Op droogtegevoelige bodems missen gewassen vaak de aansluiting met het grondwater. Ze zijn dan afhankelijk van de neerslag en beregening. Gras heeft meer last van droogte dan maïs, omdat het minder efficiënt met water omgaat. Koeien & Kansen-ondernemer Stevens lost dit op door de neerslag zo veel mogelijk vast te houden met het plaatsen van een stuw.
De BedrijfsWaterWijzer toont de risico’s voor droogte. Lees hier alles over hoe droogteproblemen samenhangen met de bodem en de grondwaterstand.
Probleem: grondwater te diep voor wortels
Op bedrijven met diep ontwaterde zandgronden daalt de grondwaterstand in de zomer veelal zo ver dat de afstand tot de wortels te groot wordt voor capillaire opstijging uit het grondwater. De afstand waarbij dit nog wel het geval is, wordt uitgedrukt als kritieke z-afstand (zk). De zk geeft aan welke afstand het grondwater tot de wortelzone kan overbrug gen. Zie tabel 1. Wordt de zk overschreden? Dan is een gewas uitsluitend afhankelijk van water dat van bovenaf komt, dus neerslag of beregening.
Door gedaalde grondwaterstanden doen problemen vanwege droogte zich steeds vaker voor. Die daling komt onder andere door toenemende verdamping (klimaatverandering), grondwaterwinningen en drainage. Het is de vraag of, en in welke situaties, het effectief is om water in het voorjaar langer vast te houden zodat gewasgroei minder neerslagafhankelijk wordt.
De oplossing kan tweeledig zijn, namelijk ofwel het grondwaterpeil verhogen, dan wel gewassen telen die dieper wortelen.
Opzetten slootpeil
Sloten voeren water af. Ze blijven dit doen tot ze droogvallen. Dat laatste kun je afremmen c.q. voorkomen door een stuw te plaatsten die het water in de sloot in het voorjaar langer vasthoudt. Hiermee zal de grondwaterspiegel onder de per celen minder diep wegzakken. Of het stuwen effectief is, kunnen we inschatten door het bodem profiel te onderzoeken voor de kritieke stijgafstand. Als het bodemprofiel bijvoorbeeld bestaat uit leemarm zand, dan overbrugt de capillaire nalevering slechts 70 cm (zk).
Bij een bewortelingsdiepte van 30 cm moet de grondwaterspiegel dan dus binnen 100 cm blijven. De vraag is of het opzetten van het slootpeil hiervoor kan zorgen en of hiermee ook het midden van het perceel bereikt kan worden. Met andere woorden: tot hoever van de sloot werkt het? Bedenk daarbij dat ook bodemverdichting en storende lagen de capillaire nalevering kunnen beperken.
Diepwortelende gewassen
Een andere manier om capillair vocht binnen bereik te brengen van gewassen is om de worteldiepte te vergroten met dieper wortelende grassen, kruiden en vlinderbloemigen zoals klaver. Ook nieuw ingezaaid gras wortelt dieper dan blijvend gras. Dit pleit voor een intensieve vruchtwisseling (1:3) met snijmais, zoals dat op Agroinnovatiecentrum De Marke gebeurt. Dit vergroot de gemiddelde worteldiepte voor grasland en voorkomt een sterke daling van het organische stofgehalte in de bodem zoals bij continuteelt van snijmais.
Voorwaarde voor een diepere beworteling is een voldoende dikke bouwvoor en het voorkomen van bodemverdichting. Als je bij bodemverdichting diepwoelen overweegt, combineer dit dan altijd met een verbetering van het management daarna, omdat anders zal de oude situatie snel zal terugkeren.
Ervaring en leerpunten om schade door droogte te voorkomen uit de praktijk
Op het bedrijf van Geert en Stevens in het Overijsselse Holten is geïnventariseerd of het opzetten van het slootpeil in het voorjaar mogelijk is. Ook hij boert samen met zijn vrouw Dineke op diep ontwaterd zand en dus met grond water op grote diepte. Na overleg met collega’s in de directe omgeving en met het waterschap kwa men twee mogelijkheden naar voren, namelijk peilverhoging in een beperkt aantal sloten met een beïnvloedingsgebied van ongeveer 100 ha en een uitgebreidere peilopzet in meerdere sloten met een aanmerkelijk groter beïnvloedingsgebied.
Figuur 3: Weergave van de droogtegevoeligheid bij het bedrijf Stevens op basis van de “omgeving” (bodem en grondwaterstand) in de BedrijfsWaterWijzer.
Voor Stevens was de uitgebreidere variant het meest interessant, omdat dit een groter deel van zijn bedrijf beïnvloedt. Het probleem was echter, dat dan bovenstrooms een natter gebied vermoedelijk onderbemalen zou moeten worden. Daarom is voor de beperktere variant gekozen omdat daar collega’s binnen het beïnvloedingsgebied geen bezwaren of zelfs voordelen zien. In 2022 is een stuw geplaatst in de betreffende sloot.
Koeien & Kansen zal met grondwaterstandsbuizen het effect meten en evalueren.
Ervaringen om schade door droogte te voorkomen op een rij
De ervaringen van Stevens en andere Koeien & Kansen-ondernemers hebben inmiddels de volgende leerpunten opgeleverd:
- Let op de bodemeigenschappen van de percelen. Als het profiel geen water kan naleveren, dan heeft een opzet van het slootpeil weinig effect. Het kan verstandig zijn hiervoor een veldbodemkundige of een deskundige van het waterschap te raadplegen.
- Vaak is de grondwaterstand verlaagd om vroeg het land op te kunnen. Wees met het oog op droogtebestrijding hier terughoudend in. Water dat verdwenen is komt immers niet meer terug. Dat is het dilemma bij de keus over wel of niet stuwen.
- Het is belangrijk dat het plaatsen van een of meerdere stuwen in overleg gebeurt met waterschap en medegebruikers binnen hetzelfde peilvak. Het stuwen van de sloot kan immers bovenstrooms voor ongewenste wateroverlast zorgen. Verken dit op tijd.
- In geval van twijfel kan het nuttig zijn om de effecten van peilopzet te testen met enkele peilbuizen zodat je kunt zien of het grondwater inderdaad reageert. Op basis van de resultaten kun je dan besluiten tot meer blijvende maatregelen om de toekomstige vochtvoorziening te verbeteren.
Bron: Verantwoorde Veehouderij