Neemt de schade in mais door ritnaalden toe? Een graslandvoorvrucht kan oorzaak zijn maar wat is de rol van grasachtige vanggewassen? Om hierop een antwoord te geven komt Wageningen University & Research (WUR) namens de PPS Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw graag in contact met telers, loonwerkers en andere partijen die te maken hebben met ritnaaldschade.
Plaaginsect
Ritnaalden zijn larven van de kniptor en zijn een plaaginsect in meerdere gewassen waaronder mais. Ritnaaldschade in mais wordt geassocieerd met (meerjarig) grasland als voorvrucht, omdat de kniptor haar eitjes afzet in grasachtigen, vanaf begin mei met een piek in juni. De ritnaalden die uit de eitjes komen vreten aan organisch materiaal en (dus) ook aan gewassen. We kennen ca. honderd soorten ritnaalden in Nederland, maar zover bekend zijn een paar soorten uit het geslacht Agriotes de enige die economische schade veroorzaken.
Schade door ritnaald
Ritnaalden kunnen meerdere planten achter elkaar laten wegvallen en zo open plekken in een gewas veroorzaken. De laatste jaren lijkt de schade door ritnaalden in mais toe te nemen. Hierbij speelt het wegvallen van zaadbehandelingsmiddelen een waarschijnlijke rol, maar er lijkt ook iets anders aan de hand. Vanuit de praktijk klinken geluiden dat ook in percelen zonder meerjarig grasland als voorvrucht plantwegval door ritnaalden voorkomt. In dergelijke gevallen wordt nogal eens gewezen op de toepassing van vanggewassen; met name grasachtigen zouden het probleem veroorzaken of verergeren. Dat is echter niet te verklaren vanuit de huidige kennis van de biologie van ritnaalden. Er lijkt dus meer aan de hand en er is duidelijk behoefte aan inzicht in de nieuwe situatie.