Veel veehouders vinden het sturen op de forfaitaire fosfaatproductie lastig. Hoe maak je een goede fosfaatplanning? En waar moet je op letten? In dit artikel geven we handige tips en delen we een aantal aandachtspunten.
Meer fosfaatproductie door hogere melkproductie
Omdat je als veehouder sinds dit jaar te maken hebt met een stelsel van fosfaatrechten, moet je over voldoende fosfaatrechten beschikken om de forfaitaire fosfaatproductie op je bedrijf te verantwoorden. Het meest lastige is daarbij misschien wel dat je naast het bewaken van het aantal dieren moeten letten op het melkproductieniveau op je bedrijf.
De forfaitaire fosfaatproductienormen van melkkoeien zijn gerelateerd aan de gemiddelde melkproductie per koe en verdeeld in stapjes van 250 kg melk. Elk stapje geeft een fosfaatproductiestijging van 0,7 kg fosfaat per koe (de laatste stap is groter). Een hogere gemiddelde melkproductie geeft dus een hogere fosfaatproductie.
Voorbeeld
Ter illustratie: op een melkveebedrijf van 100 koeien met een verwachte gemiddelde melkproductie van 9.100 kg melk per koe stijgt de melkproductie in de laatste maanden van het jaar. Hierdoor komt de gemiddelde melkproductie over 2018 uit op 9.150 kg melk per koe. De fosfaatproductie per koe stijgt dan van 43,5 kg fosfaat (8875-9124 kg melk) naar 44,2 kg (9125-9374 kg melk). In totaal is de fosfaatproductie dus 70 kg hoger en de totale melkleverantie 5.000 kg.
Vee afvoeren
Als je als veehouder geen fosfaatrechten wilt of kunt verwerven, moet je naar andere maatregelen kijken. Je kunt bijvoorbeeld vee afvoeren. Maar wil je dit op 1 december nog corrigeren, dan moeten er in het hiervoor genoemde voorbeeld dus nog 19 melkkoeien weg.
Het komt voor dat als veehouders koeien afvoeren ze in de fosfaatplanner een vrijwel onveranderde fosfaatproductie terugzien. Hoe komt dit? Ook hier speelt vaak het effect van een hogere gemiddelde melkproductie per koe een rol. Als er koeien weggaan, zijn dit doorgaans de wat minder productieve koeien. Hierdoor kan de gemiddelde melkproductie per koe naar de volgende staffel stijgen.
Heeft u vragen over dit artikel vul dan onderstaand formulier in of klik hier en ga naar de website van Countus
Effectiviteit vee afvoeren neemt af
Hoe later in het jaar een dier wordt afgevoerd, hoe kleiner de invloed op het jaargemiddelde en dus hoe kleiner de invloed op de fosfaatproductie. Wanneer een koe (9.000 kg melk) op 1 augustus was afgevoerd, scheelde dit 18,2 kg fosfaat. Als dit op 1 oktober gedaan wordt, is dit 11,0 kg. En op 1 december is dit nog maar 3,7 kg. Het effect van laat in het jaar dieren afvoeren is dus nog maar klein. Hoe dichter bij het einde van het jaar, hoe meer het dus van belang is om snel te handelen omdat de effectiviteit van het afvoeren van dieren hard afneemt.
De adviseurs van Countus komen momenteel situaties tegen waarbij alleen het corrigeren van de fosfaatproductie met het afvoeren van vee niet meer realistisch is. Voor die ondernemers moet dus gezocht worden naar een combinatie van vee afvoeren en fosfaatrechten verwerven. Die ondernemers moeten dus zoeken naar een combinatie van vee afvoeren en fosfaatrechten verwerven.
Fosfaatrechten ook bij lease afgeroomd
Er was in de Tweede Kamer een motie aangenomen dat een bedrijf een deel van de fosfaatrechten zou kunnen verleasen zonder dat dit gekort zou worden met 10%. Het doel was dat bedrijven die aan het einde van het jaar wat rechten over zouden hebben deze zonder korting konden verleasen aan bedrijven die net wat rechten tekort hebben.
Onlangs heeft Minister Schouten aangegeven dat het niet mogelijk is om deze motie uit te voeren. Schouten geeft aan dat dit een wijziging van het fosfaatrechtenstelsel zou zijn en dus ook van de staatssteunbeschikking.
Fosfaatplanning goed ingesteld?
Een fosfaatplanner is een goed hulpmiddel om te sturen op de fosfaatproductie. Maar de kwaliteit van de output valt of staat met de kwaliteit van de input. Let goed op of de hoeveelheid fosfaatrechten en de ingevulde melkproductie kloppen. Ook is het bijvoorbeeld belangrijk om de kalfdata goed te registreren.
De ervaring leert dat er veel verschillen zijn in fosfaatplanners. Zo probeert de één zeer nauwkeurig de melkproductie te voorspellen op basis van individuele dierdata, terwijl de ander voornamelijk terugkijkt naar historie en dit doortrekt. Ook gebruikt de ene planner wel inseminatiedatazoals de gebruikte stier en wel of geen gesekst sperma, terwijl de andere dat niet doet. Verder zitten er verschillen in hoe de aan te houden kalveren worden bepaald. Kortom: het is van belang om goed te kijken naar wat de fosfaatplanner die jij gebruikt wel of niet doet.
Soms registreren veehouders droogstaande koeien ten onrechte als weide- en zoogkoe. Het gevolg is dat deze dieren niet in de fosfaatplanner komen. Dat het systeem dit accepteert, betekent niet dat een controleur dit ook gaat accepteren. Een droogstaande koe blijft namelijk gewoon een melkkoe waar fosfaatrechten voor nodig zijn.
Met welke hoeveelheid fosfaatrechten moet ik rekening houden?
De fosfaatproductie moet binnen het aantal fosfaatrechten blijven. Maar dat is lastig te bepalen, als je nog steeds niet weet hoeveel fosfaatrechten je hebt. Er lopen namelijk nogal wat procedures en sommige zaken zijn nog niet helder. Denk hierbij aan een bedrijfsoverdracht, overdracht fosfaatrechten, bezwaar- of beroepsprocedure of een melding bijzondere omstandigheden. Van welke aantal fosfaatrechten mag nu worden uitgegaan?
Uit de rechtspraak volgt dat een veehouder er niet op mag vertrouwen dat zijn/haar procedure positief zal aflopen. Oftewel; een veehouder moet uitgaan van de rechten die daadwerkelijk zijn beschikt. Uitgaan van een hoger aantal is geheel voor eigen risico.
Heeft u vragen over dit artikel vul dan onderstaand formulier in of klik hier en ga naar de website van Countus
Bron: Countus, 04-10-2018