Koeien & Kansen-veehouders Oegema in Dalfsen staat voor een lastige keuze met betrekking tot de nieuwe regelgeving binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Onder deze nieuwe regelgeving zullen ondernemers uiteindelijk moeten voldoen aan verplichte rotatie van mais op zowel bedrijfs- als perceelsniveau.
Met name de verplichting op perceelsniveau maakt het volgens Oegema lastig om continu snijmais te blijven telen. Ze hebben het gevoel dat ze voor een onlogische keuze staan, aangezien ze blijvend grasland moeten omzetten in bouwland, waardoor het aandeel blijvend grasland omlaag gaat.
11 hectare continuteelt van snijmais
De familie Oegema past al geruime tijd continuteelt van snijmais toe op een perceel van 11 hectare dat op afstand ligt. Ze hebben positieve ervaringen met deze aanpak binnen hun bedrijfssysteem. Het organische stof percentage in de bodem is mooi op peil en de grondwatermonsters lieten een zeer laag nitraatgehalte zien bij het snijmaisperceel.
“Er zit niets anders op dat er percelen met een prachtige grasmat over de kop moeten.”
Binnen het nieuwe GLB mag een ondernemer echter maximaal drie jaar dezelfde hoofdteelt op hetzelfde perceel telen, met enkele uitzonderingen. Oegema bereidt zich hier alvast op voor in het komende jaar. Ondanks het feit dat de continuteelt van mais volgens hen zowel landbouwkundig als milieukundig gunstig uitpakt op hun bedrijf, voelen ze zich gedwongen om (blijvend) grasland om te zetten in bouwland om te kunnen voldoen aan de GLB-voorwaarden.
“We vinden het lastig om te kiezen welke percelen grasland we gaan omzetten voor de teelt van maïs. Er zit niets anders op dat er percelen met een prachtige grasmat over de kop moeten,” merkt Maike op.
N-Min monitoren
Nu Oegema afscheid neemt van continuteelt en overstapt naar gewasrotatie, onderzoeken ze de meest geschikte aanpak. Het omzetten van (blijvend) grasland naar bouwland is een ingrijpende stap, die volgens hen ten koste kan gaan van de nutriëntenbenutting en misschien leidt tot extra uitspoeling.
Om inzicht te verkrijgen in de impact, past Oegema op een aantal percelen Nitraat-residu (NR)-bemonstering toe. “We gaan bemonsteren op de gescheurde en niet-gescheurde percelen, zodat we de resultaten kunnen vergelijken,” aldus het plan van Oegema.
Ze overwegen ook om NR-bemonstering toe te passen op de maispercelen om de aanwezigheid van minerale stikstof in de bouwvoor aan het eind van het groeiseizoen te kunnen beoordelen. Op deze manier hopen ze te ontdekken of continuteelt van mais daadwerkelijk tot meer uitspoeling leidt en hoe de gewasrotatie het best vorm te geven.
Aan de slag met verplichte rotatie van mais
Wat betreft het tijdstip van de zodevernietiging hebben ze nog geen definitieve keuze gemaakt. Dit is afhankelijk van de weersomstandigheden, en ze overwegen dit aan het einde van de winter of in het vroege voorjaar te doen.
Bron: Koeien & Kansen