De bodem herbergt een gigantische hoeveelheid koolstof. Hoe de bodem uit de atmosfeer CO2 kan onttrekken en met welke maatregelen we koolstof in humus kunnen vastleggen is echter een complex vraagstuk. Een mogelijk stimulerend effect om extra CO2 vast te leggen in de bodem is een techniek waarbij tijdens de de grondbewerking de bovenlaag en de onderlaag van de bouwvoor gedeeltelijk met elkaar zijn vermengd.
Gebaseerd op bestaande onderzoeken in de voormalige DDR ging Lemken verder met de ontwikkeling van de zogenoemde segmentploeg. Ze noemden deze de Carbon-Farming-Ploeg. Het principe van deze ploeg berust op het mengen van diepe- met minder diepe grondlagen in de bouwvoor. We moeten daarbij denken aan scharen van 25 centimeter werkdiepte afgewisseld met scharen die wel tot 55 centimeter diepte werken.
Hierdoor ontstaat een schachtstructuur waarbij de humusarme benedenlaag gedeeltelijk is gemengd met humusrijke grond uit het bovenste deel van de bouwvoor. Ongeveer twintig procent van de bovengrond is op deze manier uitgewisseld. De microbiële activiteit is hiermee naar diepere lagen gebracht en storende lagen worden doorbroken.
Langjarig onderzoek
Het voormalig onderzoek in de DDR was met name gericht op het tegengaan van verdichting in de bodem en het onderzoek spitste zich toe op een vergelijk met het breed verbreken van een storende laag. Echter, een opgebouwde dataset van 231 proeven tussen 1961 en 1987 leverde tevens een significante opbrengststijging van 250 tot 500 kilogram gerst per hectare op met de inzet van de segmentploeg. Belangrijk aspect van deze tijd is de CO2- vastlegging in organische stof in de bodem met deze techniek. Ook van dit laatste aspect kon de dataset en onderzoek van veertig jaar geleden antwoorden geven.
In de onderstaande grafieken zijn de effecten van de segmentploeg nagebootst door de effecten van CO2- vastlegging te monitoren in grond uit de bovenlaag van de bouwvoor op een diepte van 26 tot 52 centimeter en de vastlegging in puur grond uit de onderlaag in het 0 tot 26 centimeter traject. De effecten zijn gemeten bij drie bemestingsniveaus: kunstmest, kunstmest plus organische mest en geen bemesting. Duidelijk is de CO2- opname waarneembaar in de bovenste bouwvoor van grond afkomstig uit de beneden bouwvoor. En de afname van CO2 in de diepere laag van de grond uit de bovenlaag. Let wel, dit is een proef van meerdere decennia.
Lemken Nederland
Hans Hoogland van Lemken Nederland laat ons ook weten deze ontwikkelingen in Duitsland nauwlettend te volgen. Hij bekijkt de mogelijkheden voor een praktijkproef in Nederland. Volgens Hoogland dienen we bij de hierboven genoemde proefresultaten op te merken dat het gaat om zeer lage koolstofpercentages en de positieve effecten pas na enige jaren duidelijk zichtbaar zijn.
CO2-opslag potentieel per hectare
Professor Sommer van het Thünen Institut in Braunschweig berekende op basis van tweeduizend onderzochte akkerbouwpercelen dat de CO2- vastlegging 1,2 ton per hectare bedraagt indien éénmaal per tien jaar met de Carbon-Farming-Ploeg wordt gewerkt.
De cirkels zijn plots van verschillende bodemtypen. De transparante robotkamers kunnen boven de plots de CO2-uitwisseling meten. De metingen fluctueren dan ook sterk gedurende dag en nacht en bij verschillende bemestingsniveaus.
Tekst: Eugene Houben (HAS&S)
Beeld: Lemken