapel minimaal 25% van het rantsoen als weidegras opneemt met behoud van de lage excretie. Gezien de grootte van de huiskavel moet dat mogelijk zijn. Ook bij de gewasopbrengsten zijn nog stappen te maken. Het doel hierbij is om minimaal 12,5 ton droge stof gras te oogsten met behoud van kwaliteit, zodat voeraankoop te minimaliseren is.