De minister voor Natuur en Stikstof is voornemens de jacht op het konijn voor jachtseizoen 2022-2023 te sluiten. In de provincies Groningen, Limburg en Utrecht wil zij voor één jaar de hazenjacht verbieden. Dat blijkt uit een brief en een ontwerpregeling die de minister vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Een bureaustudie van Wageningen Environmental Research (onderdeel WUR) naar de staat van instandhouding van de bejaagbare wildsoorten zou hier mede aanleiding toe geven. De Jagersvereniging constateert dat aan het WUR-onderzoek een onjuiste beoordelingsmethode ten grondslag ligt. Ook zijn discutabele keuzes gemaakt rond gebruikte data en referentiejaren.
Afwijkende beoordelingsmethode bij jacht
Het WUR-onderzoek waarop de minister zich baseert, geeft zowel ecologisch als juridisch geen aanleiding om jachtseizoenen te beperken of zelfs te sluiten. De onderzoekers van de WUR hebben zich willen richten op een beoordelingsmethode in ontwikkeling, die voortkomt uit de Europese Habitatrichtlijn. Dat is niet logisch.
Hazen en konijnen geen zwaar beschermde diersoorten
Ten eerste omdat hazen en konijnen niet behoren tot de zwaar beschermde diersoorten waarop deze richtlijn toeziet, zoals bevers en wolven. Uiteindelijk is in het WUR-onderzoek zelfs een nog strengere maatstaf gehanteerd.
De Wet natuurbescherming hanteert andere beoordelingscriteria bij algemeen voorkomende diersoorten in Nederland, zoals haas en konijn. Het is de Jagersvereniging niet duidelijk waarom de WUR-onderzoekers voor deze afwijkende beoordelingsmethode hebben gekozen.
Wettelijke definitie
Daarnaast is het WUR-onderzoek bedoeld om inzicht te krijgen in de staat van instandhouding van de soorten op de wildlijst. Deze is in het geheel niet in het geding, als je de bevindingen vergelijkt met de wettelijke definitie van een gunstige staat van instandhouding. Immers, het gaat hier om algemeen voorkomende en talrijke soorten, die verspreid door heel Nederland voorkomen. Er zijn geen aanwijzingen dat dit in de toekomst wezenlijk zal veranderen.
Data van Faunabeheereenheden niet gebruikt
Doordat er bij konijnen en hazen geen sprake is een ongunstige staat van instandhouding, zijn de conclusies die de minister aan het WUR-rapport wil verbinden nogal voorbarig. Ook al omdat de onderzoekers de data van de Faunabeheereenheden (FBE’s) niet hebben gebruikt, terwijl juiste de FBE’s wettelijke verantwoordelijk zijn voor de monitoring van de wilde dierpopulaties.
In het WUR-rapport zijn slechts selectieve datasets opgenomen. Dit en willekeurig gekozen referentiejaren voor de verschillende diersoorten geven een vertekend beeld van de werkelijkheid. Willem Schimmelpenninck van der Oye, directeur van de Jagersvereniging: “De uitkomsten van het WUR-onderzoek lijken uit een parallel universum te komen, ze geven absoluut niet de realiteit hier in Nederland weer.” Daarnaast is de jacht geen drukfactor van belang is, zoals de minister ook duidelijk in haar Kamerbrief benadrukt.
Consequenties inperking jacht
Het voorgenomen besluit van de minister zal consequenties hebben voor de mogelijkheden voor schadebestrijding en wellicht ook voor het verstrekken van bijvoorbeeld woningbouwvergunningen. Ook voor de aanleg en het onderhoud van wegen, sportvelden en begraafplaatsen zal het eventuele besluit gevolgen hebben.
Minister van juiste wetenschappelijke en ecologische inzichten voorzien
Gezien de totstandkoming van de ontwerpregeling, de gevolgen en de gebrekkige onderbouwing hiervan, legt de Jagersvereniging zich op voorhand niet neer bij het voorgestelde besluit. De Jagersvereniging zal er alles aan doen de minister van de juiste wetenschappelijke en ecologische inzichten te voorzien en vertrouwt erop dat de voorgenomen besluitvorming op korte termijn kan worden teruggedraaid.
De Jagersvereniging pakt dan ook graag de handreiking aan van de minister om samen met andere stakeholders te kijken naar het verbeteren van het telprotocol en de verzameling van gegevens.
Bron: Jagersvereniging