China is een zeer uitgestrekt en divers land. Op de wereld leven er 1,4 miljard Chinezen, 1 op de 5 wereldburgers is een Chinees. De Chinese middelklasse telt naar schatting dan ook 350 miljoen personen. Het is vooral deze middenklasse die zuivel consumeert. De Chinese zuivelmarkt groeit met ongeveer 3 procent per jaar. Chinezen denken dat ze net zo groot zullen worden als Westerlingen als ze veel zuivel consumeren.
Liba reisde afgelopen zomer met een gezelschap van 60 personen naar China. In de driehoek Beijing – Xian – Shanghai werden 8 melkveebedrijven en zuivelbedrijven bezocht.
Voedselvoorziening en -zekerheid
Onder leiding van Mao Zedong werd in 1958 privé-eigendom van grond in China afgeschaft. Zedong wilde hiermee in een hoog tempo de economie ombuigen van een agrarische naar een socialistische, industriële maatschappij. Maar amper twee jaar na het afschaffen van het eigendomsrecht waren de graanopbrengsten met 70 procent gedaald. Een enorme hongersnood die leidde tot tientallen miljoenen slachtoffers was het gevolg. In elke familie herinnert zich men wel nog iemand die begin jaren 60 de hongerdood gestorven is. Voedselvoorziening en voedsel zekerheid zijn voor de Chinees dan ook zeer belangrijk.
Chinese bedrijven participeren vaak in buitenlandse voedingsbedrijven. Tegelijkertijd staat de Chinese overheid toe dat buitenlandse zuivelverwerkers mee participeren in Chinese bedrijven, bijvoorbeeld Arla, Campina, Danone en Fonterra. De samenwerking heeft een wisselwerking. De kennis wordt overgedragen vanuit het buitenland naar China en de buitenlandse partner krijgt toegang tot de Chinese markt.
Verbod op koe in de wei
China herbergt 20 procent van de wereldbevolking, maar slechts 10 procent van de grond is vruchtbaar. Het is dan ook logisch dat de vruchtbaarste gronden bij uitstek gebruikt worden voor de plantaardige productie, vooral in de vorm van groenten-, suikermais- en de teelt van rijst. De pachtprijzen noteren rond de 3.000 euro per hectare, wat het telen van ruwvoer niet interessant maakt. Koeien worden niet geweid. Dat is in China zelfs verboden. De milieudruk, het aspect voedselveiligheid en het niet efficiënt aanwenden van de grond als beperkende productiefactor, liggen ten grondslag aan dit verbod.
Voersaldo op Europees niveau
De melkprijs in China ligt een stuk hoger dan de Europese prijs. De gemiddelde melkprijs over de laatste jaren bedraagt ongeveer 0,50 euro per liter. Wel zorgen de hoge pachtprijzen ervoor dat de melkveebedrijven geen goedkoop ruwvoer kunnen telen. De prijzen van snijmais variëren tussen de 75 en 100 euro per ton. Ruwvoer is er dus heel schaars. Melkveehouders lossen dit op door luzerne en hooi aan te kopen uit de VS en Canada en door de import van haverhooi vanuit Australië. Deze ruwe-celstof-bronnen worden aangevuld met krachtvoer vanuit Zuid-Amerika en Australië. Vanwege de handelsoorlog tussen de VS en China zijn de prijzen voor dit Amerikaans luzerne- en hooi gestegen van 350 naar 450 euro per ton. De rantsoenen zijn er per kilogram drogestof dan ook 2,5 keer zo duur als onze Europese rantsoenen.
De productie op de vijf bezochte bedrijven lag tussen de 30 en 35 liter per koe. Dat is aan de lage kant voor de krachtvoerrijke rantsoenen die er gebruikelijk zijn. Wanneer we de hogere melkprijs en voerprijzen doorrekenen, draait men in China ook ongeveer 5 euro voersaldo per koe per dag. Voor de meeste Chinese melkveebedrijven is het verbeteren van het management dan ook een van de prioriteiten. Daarvoor doen de Chinezen vaak een beroep op buitenlandse kennis.
Aandacht voor milieu
Ook in China focust de overheid sinds enkele jaren op het milieuaspect van bedrijven. Men wil de levenskwaliteit van de bevolking verhogen door de milieudruk te verlagen. Het gevolg hiervan is dat er nieuwe maatregelen zijn ingevoerd. Zo is er sinds drie jaar een afvalwater- en drijfmestreglementering. Daarnaast worden bedrijven die een te groot risico vormen op milieuvervuiling vaak zonder pardon gesloten. Zo vernamen we dat een bedrijf dat te dicht bij een waterwingebied voor de bevoorrading van de hoofdstad Beijing is gelegen, werd gesloten.
Type bedrijven
Chinese melkveebedrijven zijn op drie verschillende manieren georganiseerd. Zo zijn er melkveebedrijven die volledig eigendom zijn van de staat. Deze categorie wordt gestuurd door de overheid. De staatsbedrijven zijn weinig dynamisch, behalen mindere resultaten en zijn vaak verouderd.
De meeste melkveebedrijven zijn in handen van de zuivelverwerking. Zuivel verwerkers zijn hoe dan ook verplicht om 50 procent van de verwerkte melk op eigen melkveebedrijven te produceren. Deze maatregel moet vooral de voedselveiligheid garanderen. Deze zuivelondernemingen verwerken de melk tot drinkmelk, drinkyoghurt, babymelkpoeder of ijs. Er wordt geen kaas geproduceerd. Chinezen vinden kaas namelijk niet lekker. Deze categorie bedrijven is jong, modern en vaak gestoeld op een Amerikaans geïnspireerde opzet.
De groep
privébedrijven omvat tot op heden slechts een minderheid van de melkveebedrijven. Wel stimuleert de overheid de ontwikkeling van privé-initiatieven in bepaalde ontwikkelingsregio’s door het geven subsidies en vrijstelling van belasting.