Om goed te kunnen doorgronden hoe graskwaliteit methaanemissies beïnvloedt, moeten we weten wat er gebeurt in de pens. Hoe wordt gras afgebroken in de pens? En hoe kunnen we de kwaliteit zo sturen via graslandmanagement dat we methaanemissies kunnen reduceren?
Onderdeel weideproef
Als onderdeel van het project Graslandmanagement als maatregel voor reductie methaan & ammoniakemissie; wordt er momenteel bij Dairy Campus aanvullend onderzoek verricht. Door de uitvoerige bemonstering van zowel graskwaliteit, afbraakkarakteristieken als methaanemissies, kan dit onderzoek inzicht geven hoe we kunnen sturen met graslandmanagement om methaanemissie te reduceren.
Nylonzakjesproef
De methode in dit onderzoek maakt gebruik van kleine (10*19 cm) nylon zakjes met daarin het te onderzoeken weidegras. Het zakje met gras zit voor een bepaalde tijd in de pens van de koe. In die tijd vindt dan afbraak plaats van het gras door micro-organismen. Het restant dat in het zakje overblijft is vervolgens gewogen en geanalyseerd. Daarmee is bekend hoeveel van het gras is gefermenteerd in de pens en hoeveel ‘bestendig’ is voor darmvertering. De eigenschappen van de grasmonsters bepalen voor een belangrijk deel de snelheid waarmee de nutriënten worden afgebroken. De belangrijkste nutriënten in gras zijn ook eiwit, celwanden en suikers.
Bouwstenen voor waarde van gras
De resultaten, onder meer de afbraaksnelheid van de nutriënten, zijn de bouwstenen voor de berekening van de DVE en OEB waarden van gras. Voermonsters uit de praktijk worden veelal met de – hiervan afgeleide – NIRS methodiek geanalyseerd. In het voorjaar van 2021 verwacht Dairy Campus de eerste resultaten.
Bron: Dairy Campus