Heeft u te maken met positieve of negatieve waardeveranderingen van uw grond? Dan is de landbouwvrijstelling van toepassing als die veranderingen zijn ontstaan tijdens gebruik in het eigen landbouwbedrijf. Waardeverandering kan op verschillende manieren ontstaan.
Structurele waardevermindering
Waardeverandering kan ontstaan bij de verkoop van grond. Maar ook als de grond niet wordt verkocht, kunnen er voordelen uit waardeverandering voortkomen. Denk bijvoorbeeld aan een ontvangen schadevergoeding voor de aanleg van een gas- en waterleiding of het plaatsen van hoogspanningsmasten. Tegenover deze vergoeding moet een structurele waardevermindering van de agrarische grond zelf staan. Is dat het geval, dan is in de hoofdregel de landbouwvrijstelling van toepassing. De bewijslast ligt bij de belastingplichtige en in de praktijk loopt het hier weleens spaak. Dat laat een recentelijke uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland zien.
Rechtspraak
Op 3 juni 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan inzake een casus, waarbij een echtpaar een vergoeding heeft ontvangen voor de aanleg van een leiding door een nutsbedrijf op hun landbouwgrond.
Een echtpaar exploiteert in maatschapsverband een landbouwonderneming. In 2015 legt een nutsbedrijf een aantal nieuwe leidingen op hun agrarische landbouwgrond aan. Aangezien het echtpaar de landbouwgrond wil blijven gebruiken, vestigt het een recht van opstal met het nutsbedrijf. Het echtpaar rekent de ontvangen vergoeding niet tot het belastbare inkomen, aangezien zij van mening is dat de landbouwvrijstelling van toepassing is.
De inspecteur is het niet eens met deze zienswijze en corrigeert de winst in de aangiften inkomstenbelasting van het echtpaar. Het echtpaar gaat vervolgens in beroep.
Zakelijk recht vestigen
Volgens de rechtbank Noord-Nederland heeft de belastingplichtige niet aannemelijk gemaakt dat de van het nutsbedrijf ontvangen eigenaarsvergoeding bedoeld is om de waardedaling van de grond te compenseren. Het gevolg hiervan is dat het ontvangen bedrag door het echtpaar niet onder de landbouwvrijstelling valt. Gelukkig redeneert de rechtbank vervolgens verder. Volgens de rechtbank mag er wel een afwaardering van de grond plaatsvinden, omdat de grond minder waard is geworden. Door het vestigen van een (feitelijk) recht van opstal op de grond is aan het echtpaar een beperking opgelegd wat betreft hun beschikkingsmacht ten aanzien van de grond. De hoogte van de waardedruk en ook de afboeking staan gelijk aan de vergoeding die het echtpaar eerder onder de landbouwvrijstelling had vermeld.
Aangezien sprake is van een uitspraak van de rechtbank had de inspecteur de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De termijn hiervoor is inmiddels verstreken en de inspecteur heeft dit niet gedaan. Door de uitspraak van de rechtbank is voor de praktijk duidelijk dat het vestigen van een zakelijk recht op landbouwgrond van belang kan zijn voor een eventuele afwaardering van deze grond.
De mogelijkheden en gevolgen voor u
De rechtbank heeft een opvallende uitspraak gedaan, met mogelijkheden voor de praktijk. Bent u door een partij benaderd voor het vestigen van een opstalrecht op uw grond? Laat dan op voorhand de mogelijkheden en (fiscale) gevolgen beoordelen.
Bron: ABAB