Mais is een echte kali’vreter’. Bij een gewas met een opbrengst van 19 ton drogestof per hectare praten we over een consumptie van meer dan 300 kg K2O. Zelfs bij een opbrengst van ‘maar’ 16 ton ds/ha onttrekt mais gedurende een seizoen al zo’n 260 kg K2O/ha. Wat betekent dit aan de vooravond van het nieuwe maisseizoen voor het bemestingsplan?
Om 260 kg K2O/ha aan te voeren is bijna 50 kuub rundveedrijfmest nodig. Deze hoeveelheid gaat op veel percelen echter de wettelijke fosfaatnorm te boven. Vanuit het oogpunt van maximale groeiomstandigheden moet er dan een aanvullend plan voor voldoende kali-aanvoer gemaakt moeten worden. Dit kan ingevuld worden met minerale meststoffen. Een alternatief is de organische mest nu voor of tijdens het zaaien als rijenbemesting te geven. Door mineralen in de rij te geven in plaats van volvelds te verspreiden, zijn de volgende verbeteringen in de werking van meststoffen te realiseren:
- 25% in geval van stikstof (N)
- 25-50% in geval van fosfaat (P)
- 0-75% in geval van kali (K)
Hogere drogestofopbrengst bij rijenbemesting
Onderzoek op het Zuidoostelijk zand onderschrijft de efficiëntere benutting bij rijenbemesting en de daarmee samenhangende verhoging van de drogestofopbrengst. In dit onderzoek resulteerde een volveldstoepassing van 15 ton rundveedrijfmest in een drogestofopbrengst van circa 17 ton, bij dezelfde hoeveelheid als rijenbemesting was de opbrengst ruim 18 ton. Na toepassing van 35 ton rundveedrijfmest was het resultaat ruim 18,5 ton drogestof bij volvelds en iets meer dan 20 ton bij de rijenbemesting. De met een rijenbemesting uitgespaarde drijfmest kan dan naar het grasland of eventueel andere gewassen.
Aandachtspunten rijenbemesting drijfmest in één werkgang
- Als mest wordt uitgereden tijdens het zaaien is het aantal werkbare dagen beperkt
- Let op de afstelling van de bemester. Dit is heel belangrijk. Als drijfmest te dicht bij het zaad wordt toegediend (minder dan 7 cm afstand) is er kans op zoutschade en opbrengstderving (10-20%)
- Zorg ervoor dat de hoeveelheid losse grond wordt beperkt voor een goed zaairesultaat
- Geef, afhankelijk van de gehalten, maximaal 35 tot 40 m3/ha om de mest goed in de bouwvoor te houden en niet er bovenop
- Voorkom dat het zaad in de drijfmest komt te liggen
- Houd rekening met structuurschade op nattere grond
Diverse van de bovenstaande aandachtspunten krijgen in de praktijk al aandacht door inzet van een twee-fasen systeem (bemesten en zaaien apart) met daarbij gebruik van RTK-GPS.