Kalium speelt een sleutelrol bij de activering van talrijke enzymen in de stofwisseling van de plant. Zo neemt kalium deel aan de vorming van koolhydraten en andere inhoudstoffen. Bovendien is kalium verantwoordelijk voor de instandhouding van de osmotische druk in de cellen en dus voor de regulering van de waterhuishouding. Kalium draagt namelijk bij aan de droogteresistentie en daarmee zal maïs bij een goede kaliumvoorziening minder snel onderhevig zijn aan droogtestress.
Een goede kaliumvoorziening draagt tevens bij aan de legervastheid, de weerstand tegen stengelrot en is belangrijk voor de kolfvorming. Een tekort aan kalium kost opbrengst, hoewel dit niet altijd beoordeeld kan worden aan de hand van de stand van het gewas. Zoals alle koolhydraatrijke gewassen heeft maïs een grote behoefte aan kalium. Monitoren van de hoeveelheid voor de plant beschikbare kalium in de bodem kan eenvoudig door grondonderzoek. In totaal is de behoefte aan kalium al gauw 250-300 kg K2O/ha. Om de exacte kaliumbehoefte te bepalen, dienen ook de resultaten van het organische mestonderzoek in acht genomen te worden.
Striktere mestwetgeving qua bemesting maakt dat het belang van een bijbemesting met kalium, maar ook een mogelijke aanvulling met magnesium en zwavel op maïsland extra moet worden benadrukt. Daarbij mogen de belangrijke sporenelementen zoals borium, mangaan, zink etc. ook niet vergeten worden.
Met een gerichte kaliumgift wordt de basis gelegd om te zorgen dat de noodzakelijke kaliumbuffer in de bodem aanwezig is tijdens de intensieve groeifase van de maïsplant.
Kaliumbemesting met de enkelvoudige minerale kalimeststof Kali 60 is in de praktijk een bekend gegeven. Bereken met behulp van de tool ‘Bemestingsbalans’ op de KWS-Maïsmanager App hoeveel extra kalium er bijbemest dient te worden. De kalium kan het beste en het eenvoudigst met de eigen kunstmeststrooier volvelds bemest worden rond de periode van zaai en bij voorkeur voordat de planten opkomen.