Op hun melkveebedrijf in Rutten in de Noordoostpolder houdt maatschap Hakvoort-Haarman 70 melkkoeien en bijbehorende jongvee. Vijf jaar geleden schakelden ze rigoureus om van gangbaar TMR-bedrijf naar biologische bedrijfsvoering met Pure Graze Saladebuffet. Een keuze waar ze absoluut geen spijt van hebben. “We halen nu meer inkomen uit het bedrijf. Bovendien met minder werk, dat laten we vooral door de bodem doen.”
Jelle en Willian Hakvoort namen in 2007 het bedrijf over. De eerste jaren was het streven zo hard mogelijk te melken. Het was een intensief bedrijf met 75 melkkoeien op zo’n 25 hectare droogtegevoelige zandgrond. Dit maakte dat jaarlijks veel ruwvoer moest worden aangekocht. De melkproductie lag rond de 10.000 kilogram per koe, maar de baten wogen vaak niet op tegen de kosten en de arbeid die erin werden gestoken. “Dan moest er weer geïnvesteerd worden in een sleufsilo, dan weer in een voermengwagen. Voer aankopen, mestafzet, er kwam geen eind aan en we vroegen ons af of we zo door konden gaan”, vertelt de melkveehouder hierover.
Radicale omslag
Een buurman van Hakvoort werkte volgens PG NxT-STEP Farming, het bedrijfssysteem van Pure Graze. De buurman kreeg daarbij 1-op-1 begeleiding van Pure Graze. Door het enthousiasme van de buurman ging Hakvoort zich ook verdiepen in deze manier van werken. Hij raakte meer en meer overtuigd van de voordelen die het hem kon opleveren en met hulp van een andere collega-veehouder schakelde hij vijf jaar geleden om naar biologisch. Ook de percelen van de maatschap Hakvoort-Haarman werden ingezaaid met Saladebuffet. In plaats van dag en nacht op stal gingen de koeien dag en nacht de wei in. Met stripgrazen krijgen de koeien naar behoefte meerdere keren per dag nieuw gras. De melkproductie ligt nu op ongeveer 5.500 kilogram per jaar met 4.80 procent vet en 3,70 procent eiwit. “De productie is fors minder dan vroeger, maar het verschil is dat we nu minder zwaar werk hebben, daar meer plezier van hebben en ook nog eens een beter inkomen hebben. De kostprijs is veel lager.”
Mini-regenwoud
Hakvoort omschrijft zijn grasland als een mini-regenwoud. Het Saladebuffet-mengsel kan in korte tijd tientallen centimeters hoog worden. Bij de maatschap Hakvoort-Haarman zo’n zeventig tot tachtig centimeter. “De lange en diepwortelende planten houden veel vocht vast. Het extra vocht kan ik goed gebruiken op onze droogtegevoelige percelen. Het Saladebuffet sleept mij door droge periodes heen. Mede hierdoor haal ikzelf nu twintig procent meer product van een hectare dan toen we nog gangbaar boerden. Ten opzichte van standweiden is 47 procent verhoging mogelijk.” De melkveehouder heeft ervaren dat bemesten met kunstmest van het Pure Graze-mengsel niet meer nodig is. “Net als voorheen voeren we ook nu mest af. Verschil is echter dat we er geld voor krijgen in plaats van voor betalen. Onze eigen grond houden we vruchtbaar doordat de koeien veel gras vertrappen. Dat klinkt misschien vreemd, maar het houdt de mat in goede conditie doordat er zo veel organische stof in de bodem komt. Als je een gezonde bodem hebt, is toevoegen van mineralen niet nodig. Die zitten genoeg in de grond en als de omstandigheden goed zijn, komen ze vanzelf beschikbaar voor de plant.” Het enige dat Hakvoort aan bemesting doet is het strooien van kalk met de oude kunstmeststrooier en vulkanisch gesteentemeel via de drijfmest. In drie giften strooit hij jaarlijks zo’n 300 kilogram per hectare. “Kalk is de meest onderschatte meststof”, vindt Hakvoort. “Calcium is de motor van de bodem en zorgt ervoor dat voedingsstoffen beter worden opgenomen.”
Doorzaaien
Aan het eind van het tweede jaar is het raadzaam om het Saladebuffet door te zaaien, is de ervaring van Hakvoort. “De tweejarige voedergewassen, zoals luzerne, rode klaver en cichorei raak je dan kwijt. Doorzaaien kan met de wiedeg of de kunstmeststrooier. De totale zaaikosten komen neer op zo’n honderd euro per hectare. “Ideaal zou zijn dat de planten zichzelf uitzaaien. Maar dit wordt vaak een teleurstelling. Je moet daarbij toch zelf aan de slag”, vertelt de melkveehouder.
Ruwvoer aankopen
De melkkoeien van de maatschap Hakvoort-Haarman weiden doorgaans van begin maart tot eind november. Dit betekent dat thuis weinig gras overblijft voor ruwvoerwinning. “We hebben vorig jaar maar ongeveer zestig procent van onze percelen gemaaid. Van een jong saladebuffet kun je wel vijf keer weiden zonder te hoeven maaien. We maaien dan wel eens een perceel schoon.” Het ruwvoer dat Hakvoort tekort komt, koopt hij aan. Het gaat dan vooral om natuurhooi en gras-klaver-kuilgras van akkerbouwers. De krachtvoergift per koe ligt op 868 kilogram per jaar. Met de huidige voerstrategie zit het bedrijf op 12,97 cent totale voerkosten per kilogram melk, waarvan 5,65cent krachtvoerkosten. “Belangrijk is ook dat we nu onze geldcyclus enorm verkorten. Een gemiddelde melkveehouder financiert een half jaar voor. Dit gaat ten koste van je liquiditeit”, vertelt Hakvoort.
Het land in
Hakvoort neemt ons mee het land in om verschillende percelen te laten zien. In een perceel dat vrij recent beweid is, laat hij zien hoe tussen het platgetrapte mengsel nieuwe grasjes naar boven komen. “Veel mensen zien dit dode materiaal als rotzooi. Maar het is voeding voor de volgende snedes,”, vertelt Hakvoort. Hij laat ook zien dat soorten als kropaar gaan overheersen als je niet oppast. “Om dit te voorkomen, moet je tijdig de andere soorten bijzaaien.” Hij laat ons ook een perceel zien dat twee weken geleden in de baal is gegaan. Dit perceel is vorig najaar na perceelsruil met een akkerbouwer ingezaaid. Voordat het gemaaid werd, is het perceel twee keer beweid. “Bij inkuilwerkzaamheden moet ik de loonwerker goed instrueren. Zo moet je bij Saladebuffet zeker niet te kort afmaaien. Wij houden twaalf centimeter aan. Maai je korter, dan maai je de groeipunten van de klaver er af. Dit sterft dan ondergronds ook af. Ook moet je bij ons hoog harken. Niet de laatste sprietjes proberen mee te pakken.”
Weiden is minder werk
Dan wordt het tijd om naar de koeien te gaan. Hakvoort neemt ons eerst mee naar een perceel waar de koeien de nacht ervoor hebben gelopen. Hier is goed te zien op welke grashoogte de melkveehouder inschaart. Lang niet alle gras wordt opgevreten. Veel wordt ook vertrapt. De koeien komen echter niets tekort. “De koeien laten zelf zien of ze genoeg gehad hebben”, aldus Hakvoort, die na experimenteren met driewegkruisingen nu toewerkt naar een veestapel met zoveel mogelijk Jersey-bloed. “En ik krijg liever organische stof via vertrapping dan via mest.” De melkveehouder weidt het liefst de kalveren voor de koeien uit. “Zij eten het slagroom ervan af”, omschrijft Hakvoort deze werkwijze. “We hebben een voorjaarskalvende veestapel. We spenen de kalveren op drie maanden, zetten ze dan twee weken op luzerne, gewelde pulp en brok en dan mogen ze de wei in.”
Om de koeien in het grasland te zien, moeten we naar het kavel van de buurman 300 meter en twee dammen verderop. Hakvoort mag beschikken over een perceel met grasklaver aldaar. “Ik kan dit wel gaan maaien, maar weiden levert meer geld op. En zo laat je de bodem en de koeien het werk doen!” vertelt Hakvoort, die en passant vertelt dat weiden ook voordelen heeft voor aardappeltelers. “Bij weiden heb je minder luizendruk in naastgelegen aardappelpercelen dan bij maaien. Maaien betekent vaak spuiten. Dit komt doordat je ineens al het gewas afmaait, waardoor de luizen uit het gras massaal naar de aardappels gaan!”
Het Pure Graze Saladebuffet
Maatschap Hakvoort-Haarman maakt gebruik van de producten en diensten van Pure Graze. De melkveehouders zijn hier inmiddels zo bedreven in en enthousiast over, dat Jelle als coach ook andere melkveehouders helpt om het Pure Graze concept toe te passen. Pure Graze biedt Saladebuffetten en enkelvoudige zaden, maar vooral ook veel kennis die de onderneming graag met melkveehouders deelt via bijvoorbeeld cursussen, een community, lezingen en webinars. Op deze manier wil het bedrijf bijdragen aan verduurzaming van de grondgebonden veehouderij en verbetering van de inkomenspositie van veehouders.
Tekst: Gerben Hofman
Foto’s: Pure Graze en Gerben Hofman