Wageningen University & Research is samen met een ketenbreed consortium van innovatieve bedrijven en organisaties een onderzoek gestart naar het gebruik van samengestelde reststromen uit food service en retail als grondstof voor veevoer (Eco-feed) om zo voedselverspilling tegen te gaan. Dit project met de naam RENEW is een unieke publiek-private samenwerking tussen diervoederproducenten, milieu- en dierenwelzijnsorganisaties, horecabedrijven en de wetenschap.
In Nederland wordt zo’n 1.7 tot 2.6 miljard kilo voedsel per jaar verspild. Om dit tegen te gaan heeft de Nederlandse overheid zich gecommitteerd aan het doel uit de Europese “Farm to Fork” Strategie om in 2030 voedselverspilling te halveren ten opzicht van 2015. Om dit mogelijk te maken staat het gebruiken van reststromen voor veevoer hoog op het prioriteitenlijstje.
Reststromen uit horeca en retail
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De stichting Samen Tegen Voedselverspilling, waarin alle belangrijke initiatieven tegen voedselverspilling in Nederland zijn samengebracht en versneld, is daarom ook partner van RENEW. De penvoerder van het project is NEVEDI, de brancheorganisatie van de diervoederindustrie. ‘NEVEDI wil op zoek gaan naar wat nodig is en wat kan met deze reststromen’, vertelt Frank Gort van NEVEDI. ‘Maar het moet veilig gaan gebeuren en markten in binnen- en buitenland moeten het gebruik van reststromen accepteren. Samen met ketenpartijen moeten we alle opties en consequenties goed overzien. Wageningen is met haar expertise de verbinder en rekent door wat de uitkomsten kunnen zijn.’
Continue kwaliteit en relatieve zekerheid
Hilke Bos-Brouwers, lead scientist bij WUR gaat verder: ‘Er gaan al veel reststromen richting dieren, zoals aardappelschillen, brood en bierborstel. Bij die stromen is er sprake van continue kwaliteit en relatieve zekerheid over de beschikbare volumes. Ook is er een lage prijs. Wij richten ons juist op de complexe, samengestelde reststromen uit de horeca en retail. Hier kunnen mogelijk ook dierlijke producten in zitten. Wat moet er gebeuren om ze geschikt te maken voor kippen en varkens? En onder welke voorwaarden is dat acceptabel voor consumenten en bedrijven uit de keten? Hoeveel milieuwinst valt er te behalen en hoe draagt het bij aan dierenwelzijn in de sector?’
Kunnen, mogen en willen
Na een al ruim 20 jaar geldend verbod op het gebruik van voedselresten met daarin mogelijk dierlijke bijproducten voor diervoeder, is zowel de keten als de politiek huiverig voor het verruimen van mogelijkheden. Het succesvol implementeren van Eco-feed concepten gaat echter verder dan alleen procestechnologische vraagstukken en zorgen om voeder- en voedselveiligheid. RENEW wil bijdragen aan het Kunnen, Mogen en Willen gebruiken van deze reststromen, in Nederland en in Europa. ‘We bouwen voort op onderzoeken die aantonen dat deze reststromen veilig gebruikt kunnen worden, zoals het EU-project REFRESH, de PPS Veilig gebruik van restromen en het project Circulair Varken van Natuur en Milieu’, vertelt Bos-Brouwers.
Twee nieuwe ketenconcepten
Private partijen zoals Nijsen Company, Avined, Kipster, Hamletz – Scharrelvlees van Annechien, en Vermaat gaan tijdens RENEW tenminste twee nieuwe ketenconcepten voor Eco-feed toepassingen ontwikkelen. Alle belemmeringen en kansen worden daarbij in kaart gebracht, om in de toekomst rekening mee te kunnen houden. Door de partners Dierenbescherming en Natuur & Milieu worden milieu en dierenwelzijnsaspecten expliciet opgenomen in deze nieuwe concepten. Eén van de belangrijkste componenten van het project is het maken van positieve business cases voor alle partijen. Bos-Brouwers: ‘Het verduurzamen moet ook economisch aantrekkelijk zijn, waarbij we kijken naar mogelijkheden om op te schalen: het circulair inzetten van ook deze ‘lastige’ reststromen wordt het nieuwe normaal. De belangstelling groeit, ook in Europa. Nog meer bedrijven kunnen zich aansluiten bij deze beweging: het gaat nu gebeuren.’
Bron: WUR