De introductie van het voerspoor om de stikstofcrisis te bezweren, zorgt voor veel ophef in de melkveehouderij. Een regulering van het aandeel ruweiwit in mengvoer en grondstoffen raakt verschillende bedrijven diep. Zoals Rob Schellekens, die inschat dat het voerspoor hem tienduizend euro gaat kosten voor het einde van dit jaar.
Medio mei heeft de droogte alweer flink toegeslagen op de hoge zandgronden rondom Valkenswaard. Voor het derde jaar op rij is een droog groeiseizoen het vooruitzicht, en al vroeg in het voorjaar zijn de beregeningsverboden afgekondigd. Toch is de droogte niet de grootste vrees van melkveehouder Rob Schellekens. Het aangekondigde voerspoor – onderdeel van het pakket maatregelen om de bouw na de corona-crisis geen last te laten ondervinden van de stikstofproblematiek – dreigt er veel harder in te hakken bij een groot deel van de melkveehouders in deze regio. Ook voeradviseur Ruud van den Oever (Gebroeders Fuite Mengvoeders) beaamt: “De droge zandgronden hebben het zwaar.”
Rantsoenen finetunen tot op koe-niveau
Het voerspoor schrijft voor dat vanaf 1 september geen enkelvoudige grondstoffen of mengvoeders aanwezig mogen zijn met een ruw eiwitgehalte – in Schellekens’ geval – van 193 gram per kilogram drogestof. Op andere grondsoorten gelden andere – lagere – normen, afhankelijk van de intensiteit van het bedrijf. Naast de dreiging van een derde droge zomer op rij, breekt ook het intensievere karakter van deze streek hem op. Rob legt uit: “Op drogere zandgronden wordt veel mais geteeld. Mais geeft hogere opbrengsten dan gras. Gras is hier niet of nauwelijks beschikbaar. In combinatie met perspulp en aardappelpersvezels wordt er een energierijk basisrantsoen gemaakt. Met maatvoeders en enkelvoudige grondstoffen kunnen we vervolgens de rantsoenen finetunen tot op koe-niveau. Dat is enorm efficiënt.”
Beste 10 melkers van Noord-Brabant
De MPR-gegevens en de leverantiegegevens aan melkverwerker FrieslandCampina ondersteunen Schellekens gelijk. Jaarrond realiseert Schellekens een productie van 12.225 kilogram melk – goed voor een plek bij de beste 10 melkers van Noord-Brabant – met een ureum van 20. Er wordt geen eiwit verspild binnen het melkveebedrijf. “Dat mag ook niet, want het is het duurste component. Daarom leveren we voeders op maat, afgestemd op het aanwezige ruwvoer”, licht Van den Oever toe.
Concentratie benutbaar eiwit neemt af
In het kader van het voerspoor is die efficiëntie relevant. Minister Carola Schouten stelt namelijk dat het voerspoor efficiëntie van eiwit – en dus stikstof – stimuleert. Door mengvoeders vanaf een bepaald percentage ruweiwit te verbieden – op sanctie van een economisch delict en celstraf – kan er een stikstofdepositie van 1,2 mol/ha/jaar ingeboekt worden voor economische ontwikkeling. “Maar juist de efficiëntie van het rantsoen komt onder druk te staan als je krachtvoer gaat vervangen door ruwvoer”, vertelt Schellekens, die een hypothetische doorrekening maakt. “Gras is in intensieve melkgebieden niet beschikbaar en het bouwplan kan halverwege het groeiseizoen niet meer aangepast worden. Maar stel dat ik meer eiwit uit ruwvoer ga vervangen, dan heb je ook te maken met stikstofverbindingen waar een koe niks mee kan, zoals nitraat. Ik moet dus méér ruweiwit voeren op rantsoenniveau om aan de netto voerbehoefte te voldoen. Dat kan niet de bedoeling van de regeling zijn.”
De droge jaren 2018, 2019 en het begin van 2020 versterken dat effect, vertelt Van den Oever. “Uit analyses van graskuil blijkt dat het verschil tussen ruweiwit en ruweiwit totaal is vergroot. De concentratie benutbaar eiwit neemt dus af.” Concreet betekent het inwisselen van mais door gras dat het rantsoen met 10 gram eiwit moet stijgen om de behoefte aan benutbaar eiwit af te dekken.
Meer mengvoer of lagere melkproductie?
Het telen van meer gras of een ander eiwitgewas is niet mogelijk, dus blijven er voor Schellekens maar twee alternatieven over: meer kilogrammen mengvoer gaan voeren of genoegen nemen met een lagere productie. “Dat laatste zou voor een tijdelijke periode een optie zijn, maar deze regel gaat niet van tijdelijke aard zijn. In 2021 wil minister Schouten in overleg met de sector om uitvoering aan het voerspoor te geven. Dat betekent dat het gebruik van soja permanent ter discussie zal staan. Op langere termijn kan ik me geen grote productieverlaging permitteren, mede omdat de fosfaatrechten hier ook al ingegrepen hebben met 8,3 procent korting. Daarnaast grijpt een productieverlaging ook in op diergezondheid. Een hoge melkproductie is niet alleen een kwestie van voeren, maar er zit ook een genetische melkdruk achter”, vertelt Rob ontstemd.
Berekening melkveehouder
Een doorrekening van Van den Oever en Schellekens laat zien dat een productiedaling van minimaal 1 liter een realistisch gevolg is van het voerspoor. Inclusief indikking van de vaste kosten schat Schellekens in dat het voerspoor hem zo’n 10.000 euro in 4 maanden zal kosten als gevolg van hogere voerkosten of verlaagde omzet. ”En dat is nog een grove schatting, want er zal druk komen op eiwitrijke grondstoffen, met prijsverhoging als gevolg.”