Het project PreciSIAlandbouw heeft vijf opzichzelfstaande rapporten opgeleverd op vijf thema’s: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering en verdienmodellen. De rapporten zijn bedoeld voor de praktijk, het onderwijs en de onderzoeksgemeenschap. Groen Kennisnet interviewt Corné Kocks, lector Precisielandbouw & Smart Farming. Wat zijn de belangrijkste resultaten en waar is hij het meest trots op?
Het SIA-project belicht niet alleen technologische vooruitgang, maar ook de noodzaak van onderwijs, acceptatieoverwegingen, en duurzame verdienmodellen voor een brede en effectieve implementatie van precisielandbouw. Het ontwikkelde onderwijsmateriaal is te gebruiken in (nieuwe) onderwijsmodules.
Wat zijn de belangrijkste conclusies?
“Drie sensortechnologieën zijn praktisch getest, waaronder het gebruik van drones met warmtecamera’s voor het meten van bladtemperatuur om vroegtijdige zoutstress in aardappelplanten te identificeren. Ook is er een methode ontwikkeld waarbij het microbioom van de bodem bepaald kan worden – specifiek de aanwezige bacteriën, wat iets zegt over ecologische functies in de bodem. Tot slot is er van een aantal graslandpercelen basisinformatie van diverse bodemparameters opgehaald. Met een andere sensor is de hoogte en dichtheid van gras bepaald. Ook is door middel van een NIR-sensor bepaalde gehalten in toegediende meststoffen gemeten. Door het bijeenbrengen en verwerken van data werden na elk maaimoment beslissingen gemaakt over de manier van mestgift.”
“Akkerbouwers en loonwerkers missen kennis voor specifieke werkprocessen, en technische barrières moeten worden overwonnen voor een succesvolle implementatie van precisielandbouw (PL2.0). Training en coaching helpen om de drempels weg te nemen.”
3. Robotisering
“Een werkend systeem toont de opbouw van een modulaire plantherkenningsmodule op autonome robots, met toepassingen zoals onderscheiding van planten en onkruid, locatiebepaling en onkruidverwijdering.”
“In het kader van digitalisering ervaren agrariërs een gebrek aan controle over gegenereerde data op hun bedrijven. Het project benadrukt de noodzaak van een bijgewerkte gedragscode voor datagebruik, wat de basis vormt voor data-gedreven precisielandbouw met voordelen voor zowel bedrijven als de maatschappij.”
“Het werkpakket verdienmodellen integreert perspectieven van loonwerkers, adviseurs, en agrariërs om businessmodellen te ontwerpen die door alle drie de belanghebbenden kunnen worden geïmplementeerd.”
Voor wie interessant en waarom?
“Voor akkerbouwers, veehouders met gras op hun bedrijf, adviseurs, studenten en docenten. Het product biedt inzicht hoe sensoren en platforms ingezet kunnen worden in de dagelijkse bedrijfsvoering. Ook is er informatie over vormen van verdienmodellen en hoe je daar mee om kan gaan. Voor docenten en studenten zitten er voorbeelden in die voor hen nieuwe kennis is. Een bijzonder mooi voorbeeld blijft de meting van zoutschade in aardappelen via drone-beelden.”
“Een bijzonder mooi voorbeeld blijft de meting van zoutschade in aardappelen via drone-beelden.”, Aldus Corné Kocks.
Minder emissies
“Het project draagt bij aan minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen, inzet van nutriënten en daardoor minder emissies naar de omgeving. Daarnaast blijven de gewassen van hoge kwaliteit en draagt het eindresultaat bij aan de voedselzekerheid en voedselveiligheid.”, aldus de onderzoekers.
Hoe nu verder?
“We zijn inmiddels onderdeel van het ELSA-lab alwaar we kijken naar het gebruik van data, delen van data en het eigenaarschap. Daarnaast zijn we begonnen met vraagstukken rondom digitalisering van ondernemers, hetgeen onderdeel is van de EDIH Noordwest Nederland. En één praktijkpartner is onderdeel van een Europese projectaanvraag geworden.”
Bron: Groen Kennisnet