Bij het beoordelen van de grasgroei blijken veel veehouders zich te laten leiden door de buitentemperatuur. Als je begin mei op 70 kg aan bijgroei rekende, dan kwam je daar niet aan. De groeisnelheid van gras is niet alleen afhankelijk van de soort bodem, de vochtigheid van de grond en de beschikbare voedingsstoffen voor de plant. Ook de bodemtemperatuur speelt een belangrijke rol. De sapstromen in het gras komen pas op gang als de bodemtemperatuur tussen 5°C en 8°C is.
De afgelopen weken was de verwachting van veel veehouders dat het gras goed zou groeien; het was immers warm weer. De praktijk is echter weerbarstig. Overdag is het relatief warm, maar de nachttemperatuur is nog laag waardoor de bodemtemperatuur tot ongeveer medio mei niet boven de 11°C uitkwam. De grasgroei is optimaal bij een bodemtemperatuur tussen 12°C en 20°C en stopt geleidelijk boven een bodemtemperatuur van 25°C.
Meten bodemtemperatuur
De bodemtemperatuur op zo’n 10-15 centimeter diep is leidend voor de grasgroei. Op 29 april was de bodemtemperatuur in Noord-Nederland 9,1°C en in de periode daarvoor is de bodemtemperatuur niet boven de 10,5°C geweest. Daarbij is het waarschijnlijk dat relatief vochtige bodems minder snel opwarmen dan relatief droge bodems door de hoge warmtecapaciteit van water.
Pas op 9 mei om 10.20 uur was de actuele bodemtemperatuur op 10 cm in Marknesse 12,4°C en in Nieuw Beerta 12,1°C. Op 23 mei was de bodemtemperatuur respectievelijk 15°C en 16,5°C.
Droogte en bemesting voor een betere grasgroei
De tweede snede geeft door droogte (bijna) altijd minder gras dan de eerste snede. Bemest nu vooral op percelen met de beste vochtvoorziening; de percelen met voldoende vocht in de bodem of percelen die je kunt beregenen. Alleen op deze percelen zie je hergroei van het gras. De regen van 19 mei was niet overal voldoende, soms blijkt alleen de bovenste 5 cm vochtig te zijn terwijl voor een goede grasgroei de grond vochtig moet zijn tot zo’n 15 cm diep.
Dreigt er een vochttekort, verminder of stop dan met bemesten want het gras kan dan niets met de voedingsstoffen. Bemest pas weer na significante neerslag als het einde van de mineralisatieflux in zicht is. Om de mest optimaal te benutten, bemest je bij regenachtig weer of als er regen op komt is.
Beweiden
“De droge grond, het droge gras en de droge lucht zorgen voor een hoog suikergehalte in het gras. Het was dus top gras voor de koeien”, geeft Michiel Meindertsma, weidecoach en DLV-adviseur Mest & Minderalen aan. “Ik raad beweiders aan om, nu het zo droog is, goed op de grasgroei te blijven letten. Bij 100 koeien die elk 6 kg droge stof per dag nodig hebben en 20% weideverliezen heb je dagelijks 720 kg droge stof nodig (100*6*1,2). Het gras dat is weggevreten, moet eerst weer groeien. De groei verschilt per jaargetijde, maar uitgaande van een groei van 60 kg droge stof per ha / per dag heb je bij roterend standweiden 12 ha weideplatform nodig (720/60).”
Bron: DLV Advies