De Nederlandse melkveehouder onderschrijft het belang van schoon drinkwater, maar actie om er iets aan te doen blijft te vaak uit. Uit een enquête blijkt dat er voor de melkveehouder nog veel kansen op verbetering liggen in de drinkbak.
Anders dan bij varkens en pluimvee
Vrijwel elke ondervraagde (96,1%) geeft aan dat de kwaliteit van het drinkwater impact heeft op het welzijn en de productie van het vee. Actie vanuit de melkveehouder blijft echter uit: meer dan de helft van de ondervraagden (52,4%) heeft nog nooit een watermonster uit de drinkbak genomen, terwijl negen op de tien melkveehouders zegt meer aandacht aan het drinkwater te moeten besteden (88,5%). Een ongekend cijfer in de veehouderij: bij varkens en pluimveehouderijen is het heel normaal om elk kwartaal monsters te nemen op de drinkplek van de dieren.
Juiste kennis drinkwater ontbreekt bij melkveehouders
Arjan Koop, directeur van Watter BV, heeft hiervoor een logische verklaring. Met zijn bedrijf richt hij zich op drinkwaterhygiëne in de veehouderij en hij ziet dat vaak de juiste begeleiding mist voor een gerichte aanpak op het melkveebedrijf. “Bij de meeste boeren, maar ook hun adviseurs, is er niet altijd de juiste kennis waar en hoe het water verslechtert. Het regelmatig schoonborstelen van de drinkbakken is bijvoorbeeld grotendeels symptoombestrijding. Dit maakt het water niet bacterievrij en de biofilm in de leidingen wordt evenmin aangepakt. Daarnaast uit ik mijn zorgen over de opmars van chemicaliën. Deze zijn vaak duur, onveilig en worden regelmatig niet goed ingezet.”
“Uiteraard is het een fantastische begin als boeren monsters gaan nemen uit de drinkbak. Maar bedenk ook alvast welke stap je erna zet als het drinkwater niet goed blijkt. Om het water tot en met de drinkbak schoon te houden zou je de bacteriën structureel moeten verwijderen met veilige desinfectie.”
Bron: Watter