Wanneer de koeien van de familie Groot Roessink na een ochtend grazen terug de stal inlopen ligt er een op maat gemaakt rantsoen voor ze klaar. Sinds de jaarwisseling voeren ze de koeien automatisch met de Lely Vector.
In het buitengebied van het Achterhoekse dorp Baak ligt melkveebedrijf Groot Roessink. Op het familiebedrijf, bestaande uit Ton Groot Roessink, zijn partner Kim en ouders Anton en Anneke, houden zij 160 melk- en kalfkoeien. Het bedrijf verder ontwikkelen, optimaliseren en verduurzamen met koegezondheid voorop is waar de familie en overige hulp elke dag samen met passie voor werkt.
“Met de keuzes die we maken binnen het bedrijf willen we stappen zetten richting een duurzame toekomst die bij ons past”, vertelt Ton. “We zien dat de warmteperiodes heftiger worden en de voerefficiëntie steeds belangrijker wordt. Bovendien willen we ook rekening houden met de CO2-footprint van het bedrijf.”
Elektrisch voeren
Eind 2019 heeft Groot Roessink geïnvesteerd in een automatisch voersysteem. “Onze voermengwagen was klein en begon slijtdelen te vertonen”, vertelt Ton. “Maar we waren nog niet specifiek op zoek naar een ander voersysteem. Met het oog op brandstofbesparing en arbeidsgemak wilden we dit in de toekomst wel aanpakken.” Toen de veehouders de kans kregen om een nieuwe elektrische voermengwagen te testen was dit snel besloten. “We waren zeer enthousiast over het concept. Het is een goede manier om brandstof te besparen. Omdat vorig jaar nog geen MIA-Vamil regeling van toepassing was op de E-mengwagen was voor ons de netto meerprijs ten opzichte van een traditionele mengwagen op dat moment te hoog”, geeft Groot Roessink aan.
“We zijn toen verder gaan kijken naar een voersysteem passend bij de omvang van ons bedrijf met belangrijke factoren als brandstofbesparing, arbeidsflexibiliteit en het liefst ook nog arbeidsbesparing. Na rondkijken en informeren bij collega-veehouders kwamen we bij het Vector automatisch voersysteem uit. Aan tafel heeft het Lely Center Zelhem ons een reëel beeld geschetst van de kosten en de opbrengsten van het systeem en dit sprak ons aan. Bovendien konden we met deze investering profiteren van de MIA/Vamil regeling.”
Mengkwaliteit als vereiste
Een goede mengkwaliteit was voor Groot Roessink een belangrijke factor bij het kiezen van een nieuw voersysteem. “Hier hadden wij nog wel enige zorgen over” geeft hij toe. “De Vector werkt met één vijzel op een laag toerental. We hebben vooraf andere bedrijven gevraagd naar hun ervaringen en die waren positief”, verklaart Ton. Met vertrouwen zijn ze opgestart met de Vector. “Met onze voeradviseur hebben we de mengkwaliteit op meerdere momenten en plaatsen gemeten met een schudbox. Dit zag er overal langs het voerhek goed uit”, geeft hij tevreden aan.
“Het is een andere manier van werken”, merkt de veehouder. “De koeien krijgen nu meerdere malen per dag kleine porties aangeboden. De Vector meet de voersoorten nauwkeurig af en mengt ze in de juiste volgorde, waardoor we gericht kunnen voeren”, legt hij uit.
“Na de opstart heeft de adviseur van het Lely Center in samenwerking met onze voeradviseur de instellingen, zoals de laadvolgorde en de mengtijd, verder geoptimaliseerd.” Groot Roessink monitort de kwaliteit van het voer regelmatig: “Bij een verandering in het rantsoen controleren we samen met de voeradviseur de kwaliteit van het voer met behulp van de schudbox. Wanneer nodig kunnen we makkelijk bijsturen.”
Lactatiewaarde vaarzen gestegen
Op het bedrijf worden de koeien drie keer daags gemolken. “Na de ochtendmelking gaan de koeien naar buiten, tenzij het heel warm is dan lopen ze ’s nachts buiten”, vertelt Groot Roessink. De veehouders voeren vijf verschillende rantsoenen voor de melkkoeien, droge koeien en het jongvee. Met name rond de melkingen is de voeropname hoog ziet de veehouder. “De Vector houdt zelf in de gaten hoeveel voer er voor het hek ligt als hij zijn aanschuifronde doet en voert bij waar nodig. Hierdoor hebben de koeien altijd vers voer ter beschikking”, legt Ton uit. “We zien aan de lactatiewaarde dat de vaarzen nu beter meekomen, deze is inmiddels gestegen naar 104-105”, vertelt hij tevreden.
Voordelen in de zomer
“In de zomermaanden zien wij tot nu toe de grootste voordelen. De koeien hebben constant toegang tot vers voer waardoor de voeropname én de melkproductie op niveau blijft”, vertelt Ton die dit een verbetering noemt ten opzichte van voorgaande jaren. “Ook het uitkuilen met de kuilsnijder gaat mooier, omdat je nu een glad en recht snijvlak hebt behoud de kuil zijn kwaliteit.”
Frequent voeren heeft een positief effect op de diergezondheid ziet de veehouder. “Elke maand doen we een drachtcontrole waarbij ook de mest beoordeeld wordt. Hierin zien we een verbetering in de mestkwaliteit (homogene mest). Bovendien hebben we minder cysteuze koeien in de weideperiode, wat ten goede komt aan de vruchtbaarheidsresultaten.”
Liever tussen de koeien
Het voeren was een klus die vader Anton voorheen op zich nam. Eens per dag voerde hij de melkkoeien en eens in de 2 à 3 dagen de droge koeien en pinken. Arbeidsbesparing en frequenter voeren waren belangrijke beweegredenen in de keuze voor automatisch voeren. “Met de mengwagen kun je de koeien uiteraard ook vaker voeren, alleen dit kost veel tijd en het moet leuk blijven”, geeft Ton aan.” Terwijl je met een automatisch voersysteem juist tijd bespaard. We genieten allemaal van de flexibiliteit die het geeft! Mijn ouders werken nu beide nog volop mee op het bedrijf, maar genieten van de kleinkinderen en de “oude dag” begint ook meer welverdiende tijd op te eisen. Bovendien loop ik liever tussen de koeien dan dat ik op een verreiker voer zit te laden”, stelt de Achterhoeker.
Plezier in het werk en koe staat centraal
De afgelopen jaren hebben de veehouders stappen gezet in de verduurzaming van het bedrijf. Ze leveren PlanetProof-melk en hebben een mestverwerkingsinstallatie op het bedrijf staan. “Hiermee wekken we zelf warmte en stroom op en de dikke fractie gebruiken we voornamelijk voor bio-bedding”, vertelt Groot Roessink. Het zijn toekomstgerichte investeringen die bij ons passen. Hiermee proberen we te anticiperen op de regelgeving die er is en die er wellicht gaat komen. “Maar”, stelt Ton. “Uiteindelijk is plezier in het werk, een gezonde koe en een goed verdienmodel voor ons het belangrijkste. De wispelturige overheid, het omzetten van bedreigingen naar kansen binnen de sector en het moeten verdedigen van te vaak onwetende en negatieve media-aandacht vergt nog wel een beetje extra (negatieve)energie. Daarom is voor ons vooral belangrijk om het plezier erin te houden”, besluit de veehouder.
Bedrijfsgegevens
Ton Groot Roessink runt samen met zijn vriendin Kim (samen hebben ze drie kinderen) en ouders Anton en Anneke een melkveebedrijf. Hier houden zij 160 melk- en kalfkoeien en rond de 100 stuks jongvee op 90 hectare grond. Het rollend jaargemiddelde ligt op 12.000 kg melk per koe per jaar met 4,31% vet en 3,55% eiwit. Het voerefficiëntiegetal varieert tussen de 1,50 en 1,60.
Lely contactformulier
Meer weten? Vul uw gegevens in en download de brochure!