Per 2021 wijzigt in de KringloopWijzer de berekening van ‘eiwit van eigen land’. Bregje van Erve, programmaleider Duurzame Zuivelketen van ZuivelNL, en Michel de Haan, projectleider bij de WUR, lichten de nieuwe rekenwijze toe aan de hand van een vraag en antwoord.
Gewijzigde rekenwijze
De Duurzame Zuivelketen van ZuivelNL is de samenwerking tussen LTO, NMV, NAJK en NZO voor de verdere verduurzaming van de melkveehouderij. In de Duurzame Zuivelketen zijn doelen gesteld voor 2030, waaronder een grondgebonden melkveehouderij volgens het advies van de commissie Grondgebonden Melkveehouderij. Een belangrijke bouwsteen van een grondgebonden melkveehouderij is het eiwit van eigen land. Daarbij gaat het om het eiwit van eigen land in het rantsoen. De rekenwijze van de KringloopWijzer wordt nu aangepast. De KringloopWijzer zal beter aansluit bij de bedoeling en gedachten van de definitie van grondgebondenheid door de commissie; welk aandeel van het gevoerde eiwit heb je zelf geteeld?
Verandering aan de berekening
De oude berekening was als volgt; de hoeveelheid geoogst eiwit op een bedrijf gedeeld door de hoeveelheid gevoerd eiwit op een bedrijf (* 100%). In de nieuwe rekenwijze wordt het ‘aandeel eigen eiwit in de voeding’ berekend. Dit lijkt veel op elkaar, maar er is een nuanceverschil. In de nieuwe rekenwijze telt het gevoerde eiwit van eigen land. Afgevoerd/verkocht eiwit telt dus niet meer mee, waar dat voorheen wel het geval was. Eiwit dat in de voervoorraad wordt opgeslagen (voor een ander kalenderjaar) telt ook niet mee. En eiwit dat uit de voervoorraad wordt gevoerd telt dus juist wel mee. De benodigde gegevens voor deze rekenwijze zijn reeds bekend bij de centrale database, ook van enkele jaren terug. Dus deze nieuwe, preciezere, berekening kan over het jaar 2021 worden gemaakt, ook met voervoorraden van enkele jaren oud.
Verschil in uitkomt
Voor de invoer van de KringloopWijzer verandert er niets. Echter het verschil in uitkomst van de KringloopWijzer tussen de oude en de nieuwe berekening is afhankelijk van de situatie;
- Als het eigen geteelde eiwit vrij constant is en ook altijd in het eigen rantsoen terecht komt, dan zal er nauwelijks verschil zijn.
- Een bedrijf vrij die veel eiwit teelt en in een kalenderjaar meer eiwit oogst dan zelf voert – dus dat een deel van het geteelde eiwit verkocht wordt en/of dat de voorraad in een kalenderjaar toeneemt – dan zal met deze rekenwijze het eiwit van eigen land waarschijnlijk dalen.
- Als een bedrijf in een jaar, bijvoorbeeld door droge weersomstandigheden, meer eiwit voert dan oogst – dus dat de voorraad in een kalenderjaar afneemt – dan zal met deze rekenwijze het eiwit van eigen land waarschijnlijk stijgen.
Ingang van de rekenwijze
Wanneer je volgend jaar de KringloopWijzer invult over het jaar 2021, zal de nieuwe rekenwijze zijn toegepast. Houd hier dit jaar alvast rekening mee in je handelen. Blijf verder, net als anders, je data zo goed mogelijk volgens de werkelijkheid invoeren, dan zal de uitkomst van de KringloopWijzer ook het best bij het bedrijf passen.
Bron: Verantwoorde Veehouderij