De Nederlandse landbouw zet mineralen uit veevoer en meststoffen efficiënter om in dierlijke en plantaardige producten dan begin jaren ‘90. De verliezen van stikstof en fosfor naar bodem en lucht zijn flink verminderd, mede doordat er minder van deze mineralen wordt aangevoerd. Dit meldt het CBS op basis van onlangs gepubliceerde cijfers over de mineralenbalans in de landbouw.
In 1990 werd 31 procent van de stikstof uit veevoer en meststoffen omgezet in dierlijke of plantaardige producten. In 2015 was die zogeheten benutting gestegen naar 47 procent, waardoor er dus minder stikstof verloren ging. De afgelopen jaren is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven. De fosforbenutting steeg zelfs van 44 naar 93 procent. Hier is nog wel sprake van een toenemende trend.
Minder verlies naar bodem en lucht
Het mestbeleid van de afgelopen 25 jaar resulteerde in steeds kleinere verliezen van aangevoerde mineralen in de landbouw. De bemesting is minder overmatig en de mesttoediening is minder verspillend. In 1990 bleef nog 361 miljoen kilo stikstof in de bodem achter, in 2015 was dit gedaald naar 242 miljoen kilo. Het verlies van stikstof naar de lucht daalde van 263 miljoen kilo in 1990 naar 90 miljoen kilo in 2015. Het bemesten van landbouwgrond vindt tegenwoordig doelmatiger plaats en verliezen uit stallen en mestopslag zijn lager dan toen.
Verlies van fosfor vindt alleen plaats via de bodem en is afgenomen van 69 miljoenkilo in 1990 naar 6 miljoen kilo in 2015. Opvallend is vooral de hoeveelheid via kunstmest aangevoerde fosfor: die is sinds 1990 met 88 procent afgenomen. De Nederlandse landbouwsector lijkt hiermee op weg naar nulverlies van fosfor naar de bodem, ondanks het feit dat de fosfaatproductie van de veestapel in 2016 nog iets hoger lag dan het door de EU vastgestelde fosfaatplafond.
Afnemende aanvoer voedingsstoffen
De afgelopen 25 jaar is de aanvoer van stikstof en fosfor naar veehouderijen (in de vorm van veevoer) en naar akker- en tuinbouw (als meststoffen) aanzienlijk verminderd. De stromen van stikstof en fosfor vanuit de landbouw zelf (dierlijke mest en ruwvoer) zijn flink in omvang afgenomen, net als de industriële toevoer (kunstmest en krachtvoer). Ondanks de afgenomen aanvoer van deze mineralen bleef de afvoer van stikstof en fosfor via landbouwproducten op peil. Een lichte afname van de plantaardige productie werd gecompenseerd door een lichte toename van de dierlijke productie.