Het Openbaar Ministerie (OM) heeft op 3 mei 2019 in de rechtbank in Zwolle een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden geeist tegen een 65-jarige boer uit de gemeente Steenwijkerland. Het OM verwijt de boer het onthouden van nodige zorg aan zijn runderen. Als bijzondere voorwaarde eist het OM dat de boer de komende 10 jaar geen runderen meer zal houden en dat hij de NVWA daar op toe laat zien.
Volgens het OM is de situatie op bet bedrijf ronduit slecht voor de dieren. De oude stal was sterk bevuild met natte en opgedroogde mest, zo bleek bij een controle door de NVWA. Er was geen hygiënische behuizing voor de dieren, zei de officier op zitting: “De beesten hadden natte en met mest bevuilde ligplaatsen.” Daarnaast bleek dat er onvoldoende gezond voer was en onvoldoende drinkwater van voldoende kwaliteit: “De waterleidingen naar de drinkbakken waren lek en de zelfdrinkers deden het niet. In de voer bakken lagen oude beschimmelde voerresten en verse mest.”
"De beesten hadden natte en met mest bevuilde ligplaatsen''
De boer zou ook zijn dieren los op zijn erf rond hebben laten lopen. Ze konden zo de weg op wandelen. Het erf zou vol met scherpe delen hebben gelegen. “De controlerend dierenarts zag een koe die met zijn poot vastzat achter losliggend draad. In de stal was de vloer ongelijk en er waren zeer veel scherpe delen waar koeien zich aan konden bezeren. Er was een groot gat in het vloer rooster.” Daarnaast lag er volgens het OM meer dan 48 uur een dood kalf op het erf, dat afgevoerd had moeten worden.
‘Structureel probleem’
De NVWA controleerde het bedrijf van verdachte op 13 februari jongstleden. De verdachte is twee keer eerder veroordeeld vanwege het niet op orde hebben van zijn bedrijf. In het onherroepelijke vonnis van april 2017 is een voorwaardelijke stillegging van het bedrijf voor de duur van een jaar, met een proeftijd van 3 jaren opgelegd.
Na de controle op 13 februari zijn door de NVWA werden 52 runderen op bestuursrechtelijke titel afgevoerd en de boerderij van verdachte werd schoongemaakt. De steeds terugkerende situatie deed het OM besluiten tot het vorderen van een voorlopige maatregel, die op 4 maart door de rechtbank werd toegewezen. Dit nadat bij een nieuwe controle op 25 februari weer bleek dat de situatie voor de dieren amper verbeterd was. Verdachte heeft het bedrijf daarna stil gelegd en de beesten afgevoerd.
“In het bedrijf van verdachte lijkt geen sprake te zijn van een incident maar van een chronisch en structureel probleem” zei de officier op zitting: “Het dierenwelzijn en de gezondheid van de dieren is daarmee doorlopend in gevaar.” Eerdere aangeboden hulp heeft de verdachte niet geaccepteerd.
Strafeis
“De voorlopige maatregel heeft ervoor gezorgd dat het bedrijf van verdachte momenteel geheel is stilgelegd en het OM wil dat dat zo blijft. Niet voor even, maar bij voorkeur voor altijd.” Dat is ook de reden waarom het OM niet kiest voor vordering van de ten uitvoerlegging van de stillegging voor de duur van een jaar die de rechtbank eerder als voorwaardelijke straf had opgelegd. Het OM eist een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd voor tien jaar ‘als stok achter de deur’. Als bijzondere voorwaarde stelt het OM dat verdachte -behalve vijf hobby matig gehouden huisdieren- bedrijfsmatig geen dieren meer houdt en dat verdachte meewerkt aan controles van de NVWA op naleving van het beroepsverbod.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
Bron: Openbaar Ministerie