In de bouwsteen Bijvoeding van het project Amazing Grazing is geprobeerd de grasopname te stimuleren door eiwitarme bijvoeding te verstrekken. Het idee er achter was dat koeien het tekort aan pensafbreekbaar eiwit in bijvoeding zouden compenseren met een hogere grasopname. In de praktijk lijken de koeien juist hun voorkeur voor eiwitarme en eiwitrijke rantsoenen te wijzigen.
Dit resulteerde nog niet in de verwachte verhoging van grasopname, de koeien namen vooral minder eiwitarme bijvoeding op. Melkkoeien kunnen bij een onbeperkt aanbod van kwalitatief goed weidegras maximaal 26 kilogram meetmelk produceren zonder enige vorm van bijvoeding. Voor het realiseren van hogere melkproducties is bijvoeren met krachtvoer of ruwvoer in combinatie met krachtvoer noodzakelijk.
Het bijvoeren van ruwvoer is ook wenselijk indien dagelijkse grasgroei kleiner is dan de dagelijkse hoeveelheid gras die de koeien opnemen. Zonder bijvoeding neemt de grasvoorraad af, wordt alle land kaal en is er geen ruimte meer om te maaien. Deze situatie doet zich vooral voor op bedrijven met een kleine huiskavel. Nederland kent veel van dat soort bedrijfssituaties. Op deze bedrijven grazen veel dieren op een kleine oppervlakte en is zonder bijvoeding de grasgroei vrijwel altijd kleiner dan de grasopname. Daarom voert het merendeel van de bedrijven ruwvoer bij naast beweiding.
Bijvoeren naast beweiding is niet eenvoudig
Verstrekken van bijvoeding lijkt eenvoudig maar dat is het niet. Koeien houden van gemak en passen daarom hun graasgedrag aan wanneer zij bijvoeding krijgen. Koeien geven dan de voorkeur aan "gemaksvoedsel" dat ze eenvoudig kunnen opnemen aan het voerhek, waardoor ze minder grazen. De kans is groot dat de dieren steeds meer ruwvoer aan het hek opnemen en steeds minder gaan grazen, waardoor de grasopname afneemt. In zo’n situatie is het wenselijk om de vers grasopname te blijven stimuleren en de bijvoeding te beperken. Dit blijkt ook uit diverse onderzoeken. Hier komt duidelijk naar voren dat melkkoeien de samenstelling van hun rantsoen zelf lijken te optimaliseren. Wanneer koeien een keuzevrijheid hebben, geven ze na een maaltijd met een laag gehalte aan pensafbreekbaar eiwit (OEB) de voorkeur aan een maaltijd met veel pensafbreekbaar eiwit. In het beweidingsonderzoek van Amazing Grazing is geprobeerd of het mogelijk is de koeien te motiveren meer gras op te nemen door eiwitarme bijvoeding (-300 tot -100 OEB) te geven. Het achterliggende idee hiervan was dat koeien mogelijk meer eiwitrijk zouden gras opnemen om het te kort aan pensafbreekbaar eiwit op te heffen.
Koeien balanceren hun eigen rantsoen
De resultaten van het onderzoek in 2016 wijzen er inderdaad op dat koeien hun rantsoen lijken te balanceren door hun voorkeur voor eiwitarme en eiwitrijke maaltijden te wijzigen. Echter dit resulteerde niet in een veel hogere grasopname. De koeien namen juist vooral minder van de eiwitarme bijvoeding op. Per saldo werd het aandeel gras in het rantsoen hoger maar de totale droge stofopname lager.
Een mogelijke verklaring voor de resultaten is dat de eiwitafbraak van weidegras hierin een rol speelt, waarbij de DVE en OEB waarde van het weidegras te hoog wordt ingeschat. Dit komt er op neer dat koeien de eiwitopname (stikstofvoorziening in de pens) onvoldoende konden optimaliseren met een hogere grasopname, omdat er te weinig pensafbreekbaar eiwit beschikbaar kwam uit weidegras. Daarom zal het onderzoek in 2017 worden voortgezet.