In de periode tussen 1995 en oktober 2021 is er in totaal 3.008 hectare onteigend. Hiervan was 1.886 hectare ofwel 62 procent landbouwgrond. De onteigening vond vooral plaats in Noord- en Zuid-Holland.
De overheid heeft regelmatig grond van particulieren of bedrijven nodig voor maatschappelijke doelen, zoals wegen, woningbouw of natuurcompensatie. Dat gebeurt onder meer door grond aan te kopen, of door grond te ruilen via herverkaveling. Werkt dat niet, dan kan de overheid een procedure starten om eigendom gedwongen over te nemen: onteigening. Dit gebeurt onder strenge voorwaarden, aangezien het eigendomsrecht sterk beschermd wordt. Het Kadaster onderzocht de inzet van onteigening door de overheid tussen 1 januari 1995 en 30 september 2021.
Aantal onteigeningen
In de periode 1995 tot en met september 2021 zijn 2.254 onteigeningsvonnissen uitgesproken en bij het Kadaster ingeschreven. In deze vonnissen werden 5.388 percelen met een totaaloppervlakte van 3.008 hectare overgedragen.
Hoewel het aantal onteigeningen en onteigende percelen sinds 1995 afnam, fluctueert de onteigende oppervlakte door de jaren heen sterk. Zo is voor de onteigening ten behoeve van de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder in 2018 meer dan 300 hectare landbouwgrond onteigend.
In goed overleg
Uit de analyse blijkt dat 18.120 unieke eigenarencombinaties hun eigendomsrechten via minnelijke weg aan overheden overdroegen. In verhouding met het totaal (minnelijke overdrachten en onteigeningsvonnissen samen) is dit 89 procent. In totaal kochten de overheidsinstanties voorafgaand of tijdens de onteigeningsprocedures bijna 30.000 percelen aan op basis van minnelijke overeenstemming en werden uiteindelijk 5.388 (14 procent) percelen via een onteigeningsvonnis over op de onteigenende partij.
Overheden kregen van alle te onteigenen percelen middels minnelijke verwerving meer dan 15.000
hectare grond op naam. Dit blijkt 84 procent van het door overheidsinstanties -voorafgaand of tijdens het
onteigeningsproces- verkregen oppervlakte te zijn. Deze percentages kunnen per project wel sterk verschillen.
Betuweroute en Hedwigepolder
In één van de KB’s uit 1997 ten behoeve van de aanleg van de Betuweroute in de gemeente Zevenaar is meer dan 90 procent van de eigenaren tot minnelijke overeenkomst gekomen. Voor de onteigening van de Hertogin Hedwigepolder zijn uiteindelijk 19 van de 41 percelen onteigend. Het aandeel percelen dat via minnelijke weg is overgedragen, is daardoor met 54 procent erg laag. Het aantal rechthebbenden dat in dit project via minnelijke weg afstand deden van hun eigendom ligt met 83 procent wél weer in de
buurt van het landelijk gemiddelde.
Onteigende partijen
Qua oppervlakte is de Staat de grootste onteigenende instantie met 39 procent van de 3.008 hectare. De Staat onteigent doorgaans meer oppervlakte per project als gevolg van de aard van het onteigeningsdoel
(bijvoorbeeld snelwegen of natuurontwikkeling). De eerder genoemde onteigening van 300 hectare in de
Hedwigepolder in 2018 telt bijvoorbeeld zwaar mee. Van de onteigeningsvonnissen ten behoeve van overheidsinstanties is 53 procent van de vonnissen gewezen in het belang van gemeenten. Ook provincies en waterschappen hebben te maken met onteigeningen.
Vooral onbebouwde grond
Het onderzoek laat zien dat 71 procent van het totale aantal onteigende percelen onbebouwd was. Qua oppervlakte blijkt dat 92 procent van het onteigende percelen onbebouwd is. Van de onbebouwde onteigende grond is een groot deel agrarische grond. In de onderzoeksperiode is 1.866 hectare (62 procent van de totale oppervlakte) agrarische grond onteigend. Ten opzichte van het beschikbare landbouwareaal is dat net geen 0,1procent.
Bron: Kadaster