De Andes lupine is hèt duurzame alternatief voor de sojaboon. Europa kan hiermee onafhankelijk worden van soja-import. Dit blijkt uit het onderzoek van Rob van Haren, lector Circulaire Bioeconomie aan de Hanzehogeschool Groningen. Hij onderzocht met 14 partners uit heel Europa hoe je de Andes Lupine kan gebruiken voor mensen- en dierenvoeding. Vandaag zijn de resultaten gepresenteerd.
Het onderzoeksproject, genaamd LIBBIO, wordt dit jaar afgerond na vier jaar onderzoek naar de Andes Lupine, met als doel om de opbrengst en het rendement van dit gewas te maximaliseren. Tijdens het project is gekeken naar de productie, verwerking en toepassingen van de Andes Lupine.
Introductie van de Andes Lupine op Europese markt
Het LIBBIO-project is een samenwerking van 14 verschillende organisaties uit 8 verschillende EU-landen, gericht op het verbeteren van de opbrengst en rendabiliteit van de Andes Lupine. In het project werkten kennisinstellingen en bedrijven samen. Het project is begonnen op 1 oktober 2016, en liep tot 30 maart 2020. Het project heeft naar schatting 5 miljoen euro gekost. Het doel LIBBIO is om de Andes Lupine op de Europese markt te introduceren voor boer en consument.
Resultaten
Een belangrijk resultaat van het project is dat het ras COTOPAXI (een bittere variant van de Andes Lupine) op de Europese rassenlijst is gezet, waardoor Europese boeren dit gewas kunnen gaan telen.
Daarnaast is het LIBBIO-project is door Directoraat- Generaal Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie geselecteerd als ‘success story’ voor Europees gefinancierd Onderzoek en Innovatie. De term ‘success story’ is voor slechts vijf procent van de Europese onderzoek projecten weggelegd.
Aanleiding van het onderzoek
De manier waarop de samenleving voedsel verbouwt, importeert, verwerkt en verspilt is niet houdbaar. Niet alleen vanwege de groeiende wereldbevolking, maar ook vanwege de bossen die gekapt worden voor sojaproductie, de lucht die vervuild wordt met CO2 door landbouw en industrie, en het vee dat steeds meer voer, water, grondstoffen, antibiotica en ruimte opeist.
Volgens de Food en Agriculture Organization importeert Nederland jaarlijks 4,3 miljard kilogram soja uit landen zoals Brazilië, waarvan meer van 80% voor veevoer gebruikt is. Niet alleen is dit inefficiënt door het importeren, het heeft ook een enorme impact op de landen waar de soja verbouwd wordt, waaronder het kappen en branden van regenwoud. Het Wereld Natuurfonds bracht onlangs een rapport uit, over de desastreuze gevolgen van de productie van soja en palmolie op oerwouden en andere natuur in tropische gebieden.
Lees ook: Nederlandse diervoedersector loopt voorop in gebruik duurzame soja
Waarom de Andes Lupine?
De Andes lupine is goed voor de grond, goed voor dieren, en goed voor mensen. De teelt en verwerking van de Andes Lupine is vergelijkbaar met die van soja. Het gewas is rijk in eiwit (45%) en olie (20%). Het bevat een hoger percentage aan eiwitten dan soja. Het kan in een Europees klimaat worden verbouwd, zowel in Noord- als in Zuid-Europa. Europa kan hierdoor minder afhankelijk van soja-import worden. Een concreet voorbeeld hiervan is het project Lupinevarken van Rob van Haren. In dit project is samengewerkt met Annechien ten Have-Mellema, boerin en eigenaar van Hamletz. Annechien verbouwde op eigen grond lupine, waar ze vervolgens haar eigen veevoer voor haar varkens maakte.
Het onderzoek
Het LIBBIO-project is onderverdeeld in zeven werkpakketten. Daaronder valt het ontwikkelen van het optimale proces voor het kweken en telen van de plant. De Andes Lupine kan ook groeien op minder vruchtbaar land (marginale gronden). Dit maakt het dus aantrekkelijk voor de agrarische sector. Door varianten van de Andes Lupine te kruisen zijn er ook nieuwe varianten ontwikkeld die sneller en beter groeit, en meer resistent is tegen ziektes.