Topartikelen over sleepvoet
Sleepvoet in de melkveehouderij
De belangrijkste wijziging in de regelgeving is dat het verbod op de sleepvoetbemester nu ook geldt voor klei- en veengrond. De wetgever spreekt daarbij over een ‘mestaanwendsysteem waarbij de drijfmest in strookjes tussen het gras op de grond wordt gebracht’. Bij de sleepvoet wordt mest niet in de grond, maar op de grond gelegd.
Uitzondering op het verbod
Er is echter soms geen bruikbaar alternatief voorhanden. Daarom is er uitzondering op het verbod mogelijk. Dit is wel aan strenge voorwaarden gebonden. Alleen als aan de onderstaande eisen wordt voldaan, mag bij grasland op klei- en veengrond de sleepvoetbemester nog worden gebruikt:
- Er moet van een waterverdunnend mestsysteem gebruikgemaakt worden. Aan twee delen mest moet dan minimaal één deel water worden toegevoegd. Bij een controle moet kunnen worden aangetoond dat voldoende water is toegevoegd. De bewijsplicht ligt bij de veehouder. Als de loonwerker het mest uitrijdt wordt de bewijslast naar hem verlegd.
- De verdunde drijfmest moet in strookjes van maximaal vijf centimeter breed op de grond worden gebracht. Voordat de mest op de grond wordt gebracht moet het gras worden opgetild of zijdelings worden weggedrukt.
- De afstand tussen de strookjes moet minimaal 15 centimeter zijn.
- Het systeem moet net als andere mestaanwendingssystemen tot aan de grond gesloten zijn.
- Elk jaar vóór het eerste gebruik met verdunde mest moet dit worden gemeld bij RVO.
Tot slot, vanaf 2021 mag een sleepvoetbemester met verdunde mest waarschijnlijk alleen nog met digitale apparatuur werken (vakblad Melkveebedrijf maart 2019).