Thijs Neutel in het Groningse Saaksum richt zijn pijlen op het beperken van de methaanemissie. Dit doet hij onder ander door het gras jonger te maken, te letten bij de aankoop van mais op het zetmeelgehalte en bewust voedermiddelen aan te kopen met een lagere emissiefactor. En zijn bedrijf voorziet in de eigen energiebehoefte via wind- en zonne-energie.
Om de methaanemissie op een melkveebedrijf te beperken is het goed om bij de graskuil te sturen op het NDF gehalte. Hier is Thijs zich steeds meer van bewust. Maar hij ervaart dat het sturen op een NDF-gehalte in het gras niet eenvoudig. Het weer beïnvloedt de het moment van de grasoogst nog weleens. Toch streeft Thijs er naar om het gras steeds jonger te maaien, zodat het NDF-gehalte daalt. In de praktijk betekent dat wel meer arbeid, omdat er vaak een extra snede gras bijkomt. Dat is in een jong gezin dan weer moeilijk in te passen.
Mais met hoog zetmeelgehalte
Ook de maiskuil is van belang bij methaanemissie. Laag NDF en een hoog zetmeel zijn dan gewenst voor een lage methaanemissie. Thijs koopt vaak mais aan. In het verleden lette hij niet op het zetmeelgehalte bij aankoop. Vorig jaar bleek dat het zetmeelgehalte laag was, waardoor de methaanemissie hoog is. Nu let Thijs bij aankoop wel degelijk op het zetmeelgehalte van de mais.
Het effect van veeafvoer
De broeikasgasemissie is uitgedrukt per kg meetmelk. Het gaat om de emissie voor melkproductie. Dus de emissie voor de vleesproductie wordt er uitgerekend. Als er nauwelijks afvoer van vee is, zijn alle ’broeikasgasemissie toegeschreven aan de melkproductie. Dit betekent dat veeafvoer ook invloed heeft op de broeikasgasemissies. Hier bewust mee omgaan, kan leiden tot een lagere emissie per kg meetmelk.
Voedermiddelen met lage emissiefactor
Alle voedermiddelen hebben emissiefactoren voor methaan. Om een lage methaanemissie te halen, is het raadzaam om voedermiddelen te gebruiken met een lage emissiefactor. Neutel merkt op dat sommige vergelijkbare voedermiddelen, zoals sojaschroot een hele hoge EF waarden hebben en sommige beduidend lager. ‘Het lijkt soms wel dat het leverancier afhankelijk is. Let daar dus goed op als veehouder. Vraag vooraf naar EF waarden,’ is het advies van Neutel.
In bijlage 4 van dit rapport staan de emissiefactoren vermeld bij alle voedermiddelen. Als veehouder kun je nagaan welke voedermiddelen dan gunstig zijn en welke minder gunstig. Over het algemeen zijn voedermiddelen met veel suikers ongunstig voor de methaanemissie. Dus perspulp niet en biesbostel wel.
Eigen energieproductie
De eigen energieproductie, van bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens, helpen om het fossiele energieverbruik flink te verminderen. De energievraag bij Thijs is fors door de melkrobots en het automatisch voersysteem. De energievraag is daarbij vrij constant. Daarom is een combi van zonnepanelen en windmolens een slimme keuze, want er is een continue stroom van energie. Als de zon niet schijnt is er wel wind. Als het windstil is, is er vaak wel zon.
Bron: Verantwoorde Veehouderij