Door de extreme en lange droogteperiode in grote delen van onze regio zijn op veel melkveebedrijven de voorraden ruwvoer beperkt en van zeer wisselende kwaliteit. Verder blijft het spannend en onvoorspelbaar hoe de nazomer zal verlopen en wat voor kwaliteit ruwvoer nog geoogst kan worden.
Met name de snijmaisoogst is erg spannend. Wat heeft de lange hitteperiode in augustus voor schade aan het gewas aangericht? Hoe is het verloop van de kolfzetting en kan de snijmais normaal afrijpen of is het gewas noodrijp? Ook het najaarsgras zal sterk van kwaliteit wisselen doordat sommige percelen compleet verdroogd zijn en er twijfels zijn bij de hergroei. Daarbij zal de bemesting per bedrijf en per perceel verschillen. De gewenste regen is zeker niet overal op tijd gekomen. Al deze factoren maken het voor je als veehouder lastig om voor de melkgevende en droogstaande koeien plus jongvee een passend en betaalbaar rantsoen te maken. Hierbij volgen tips en mogelijkheden voor een optimaal rantsoen op de melkveebedrijven met gezonde dieren en een passende melkgift.
Opstellen van een ruwvoerplan
Allereerst is het nodig om te weten hoeveel ruwvoer op voorraad is en wat de kwaliteit daarvan is. De hoeveelheid is goed in te schatten door de afmetingen van de kuilen te meten en het drogestofgehalte per partij correct te schatten. De partijen voordroog die al meer dan 6 weken zijn ingekuild, kunnen worden bemonsterd. Laat daarom van alle grotere partijen een monster nemen en onderzoeken op kwaliteit, conservering en mineralen. Vooral ook de nazomer- en herfstpartijen voordroog kunnen zeer wisselend, maar ook zeer goed, van kwaliteit zijn. Als de kwaliteit en conservering van het ruwvoer bekend is, dan kan de planning gemaakt worden tot volgend jaar 1 juni. Hierbij zijn nog wel gegevens nodig van aantallen melkkoeien en droogstaande dieren.
Voldoende ruwvoer
Als er voldoende ruwvoer op je bedrijf aanwezig is (voordroog tot 1 juni 2021 en snijmais tot 31 december 2021) voor het aantal geplande dieren met een bepaalde melkgift – dan bent je trouwens een gelukkige melkveehouder – probeer dan een juiste voervolgorde te bepalen. Voer de droge en erg broei-gevoelige partijen voordroog pas als het winter is en zeker niet in de zomer. Voer in de zomerperiode, als voordroog nodig is, de kleinere en vochtige kuilen op. Deze broeien veel minder snel. Als de koeien weiden is het te overwegen om geen voordroog te voeren of juist bijvoorbeeld te voeren met gewikkelde grote voordroogbalen. Ook vers gras bijvoeren op stal is zeker een prima optie in het grasseizoen van april tot december.
Tekort aan ruwvoer
Bij een geschat tekort aan ruwvoer moeten er keuzes gemaakt worden. Vooral dan is het bijzonder belangrijk om op tijd in te grijpen. Dit is weer sterk afhankelijk van de prijzen. Wat zal de aankoop van ruwvoer kosten? Wat is de opbrengst aan melkgeld in het komende halfjaar? Ruwvoer aankopen is zeker wel mogelijk, maar de kwaliteit van het aan te kopen ruwvoer moet ook passend zijn. Zo gaat er bijvoorbeeld bij het overkuilen van voordroog of snijmais 10 tot 15 procent van de kwaliteit verloren. Daarbij is het soms goedkoper om losse bijproducten aan te kopen (bijvoorbeeld schone aardappelen zijn erg goedkoop). Ook pulp of bierbostel kunnen aantrekkelijk zijn als het past in het rantsoen. Droogstaande dieren kunnen ook op een rantsoen van stro en brok. Bij tekort aan ruwvoer is het eerder opruimen van dieren soms een geschikte oplossing om de voerbehoefte te verminderen.
Tekst: Dick de Lange, adVee-dierenartsen
Beeld: Twan Wiermans