Al ruim een jaar worden de melkkoeien op het bedrijf van Harrie Relou en zoon Jop uit Mill automatisch gevoerd door de Lely Vector. Dit tot volle tevredenheid van de melkveehouders. “Het loopt probleemloos, het scheelt werk en geeft een boel rust aan het voerhek. We zouden niet anders meer willen.”
Wie het erf op rijdt bij vader Harrie en zoon Jop Relou, ziet meteen een bord dat waarschuwt voor een onbemand voertuig dat rondrijdt. Dat voertuig is de meng- en voerrobot van het Lely Vector automatisch voersysteem. Via een laser gestuurd door een strip op de grond zorgt de robot dat er de hele dag door vers voer voor het voerhek ligt. In de voerkeuken achterin de stal wordt de robot geheel automatisch geladen met precies dat rantsoen dat de melkveehouder vooraf heeft ingegeven. Daarna wordt het voer voor het voerhek gedraaid en waar nodig aangeveegd. “We hebben er geen omkijken naar. Het enige wat we hoeven te doen is zorgen dat er voldoende kuilblokken staan”, vertelt Harrie.
Onverstoorbaar
De Lely Vector draait bij de familie Relou sinds 11 november 2020. “Het was eigenlijk onze bedoeling om hem op de elfde van de elfde om elf minuten over elf in bedrijf te hebben, maar het werd uiteindelijk half twaalf”, vertelt Jop. Sinds die tijd doet de Vector onverstoorbaar zijn werk. Als hij een keer niet verder kan, bijvoorbeeld omdat de voerkeuken leeg is, dan krijgt de veehouder een berichtje op de telefoon. Harrie en Jop raken door zo’n melding zeker niet in paniek. “Het zijn nooit problemen die à la minute opgelost moeten worden. Het ergste wat gebeuren kan is dat er even geen voer voor het hek ligt. We kunnen zo’n melding vaak zelf oplossen. Als we er niet uitkomen, kunnen we Lely bellen voor hulp. Dan wordt je geholpen en voor de volgende keer weet je dan precies hoe je het zelf aan kunt pakken”, vertelt Jop.
Op zoek naar een ander voersysteem
Harrie en Jop Relou melken in Mill zo’n 150 koeien. De jongvee-opfok is uitbesteed. Het bedrijf telt inclusief losse pacht zo’n veertig hectare grond met gras- en maisland. Een groot gedeelte van de melk gaat naar de kaasmakerij die ook op het bedrijf aanwezig is, maar wordt gerund door een externe ondernemer. De rest van de melk gaat naar Friesland Campina.
Een paar jaar geleden hadden de melkveehouders nog niet gedacht dat ze nu een voerrobot zouden hebben. “We hadden altijd aan één kant van de stal een voergang, met een Weelink-voerhek voor honderd koeien. Dat was aan vervanging toe. Daarnaast wilden we aan de andere kant van de stal ook een voergang maken, om op een capaciteit te komen van zo’n 160 koeien. Daar hadden we ook een mobiel voerhek voor in gedachten. Maar twee nieuwe Weelink-voerhekken zou al met al een beste investering worden en dan ga je toch om je heen kijken naar een ander voersysteem”, vertelt Harrie.
De optie van een voermengwagen viel al snel af bij vader en zoon Relou. “Dan zouden we een mengwagen moeten aanschaffen, een tractor en een shovel en nog eens moeten zorgen dat deze binnen kunnen staan, want daar hebben we nu geen ruimte voor. Dan krijg je nog eens te maken met onderhoud, slijtage, brandstofkosten en alle tijd dat je ermee aan het werk bent. Dat zagen we niet zitten. We zijn niet van de mechanisatie, melken vind ik het mooiste werk”, vertelt Harrie. “We werkten altijd al met een heftruck met kuilvoersnijder. Dat beviel ons goed. We hebben gezocht naar een voersysteem dat hierbij paste en kwamen zo bij Lely uit. Dat verhaal sprak ons aan. Via de MIA\Vamil-regeling konden we er ook nog eens subsidie op krijgen.”
Meedenken
Harrie en Jop zijn erg content met de begeleiding van Lely in het hele bouw- en installatieproces voor de Vector. Vader en zoon vervingen zelf het voerhek en bouwden ook de voerkeuken zelf. Dit is een overdekte ruimte aan het eind van de stal waar het ruwvoer en bijproducten worden neergezet. In dit traject dachten de specialisten van Lely al nauwgezet mee. “We kregen bijvoorbeeld het advies om de voerkeuken van een gladde vloer te voorzien. Iets waar we zelf anders niet opgekomen zouden zijn, maar dat wel fijn werkt. Je houdt de vloer veel gemakkelijker schoon zo.” Waar nodig staan specialisten van Lely klaar met advies. Het is zeker geen kwestie van ‘succes ermee’. Ze denken mee en staan voor ons klaar als dat nodig is”, vertelt Jop.
Aan het werk
Dan wordt het tijd om de Vector aan het werk te zien. Op het moment dat we de stal binnenlopen veegt de Vector het voer voor het hek aan. Dan gaat hij buitenom naar de andere kant van de stal om daar ook het voer aan te vegen. Een sensor meet tijdens het aanvegen op basis van de voerhoogte hoeveel voer er voor het voerhek ligt. Op het moment dat er te weinig voer ligt, haalt de Vector in de voerkeuken het juiste rantsoen en brengt dit naar de betreffende groep.
“Hij mag de hele dag door voeren wat er nodig is. Er zit geen limiet op”, vertelt Harry. De melkkoeien krijgen een rantsoen van vijftig procent kuilgras (twee soorten) en vijftig procent snijmais. Voor de droogstaande koeien vult de Vector het basisrantsoen aan met hamerstro. Als de mengkuip leeg is, gaat de robot terug naar de voerkeuken. Daar wordt de mengkuip opnieuw gevuld. Een voergrijper pakt om en om voer van de kuilblokken die in speciaal daarvoor gemarkeerde vakken klaar staan en zorgt dat de mengkuip gevuld wordt met precies het rantsoen dat nodig is. Via een vijzel worden additieven zoals zout aan het voer toegevoegd.
Rust in de stal
In de stal valt vooral de rust op. Koeien reageren heel rustig op de mengkuip. “Er ligt altijd vers voer voor het voerhek en dat weten de koeien. Zo kunnen ook de vaarzen rustig vreten zonder dat ze door de oudere koeien worden weggejaagd. Dat geeft veel rust in de stal. De voeropname is een stuk beter dan eerst. We hebben veel minder voerresten. De melkproductie trekt aan en de gehaltes blijven op peil. Dat kun je nooit helemaal aan het voersysteem toeschrijven, het ligt bijvoorbeeld ook aan de ruwvoerkwaliteit. We zijn bijzonder blij met de Vector, hij zorgt voor rust in de stal en voor rust bij de boer”, aldus een tevreden Harrie en Jop.
Tekst en beeld: Gerben Hofman